Mij is gevraagd om een column te schrijven over het woord gers. Wat wil het toeval nu, ik zit lekker vakantie te vieren in het departement Gers in Frankrijk, genoemd naar het riviertje de Gers dat het doorkruist. Ik dacht gelijk: ‘Deze column is dus extra gers om te doen’.
Ik gebruik het woord al zo lang en nog steeds. In de jaren tachtig al, dit woord had ik voornamelijk van m’n oudere broers overgenomen. Zo werkt taal toch? Als een virus: Pats! Boem! en je neemt het gewoon over. Proest en daar zeg je ineens onmin, dat slang is voor onder andere ‘heel erg’, zoals het gebruik van de koppeling: onmin te gek!
Goed, ik dwaal af, terug naar m’n eigen kindertijd. In die tijd gebruikte ik ook de woorden kick, sneaky en biek. Idem voor tof, echter die gebruik ik net zoals gers nog steeds. Dat gers nog steeds übercool is dat moet je aan Gers Pardoel vragen, deze artiest woont alweer een tijdje in Rotterdam. Hij heet eigenlijk Gerwin, maar door hulp van collega’s Postmen en Anouk kreeg hij zijn Rotterdamse bijnaam. Een aantal jaren geleden, zo rond 2003, had je zelfs clubavonden in off_corso die Gers heetten. En de grafische vorm van de flyers van deze Gers-avonden werden weer gekopieerd door Samdan clubavonden. Volgens mij waren dat Turkse feesten. Samdan betekent, als ik het niet mis heb, kandelaber. Dat is een grote kaarsenstandaard of houder van een olielamp met driedelige voet. Ook gers.
Om wat dieper in gers te duiken moet ik even een mailtje sturen aan good old Jan Oudenaarden. Jan is onder andere auteur van het boek ‘Wat zeggie? Azzie val dan leggie!’, dat een speurtocht is geweest naar het Rotterdams dialect. En daarnaast is Jan ‘Rotterdams allesweter’. Ja, je moet je meerdere weten (en kennen) uiteraard.
‘In die tijd gebruikte ik ook de woorden kick, sneaky en biek’
Hij reageerde gelijk met het volgende: ‘Volgens mij is gers de Rotterdamse variant van gis of ges, dat slim of intelligent betekent. Het komt uit het Hebreeuws en is de eerste letter (de ches) van het woord goochem (of de zevende, aangezien ze in het Hebreeuws andersom lezen).’ Goochem betekent: bijdehand, bevattelijk, kien, sluw, slim en dat soort uitgekookte woorden. Jan vervolgt nog met: ‘Gers is dan een Rotterdamse variant met een betekenisverschuiving naar tof. (Zo is tomaaijer de Rotterdamse variant van temeie).’ Ik ken alleen niemand die tomaaijer gebruikt voor hoer, maar goed. Jan en ik zijn dan ook van een andere generatie, zeg ik nog gekscherend. Jan sluit onze e-mailcorrespondentie af met: ‘Dat gers het als woord al zo lang in de (jeugd)taal heeft uitgehouden, vind ik wel gers. Ik gebruikte het als puber ook en wil het nog wel eens gebruiken.’
Zo zie je maar, gers is niet kapot te krijgen. Hoewel? Wie kan zich nog het gebouw van Modemagazijn Gerzon op de Blaak herinneren? Deze modezaak van vijf verdiepingen uit 1935, ontworpen door de architecten Van der Heyden en Van Nieuwenhuyzen, verkocht ‘de betere kleding’. Boven werden modeshows gehouden voor de beter gesitueerden. De zus van mijn oma liep daar zelfs nog op de catwalk en ik heb er nog een hoed van, maar die draag ik niet vaak meer.
Na het vertrek van Gerzon was het gebouw in gebruik door de Nederlandse Credietbank. Het pand is in 1992 afgebroken. Nu staat de Blaak Office Tower (Fortis Bank, of hoe heet die bank tegenwoordig) er op de Blaak 555. Ook al was Gerzon destijds niet voor ‘Jan met de pet’, misschien komt het woordgebruik gers daar ook wel vandaan: Da’s pas Gerzon! Echter, dit heet speculatie. Wat ik wel doe is een kaarsje aansteken op mijn Samdan kaarsenstandaard – die ik hier op een kek marktje op de kop heb getikt – voor deze moderniseringsdrang. Tering, echt gers hoor…