Kloppend hart van Rotterdam

De Rotterdamse roots van Superman

Anouk Ama Tekst
Annemarie Kleywegt Beeld

Beeld Superman: Joe Shuster (www.kissCC0.com)

Als archeologisch illustrator en projectontwikkelaar Kelvin Wilson zit te Googelen, dwaalt hij onbedoeld af naar een artikel over Superman. Tijdens het lezen wordt hij getriggerd door die ene zin over Rotterdam, waaruit blijkt dat Superman-tekenaar Joe Shuster een geschiedenis heeft in de havenstad. Kelvin gaat op onderzoek uit en ontdekt een niet eerder verteld verhaal.

Waar hij de link met Rotterdam precies tegenkwam, weet Kelvin niet meer. “Je weet hoe dat gaat”, verontschuldigt hij zich. “Je zoekt bijvoorbeeld naar het recept voor de perfecte pannenkoek, maar eindigt vervolgens met, nou ja, dit.” Hij vermoedt dat hij ergens een passage tegenkwam uit het boek Super Boys van Brad Ricca: een biografie over Joe Shuster en Jerry Siegel, de makers van Superman. “Ik las ineens dat Joe Shuster zijn opa een bioscoop in Rotterdam had. ‘Echt waar?’, dacht ik. Jammer genoeg was dat ook het enige wat erover gezegd werd. Tegelijkertijd ook logisch, want de Amerikaanse auteur kon geen Nederlandse bronnen lezen om het verder uit te zoeken. Ik kon dat wel, dus ging ik op onderzoek uit.”

Krimoorlog


Kelvin voegt de daad bij het woord en duikt in de archieven. De opa waarover hij las, heet Jacob Schustirowitz. Een joodse immigrant die eind negentiende eeuw vanuit Rusland naar Nederland was gekomen. Van 1912 tot 1918 bezat hij inderdaad een bioscoop: ‘Cinema Imperial’ aan de Hoogstraat. Jacob draaide daar Franse, Amerikaanse en Italiaanse films. “Dat moet een bijzondere tijd zijn geweest”, concludeert Kelvin. “Een van de eerste bioscopen in Nederland die in handen was van een joodse immigrant die daar bovendien buitenlandse films afspeelde. Ik weet niet hoe tolerant de Rotterdammers in die tijd naar joden toe waren, maar het is opvallend dat zoveel joden zich daar opwerkten in de entertainmentwereld.”

Uit de Rotterdamse gemeentearchieven blijkt dat Jacob vanuit Rusland via Groningen in Rotterdam kwam wonen. Hij was zijn door de Krimoorlog verwoeste thuisstad ontvlucht en hoopte in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen.

Kelvin: “Dat is hem goed gelukt. Na aankomst in Rotterdam werkte Jacob als handelaar op de markt. In 1884 ontmoet hij Rosa, die net als hij is gevlucht uit Rusland. Ze trouwen en gaan wonen in de Wijde Kerksteeg, de verbindingsstraat tussen de Laurenskerk en de Hoogstraat. Niet lang daarna krijgen ze zes kinderen: Hanna, Isaac, Jeanette, David, Louis. En Julius, de vader van Joe Shuster.”

‘Joe’s opa had jarenlang een bioscoop aan de Hoogstraat’

Holland Amerika Lijn

De vader van de Superman-tekenaar blijkt een geboren Rotterdammer te zijn. Hoe is zijn zoon Joe Shuster dan in Amerika terecht gekomen? Terwijl Jacob de Amerikaanse droom op het Rotterdamse witte doek toverde, ging Julius diezelfde droom in Amerika najagen. Hij was verliefd geworden op de joodse Ida die op doortocht was naar Canada, en besloot met haar mee te gaan. Ze varen met de Holland Amerika Lijn naar Halifax, waar ze na aankomst trouwen en Ida vrij snel zwanger wordt. In 1914 bevalt ze van hun zoon Joseph, de latere Joe Shuster. “Waarom de familie haar achternaam heeft veranderd, weet ik niet,” zegt Kelvin. “Ik vermoed dat ze daarmee haar nieuwe leven wilde omarmen. Maar waarschijnlijk was het ook een praktische keuze: Shuster was voor hun nieuwe landgenoten immers makkelijker uit te spreken dan Schustirowitz.”

‘Joe en Jerry gebruikten Superman als verzet tegen de Duitsers’

Als Joe tien jaar oud is, verhuizen de Shusters naar Ohio, Amerika. Daar ontmoet Joe op de middelbare school Jerry Siegel, zijn beste vriend waarmee hij het idee van een getekende superheld bedenkt. Jerry schrijft het verhaal, Joe tekent de strips erbij. Ze werken zes jaar lang aan hun Superman. In 1938 wordt uiteindelijk de allereerste Superman-strip ooit gepubliceerd. Wat blijkt: de superheld is een instant hit. De jongens zijn in één klap beroemd en maken strips voor dagbladen, tijdschriften en reclameposters. In de jaren die volgen krijgt de naziterreur in Europa steeds meer invloed op de avonturen van Superman. Kelvin legt uit: “Joe en Jerry waren zelf joods en zagen machteloos toe hoe hun lotgenoten in nazi-Duitsland werden onderdrukt. Ze wilden helpen, maar wisten niet hoe. Superman bleek het antwoord. Ze tekenden strips waarin Superman het opnam tegen de nazi’s en vele joden redde. Superman werd zo hun manier van verzet.”

Legendarisch

Hoewel Joe in Amerika woont, ziet Kelvin vanaf dit moment nog een andere verbinding ontstaan tussen de Superman-tekenaar en Rotterdam. Want terwijl Joe vanuit Amerika tekent hoe Superman tegen de nazi’s vecht, pakt zijn in Rotterdam achtergebleven neef Sjaak, ook tekenaar van beroep, daadwerkelijk de wapens op. Beide jongens vechten tegen nazi-Duitsland; de een met een potlood, de ander met een pistool. Kelvin: “Joe Shuster had dus niet alleen een Rotterdamse vader, hij had ook een Rotterdamse neef die het opnam tegen de Duitsers tijdens de aanval op de stad in 1940. Dat verhaal is niet alleen bijzonder, het is ook een niet eerder vertelde achtergrond over de striptekenaar die zo legendarisch is geworden.”