Kloppend hart van Rotterdam

Geef je laatste gram, voor de eer van Rotterdam

Kim Hoefnagels Tekst
Eric Fecken Beeld

De drie mannen achter Gers! kiezen om de beurt een plek waar zij een speciale herinnering aan hebben in Rotterdam. Deze keer is het de beurt aan Wouter van Lieburg. Hij gaat na veertien jaar terug naar het stukje van de stad waar hij een paar van zijn beste vrienden heeft leren kennen. En dat is bij studentenroeivereniging Skadi.

Ingesloten tussen de A20 en de rode bakstenen huizen aan de rand van Rotterdam Noord bevindt zich het hoofdkwartier van Skadi, de Rotterdamse studentenroeivereniging die in 1926 is opgericht. Verscholen in het groen trekt het gebouw niet meteen de aandacht. Toch weten steeds meer studenten hun weg er naartoe te vinden. Het aantal nieuwe leden is de afgelopen twee jaar verdubbeld, waardoor het clubhuis nu echt uit zijn voegen begint te barsten.

‘Ik heb in de tijd dat ik lid was nauwelijks in een roeiboot gezeten’ 

Op de woensdagochtend van Wouters bezoek is hiervan weinig te merken. De restanten van de borrel van gisterenavond zijn net weggespoeld en in het Noorderkanaal is geen roeiboot te bekennen. “Als je hier op donderdagavond komt, tref je de boel heel anders aan. Dan staat de sociëteit afgeladen vol”, vertelt Jitte Blitz, student Bestuurskunde en secretaris van Skadi. Medebestuurslid Anouk van Kampen zegt dat het na 23.00 uur wel iets rustiger wordt. “De wedstrijdroeiers moeten dan in hun bed liggen. Wie overblijven, zijn de studenten die het roeien meer als bijzaak beschouwen.” Wouter herinnert zich daar nog wel wat van en lacht: “Dat zijn de competitie- en feestroeiers, zoals ze in Skadi-jargon heten. Ik moet eerlijk bekennen dat ik een typische feestroeier was. Die doen weleens aan een wedstrijdje mee, maar ik heb de tijd dat ik lid was nauwelijks in een roeiboot gezeten. Roeien is leuk, maar ik kwam hier voornamelijk voor de gezelligheid.”

Varsity

Hoewel de een fanatieker is dan de ander, is er één wedstrijd waar elke Skadiaan reikhalzend naar uitkijkt: de Varsity. “Dat is dé studentenroeiwedstrijd in Nederland, geïnspireerd op de roemruchte race tussen de roeiers van de universiteiten van Oxford en Cambridge”, legt Anouk uit. “Het koningsnummer is de ‘Oude Vier’, waarin de vier beste heren de eer van hun vereniging, stad en universiteit verdedigen.” Winnen, ook wel ‘blik trekken’ genoemd, is een enorme eer. Overal in de sociëteit vind je attributen die aan Oude Vier-overwinningen uit het verleden herinneren. Blikkenlijsten (de lijsten waarop de behaalde successen worden bijgehouden), boten vernoemd naar roeiers van naam en faam, en vooral: foto’s van zegevierende ‘Oude Vieren’ die op het water worden gefeliciteerd door naakt zwemmende Skadianen. Hoewel, de stropdas wordt volgens goed gebruik niet afgedaan. “Je stropdas is je partner in crime en wordt expres nooit gewassen. Hoe viezer, hoe beter eigenlijk, want wie een brandschone stropdas heeft, heeft duidelijk weinig meegemaakt”, vertelt Wouter. Het vlekkerige, aangekoekte exemplaar van Anouk is beslist doorleefd genoeg om bewondering te oogsten binnen de vereniging.

“Voor buitenstaanders is het misschien raar, maar het past bij de way of life die Skadi voor mij is geworden”, zegt Anouk. “Als bestuurslid ben je zeven dagen per week op de sociëteit aanwezig. Het voelt als een tweede thuis. De tradities zijn vanzelfsprekend en dragen bij aan het saamhorigheidsgevoel, waarmee de strijdlust en het enthousiasme wordt aangewakkerd.” Wouter: “De vriendschappen die ik hier heb gesloten, zijn voor het leven.”

IJzeren discipline

Naast alle studenten-folklore, wordt er ook gewoon keihard geroeid bij Skadi. Van 2006 tot en met 2010 won de vereniging vijf maal op rij de Varsity. Een record. Nooit eerder won eenzelfde ploeg zo vaak achter elkaar. Verder zaten enkele roeiers van deze succesvolste ‘Oude Vier’ in de Holland Acht tijdens de Olympische Spelen.

Om dat te bereiken is wel een ijzeren discipline vereist. Jitte: “Wedstrijdroeien is een serieuze aangelegenheid. In de trainingsperiode mag je geen alcohol drinken en niet te laat naar bed. Daarnaast train je zo’n tien tot veertien keer per week en dat allemaal naast je studie.” Wouter: ‘Eigenlijk ben je toch hartstikke gek als je dat er allemaal voor over hebt?” Jitte: “Misschien, maar je leert er ook ontzettend veel van. De discipline en het werken naar een doel is positief voor je studie en je verdere loopbaan.”

Met die insteek onderscheidt Skadi zich ook van andere studentenverenigingen. Jitte: “Daar hebben degenen die het hardst kunnen schreeuwen of het meest kunnen drinken het meeste aanzien. Hier moet je jezelf eerst bewijzen. Wedstrijdroeiers, bestuursleden of andere leden die iets hebben gepresteerd, worden hier op handen gedragen. Met alleen zuipen en brallen kom je er niet.”

Eer van Rotterdam

Roeiers herken je meteen, maar onderscheiden Skadianen zich ook van andere leden van studentenroeiverenigingen in Nederland? Jitte denkt van wel. “Dat onderscheid heeft vooral met de stad te maken. Veel eerstejaars hebben niet per se een binding met Rotterdam, maar wie hier komt roeien, leert de stad snel genoeg kennen. Eigenlijk spreekt de laatste zin van ons verenigingslied voor zich: ‘Geef je laatste gram, voor de eer van Rotterdam’.