Kloppend hart van Rotterdam

Mark

Else Marijn Kruijswijk Tekst
Nina Fernande Beeld

Wat zal ik vertellen over Mark? Mark schrijft. Hij schrijft zijn gevoelens op, want hij is een gevoelige man. En dat was precies wat mijn collega Mo en ik aanvoelden. Op zijn eerste werkdag als barbier bij Schorem kwam hij een belegd broodje kopen. Mo en ik zeiden niks. Wij keken alleen. Groot sterk lichaam, mooie rode baard en superlieve ogen. Hij betaalde, en ging weer weg. De winkeldeur sloot achter hem, en Mo en ik keken elkaar aan: Deze man gaan we beter leren kennen!

Onverwacht dezelfde avond nog, gingen wij hem beter leren kennen. In Rotown speelde JD McPherson en Mo en ik hadden kaartjes. We worstelden ons door het publiek naar voren. Want daar staan wij altijd, vooraan, te dansen.

En ja hoor…! De hele afdeling Schorem was er ook. Wij keken elkaar weer aan met de blik van ‘Zeg maar niks, wij denken precies hetzelfde.’ En wat wij dachten bleek zo te zijn: Mark was er ook.

Mo en ik dansten harder dan voorheen. Een beetje uitsloven, dat kunnen wij ook. We vergaten dat we de volgende dag weer acht uur lang op onze benen moesten staan, om brood te verkopen.

We dansten doelmatig. Met succes. Het concert was allang voorbij. Iedereen was alweer elders. Naar De Vaag, Witte de With, Willens en weet ik veel waar nog meer. Maar wij stonden daar. Mark, Mo en ik. In een verder verlaten Rotown. Onze nieuwsgierigheid was niet meer te bedwingen. Het verhoor was begonnen. We hingen aan zijn lippen.

Voormalig havenarbeider. Jong getrouwd. Een zoon. Een bezinningsmoment waaruit bleek dat hij zijn talent als barbier beter moest benutten. Schorem. Vechten. Vrouwen. Gevoelens.

Ja, deze stoere man, bleek een gevoelige jongen. En Mo en ik waren dolblij dat hij dat niet verbloemde. Openheid over gevoeligheden maakt een mens sterker. Ondertussen waren onze biertjes lauw en Rotown ging sluiten. Mark voegde zich bij het andere Schorem. Mo en ik fietsen verliefd naar huis. Nou, niet echt verliefd. Maar toch, een beetje.

Wat zal ik nog meer vertellen over Mark?

Hij werd vaste klant. Besteedde te veel geld bij ons, volgens zijn vrouw, die de bankrekeningafschriften nauwkeurig in de gaten hield. Hij werd er verdrietig van. Betaalde vervolgens, op aanraden van mij, alleen nog maar contant. Werd steeds blijer. Kwam dagelijks drie keer over de vloer. Praatte opvallend veel en vrolijk met ons banketbakkersmeisje. Was niet de zaak uit te slaan. Leerde ons slaan en trappen, want hij bleek ook nog eens kickbokstrainer. Deed de knieën van ons banketbakkersmeisje knikken. Ging zelf met een brede grijns weer aan het werk. Werd heen en weer geslingerd tussen huwelijk en bakkersmeisjes. Werd verdrietig. Was blij. Was verdrietig. Was blij.

Mark vertelde me dat hij niet meer schreef. Hij was bang voor de gevoelens die nog echter zouden worden als hij ze op papier zette en herlas.

Ik had het druk. Mark ging ook aan de slag. Maar voordat hij weer ging knippen en scheren, greep ik hem zachtmoedig bij zijn lurven.

‘Jij gaat vanavond naar huis. En jij gaat schrijven!’

Mark mompelde nog wat, maar daar besteedde ik geen aandacht meer aan.

Ga schrijven Mark! Schrijf alles eruit! Je woede. Je angst. Je liefde. Ontdek in Godsnaam, met hoofdletter G want God is liefde, dat niemand het alleenrecht op liefde heeft!