Kloppend hart van Rotterdam

De badkuip Rotterdam drooghouden

Sander Grip Tekst
Jeroen Arians Beeld

Rotterdam ligt voor tachtig procent onder de zeespiegel. Al het water wat in de stad terechtkomt, moet ook weer weg kunnen. Tenminste, als we droge voeten willen houden. Regen vormt daarbij één van de voornaamste problemen. En omdat regenbuien steeds heftiger worden, moeten we steeds meer doen om de voeten droog te houden. De gemeente maakt daarom gebruik van waterbergingen: grote opvangbakken waarin regenwater opgevangen wordt om het daarna vertraagd af te voeren. Omdat Rotterdam een eer hoog te houden heeft, is er onder meer gekozen voor een unieke oplossing: het waterplein.

Rotterdam heeft een pact met het water. Natuurlijk vanwege de haven, maar van oudsher speelt water een belangrijke rol in de leefbaarheid van de stad. Het was stadsarchitect Willem Nicolaas Rose die in 1842 met het ambitieuze plan kwam de stad van schoon water te voorzien, om zo de ernstige cholera-epidemieën die Rotterdam teisterden uit te bannen. Het meest opvallende onderdeel van zijn plan was de ring van singels rond het centrum waarmee vervuild water afgevoerd kon worden. De Westersingel, de Noordsingel en de Provenierssingel zijn onderdeel van Rose’s waterproject.

Ook nu nog zijn deze singels van vitaal belang. Samen met het riool-stelsel voeren zij het regenwater af. Maar in een gebied zo dichtbevolkt en zo intensief bestraat als het centrum van Rotterdam zijn die paar singels en de riolen niet langer genoeg om de pieken in de watertoevoer op te vangen. Omdat een nieuwe singel niet zomaar te graven is in zo’n drukke stad, ontstond het plan van waterbergingen: plekken waar een overvloed aan regenwater wordt opgevangen als de riolen en singels het even niet meer aankunnen.

Westersingel

Rietje

Eén van de mensen binnen de gemeente die zich hiermee bezighoudt, is Jorg Pieneman. “Ik zie de stad als een grote badkuip die ingegraven is in de grond. Water dat in de stad valt, kan niet zomaar wegstromen of geloosd worden”, legt hij uit. “Van oudsher staat de stad dus vol met grote pompen en gemalen om het water af te voeren. Vergelijk het met zuigen aan een rietje. Als er meer water valt dan je kunt opzuigen, iets wat momenteel bij ongeveer vijf procent van alle regenbuien gebeurt, heb je een probleem. En dat lossen we op door de overvloed aan water tijdelijk op te slaan.”

Pompte de gemeente het regenwater vroeger vooral naar de singels en rivieren, nu wordt ook veel water via de riolering afgevoerd naar de waterzuivering. “Eigenlijk is dat zonde”, stelt Johan Verlinde, collega van Jorg. “Regenwater is vrij schoon en hoeft dus niet gezuiverd te worden.” Daarom heeft de gemeente de ambitie in de toekomst al het regenwater vast te houden daar waar het valt. Afvoeren via het riool is straks uit den boze. Jorg: “Zo gaan we het handigst om met regenwater, want het kost energie om het weg te pompen. Net zoals we overtollig water kunnen gebruiken voor besproeiing op steeds vaker voorkomende momenten van droogte, een ander gevolg van de klimaatverandering.”

De eerste aanzet tot het vasthouden van regenwater zonder overlast te veroorzaken, is de waterberging onder het Museumpark. “Naast het knooppunt waar alle riolen van het stadscentrum samenkomen, is een grote bak ingegraven die tien miljoen liter water kan opvangen. Met die ene bak kunnen we vijftig procent meer water in het centrum opvangen via het riool”, vertelt Jorg. “Als het riool vol zit, zetten we een luik open en kunnen we voorkomen dat het water via de putdeksels omhoog komt.”

Museumplein ter hoogte van de ondergrondse waterberging

Natuur

Er zijn meer manieren om water op te vangen. Door groene daken aan te leggen bijvoorbeeld. Deze vangen het regenwater op en geven het minder snel af aan het riool, zodat er een vertraging optreedt in de toevoer van water. Mensen kunnen zelf ook een handje helpen”, aldus Johan. “Door een regenton neer te zetten of je tuin niet bestraten; dat zijn maatregelen die helpen tegen wateroverlast. Zo stellen we de natuur zelf in staat al het regenwater af te voeren.”

De meest in het oog springende maatregel is toch wel het waterplein. In 2005, tijdens de Architectuur Biënnale, komen architectenbureau De Urbanisten en de gemeente bij elkaar om na te denken over de vraag hoe water op te vangen in de wijk en tegelijk iets voor de wijk te doen. Het concept van het waterplein is een opvangbak van water op een plein dat normaal gesproken voor andere doelen kan worden gebruikt. Johan: “Iedereen was enthousiast, dus we wilden het gelijk in praktijk brengen. We hadden Bloemhof op het oog maar bewoners daar vonden het idee van een waterplein met van die randen en verdiepte bakken onveilig. Dat is niet doorgegaan.”

Onvoorziene functies

Op twee andere plekken in de stad ging het waterplein wel door: het Benthemplein in Noord en het Bellamyplein in Spangen. Twee totaal verschillende pleinen, volgens Johan. Dat is ook de bedoeling, want de pleinen moeten tot stand komen in overleg met omwonenden. “Bij het Benthemplein zijn dat onder meer een kerk en een school. We hebben drie grote opvangbakken gemaakt die ook dienst doen als podium voor het Hofplein Theater en als sportplein met tribune voor de school. Verder is er een doopvont gemaakt voor de kerk.”

De Urbanisten bundelden alle wensen van omwonenden tot een ontwerp. “Intrigerend om te zien is dat het plein inmiddels gebruikt wordt door skaters en bmx’ers”, zegt Johan. “De schade die het plein daardoor opliep, hadden we niet voorzien. Maar we wilden dit gebruik niet ontmoedigen en brachten versterkingen aan op de randen en verhogingen.”

Ninny Duarte Lopes op het Bellamyplein

Sociaal

Het Bellamyplein is een verhaal op zich. Dit waterplein kwam eveneens tot stand in nauw overleg met de omwonenden, maar het maakt ook deel uit van het stedelijk vernieuwingsplan van Spangen. Ninny Duarte Lopes (45) woont al sinds haar tweede aan het plein. “Ik ken het nog als een plein met houten speeltoestellen. In Spangen is het een tijdlang heel slecht gegaan. Op een gegeven moment zei de burgemeester: ‘We gaan rigoureus de bezem door de wijk halen.’ Dat is gebeurd. In gesprekken met de gemeente en ontwerper Rick de Nooijer maakten we onze wensen kenbaar. Een van de plannen die naar boven kwamen, was een waterplein op deze plek. Twee van de drie straten zijn gerenoveerd waarmee er een andere mix van bewoners kwam. Dat heeft nog wel tot onrust geleid hoor; sommige bewoners waren bang voor een witte invasie. Maar het plein heeft iedereen juist nader tot elkaar gebracht.”

Het leidde tot een plein dat regenwater opvangt, maar dat tegelijk als speelplek voor de wijk kan dienen. Er is een voetbalkooi, er zijn grasvelden, een moestuin en een keet waar kinderen op sommige dagen speelgoed kunnen lenen. De verdiepte kuil voor de opvang van regenwater kan op warme dagen gevuld worden met water om pootje te baden. En niet onbelangrijk: de wateroverlast is verholpen. Ninny: “Klotste het water vroeger zo ongeveer over de drempels, nu hebben we geen last meer bij hoosbuien.” Probleempjes zijn er helaas ook. “Het water zou in 24 uur weg moeten lopen maar dat duurt soms wel een week. Dan staat het vol met vies water. En de kuip is een plek waar jongeren kunnen rondhangen, wat weer leidt tot zwerfvuil en gebroken glas. Niet tof als er de volgende dag weer kinderen komen spelen.”

Johan Verlinde kent de problemen. “We gaan de bodem aanpassen tot een gietvloer waardoor het makkelijker schoon te houden is voor de omwonenden. En we moeten niet vergeten: Rotterdam is de eerste gemeente in de wereld waar dit soort pleinen aangelegd wordt. Het is voor ons soms dus ook uitproberen wat er qua techniek wel en niet werkt. We hebben modellen, nog geen praktijkervaring.” De omwonenden nemen het voor lief, want het Bellamyplein is nu dé sociale ontmoetingsplek voor de buurt. Ninny: “Het is echt een toevoeging waar we met elkaar veel gebruik van maken.”

Overal mogelijk

Waterpleinen kunnen in principe overal worden aangelegd. “Maar er zijn natuurlijk wel meer en minder logische plekken”, lacht Johan. “Op het Noordereiland heeft het geen zin, terwijl we elders in de stad in de toekomst juist problemen verwachten met de opvang van regenwater. Zodra een plein op de schop gaat, kijken we of het zin heeft een waterplein te realiseren.” Zo wordt het Frederiksplein in Crooswijk binnenkort een waterplein. “Het mooie is dat hier weer een heel ander ontwerp gemaakt wordt. Elk waterplein is uniek. Zo zorgen we dat het plein naast functioneel ook echt een aanvulling is voor de wijk.”