De start van het jaar is voor mij het ideale moment om even vakantie te nemen. Ik werk veel, sport veel en heb ook nog een sociaal leven. Vooral afgelopen jaar was het een heksenketel met veel werkuren en meeslepende sportavonturen. Dus wat ik het liefst wilde? Rust! En dus toog dit stadsmeisje voor twee weken naar een hutje op de hei. Yup.
Even weg van de drukte en de herrie, weg van de stad. Boeken lezen. Mediteren. Beetje sporten. Wandelen. De natuur in. Frisse lucht opsnuiven. Ja, dat ging ik doen!
De eerste dagen gingen prima. Geen vuiltje aan de lucht. Letterlijk, mensen. Want de lucht daar is allesbehalve vervuild door razende auto’s over de Maasboulevard of fakkelende fabrieken in de haven.
En toch, ineens was het daar: onrust. Wanneer het precies gebeurde weet ik niet. Misschien was het toen ik in een koffiezaakje vroeg naar havermelk in mijn cappuccino en de serveerster me schaapachtig en zwijgend bleef aankijken.
‘En toch, ineens was het daar: onrust.
Wanneer het precies gebeurde weet ik niet’
Of misschien was het toen ik ontdekte dat de dichtstbijzijnde gym op 28 kilometer afstand was en ik dus een uur in de auto zat – op de terugweg achter een trekker dus ik hoef niet uit te leggen hoe ‘snel’ dat ging – voor mijn geliefde CrossFit training. Het kan ook geweest zijn toen ik erachter kwam dat ik twaalf (ja twaalf!) kilometer moest rijden om iets eetbaars te halen; nee supermarkten zijn ’s avonds niet open en de bezorgdiensten bestaan daar niet eens, laat staan dat ze door de stromende regen eten komen brengen in een natuurgebied, duh!
Begrijp me niet verkeerd, ik HOU van de natuur. Maar diep vanbinnen ben ik nu eenmaal een stadsmeisje dat haar dagelijkse cafeïneshot toch echt graag mét havermelk drinkt (#fitgirl), binnen tien minuten in de CrossFit box staat als ze wil trainen en naar het eethuisje op de hoek rent als ze toch besluit iets anders te willen eten dan er in de koelkast ligt.
Je begrijpt dat ik dit jaar volledig uitgerust ben begonnen om me weer helemaal te kunnen onderdompelen in de reuring, de herrie, de drukte en de stad. O, Rotterdam wat ben je toch heerlijk onrustig!