Kloppend hart van Rotterdam

Effe een laantje pikken

Karin Koolen Tekst
Eric Fecken Beeld

“Ik ga effe een laantje pikken, moeder.” Dat moeten hippe jongelui in de jaren ’50 en ’60 gezegd hebben, voordat ze met vrienden koers zetten naar de Beijerlandselaan. Boulevard Zuid, oftewel de Beijerlandselaan en het noordelijke deel van de Groene Hilledijk, was in die jaren een bruisende plek van grandeur waar je naartoe ging om te winkelen, flaneren en uit te gaan. Een stoomtram zette bezoekers van heinde en verre af voor het statige Colosseum, een van de mooiste bioscopen van de stad.
Maar het tij keerde. De wijk Hillesluis ver-anderde langzaam in een achterstandsgebied; de Boulevard werd geteisterd door drugs en criminaliteit. Winkeliers sloten hun deuren, met leegstand en verpaupering tot gevolg. Met ferme inspanningen ging de gemeente de problemen enkele jaren geleden te lijf; Boulevard Zuid moest mooier, groener én veiliger.

En dat lijkt aardig gelukt. De zon nodigt op deze vrijdagmorgen uit tot flaneren. “Effe een laantje pikken!”, moet menigeen gedacht hebben. Op de fiets. Zonder jas. De eerste stoeltjes staan al buiten op het terras van Costa del Sol. De Marokkaanse slager werkt zich drie slagen in de rondte om iedereen te bedienen. Voor de barbecue vanavond. Iets verderop huizen een Turkse bakker, een Poolse delicatessenwinkel, kapsalons voor elk haartype en een oer-Hollandse stofzuigerzaak; slechts een greep uit het winkelaanbod. Wie moe is van het slenteren, strijkt neer op een bankje, in een kroegje of in een nabijgelegen theehuis voor een potje kaarten.

Meer multiculti kan haast niet. ‘Heel gemoedelijk’, zeggen winkeliers en menig Zuiderling inmiddels weer over de langste winkelstraat van onze stad. Nee, een straat van grandeur is het niet meer en zal het ook niet meer worden, maar gezellig is het wél. Best een goed idee dus, effe een laantje pikken!