“Een aantal jaar geleden heb ik samen met een collega een jongen van een brug af getrokken”, vertelt wijkagente Myrna Sepers. “Hij wilde op de snelweg springen. Door snel en slim te handelen, konden we hem bij zijn riem pakken en hebben we hem achterover over de leuning getrokken. Enkele dagen later is de jongen bij ons langs geweest. Hij bedankte ons uit de grond van zijn hart voor het redden van zijn leven.”
Voor de meeste mensen klinkt het als een spannende scene uit een film. Voor Myrna, 45 jaar en woonachtig in Rotterdam, is het de harde realiteit. “Het is niet zo dat wij elke dag mensen moeten behoeden voor een onomkeerbare keuze, gelukkig niet,” zegt ze met een Amsterdams accent. Maar dat het soms gevaarlijk kan worden, is een feit. Ben ik dan een held? Politieagente worden was een bewuste keuze, ik wil gewoon graag mensen helpen.”
Voor de liefde is ze verhuisd, van Amsterdam naar Rotterdam. Amsterdam en Rotterdam kennen dezelfde problematiek, aldus Myrna. “Net als in Amsterdam loop ik ook hier door de wijk. Ik wil er voor de mensen zijn, ze helpen met hun problemen.” Als politieagent kom je bij mensen ‘achter de voordeur’. Je ziet veel van de sociale problemen. “Geloof me, op dat vlak zijn beide steden identiek. Dan maakt het écht niet uit met welk accent je spreekt.”
‘Als ik een vervelende melding heb gehad, ga ik diezelfde avond nog met mijn gezin uit eten; dan wil ik het leven met ze vieren’
Zoals vele van haar collega’s heeft ook Myrna zo nu en dan het één en ander te verwerken. “Klinkt misschien gek, maar als ik een vervelende melding heb gehad, ga ik diezelfde avond nog met mijn gezin uit eten. Dan wil ik het leven met ze vieren. Het is voor mij een vorm van verwerking. Je wordt in dit werk soms met je neus op de feiten gedrukt. Wees blij dat je leeft en dat je het goed hebt, want dat is allesbehalve vanzelfsprekend.”