Kloppend hart van Rotterdam

Het gaat meer om de inhoud dan om het plaatje

Pascale Duin Tekst
Sanne Romeijn Beeld

Wie: Sanne Romeijn, www.sanneromeijn.com Wat: Fotografeerde achttienjarigen die dit jaar voor het eerst mochten stemmen Waarom: Omdat ze altijd leert van de mensen die ze portretteert

De eerstgeborenen van dit millennium mochten dit jaar voor het eerst stemmen. Wat houdt hen eigenlijk bezig? Fotograaf Sanne Romeijn verdiepte zich in de nieuwvolwassenen en verbaast zich over de wijsheid van de achttienjarigen die ze ontmoette. “Ik vraag me af hoe ik erin stond op die leeftijd. Het is echt een betrokken generatie.”

Romeijn fotografeert analoog met een grote middenformaatcamera: “Analoog fotograferen is bewust kijken en kiezen. Ik heb vijftien foto’s per rolletje, daar moet ik het mee doen. Ik vind dat proces heel fijn. Als het rolletje vol is, laat ik het ontwikkelen. En dan is het afwachten geblazen. Ik hou van het loslaten, om daarna de spanning te voelen als ik het resultaat kan bekijken. Ik weet soms echt niet of het heeft gewerkt, of dat iemand toch met zijn ogen knippert. Ik schoot altijd al analoog. Ik vond het een leuke manier om mijn vakantie opnieuw te beleven. Niet meteen naar het resultaat kijken, maar het juiste moment kiezen en wachten. Een paar weken nadat ik terug was, zag ik de foto’s pas. Dat moment was echt een cadeautje.”

Romeijn voelt zich het meest thuis in documentaire- en portretfotografie. “Ik heb altijd iets gehad met mensen en verhalen. Ik vind het interessant iemand te leren kennen en iets nieuws te ontdekken. Dat vind ik het leuke aan fotograferen: ik leg niet alleen iets vast, maar ik leer elke dag nieuwe dingen. Ze zeggen niet voor niets dat een fotograaf vaak ook antropoloog is. Mijn thema’s zijn identiteit, emotie en onderlinge banden. Het gaat vaak over de maatschappij. Het liefst gebruik ik onderwerpen die moeilijk te bespreken zijn. Zo heb ik een serie gemaakt over een goede vriend die een posttraumatische stressstoornis heeft. We bezochten de gesloten afdeling waar hij zat en plekken waar hij zich fijn voelde, of juist niet. Ik vroeg hem zijn ervaringen en emoties op te schrijven. Die emoties bundelde ik samen met de foto’s en onze WhatsAppgesprekken tot een boekje. Uiteindelijk kwam er ook een expositie in Amersfoort. Ik vind het belangrijk te laten zien dat zoiets bestaat. Mensen kwamen achteraf naar me toe en herkenden zich in het verhaal. Dat laat zien hoe fijn het is om dit te bespreken.”

Romeijn liep stage bij haar grote voorbeeld, fotograaf Dana Lixenberg. Ze portretteert bekende of onbekende mensen, allemaal op dezelfde manier. Prince, Donald Trump en Kate Moss, ze had ze voor de camera en behandelt hen hetzelfde als de onbekenden die ze langdurig volgde en vastlegde. “Ik besef soms nog steeds niet dat ik bij haar stage liep. Het was een prachtige tijd en ik mocht overal mee naartoe. Van de grootste fotobeurs van de wereld tot het fotovaklab waar ze haar werk analoog liet printen.”

De kracht van haar werk vindt Romeijn moeilijk te benoemen. “Ik ben er trots op dat ik dichtbij mensen kom. Dat mijn werk een verhaal vertelt. Ik word blij als ik lang ergens aan werk en dat het, als het af is, geworden is zoals ik het bedoelde. Het gaat me meer om de inhoud dan om het plaatje. Ik zie het als een studie naar de maatschappij. Ik leer. Daardoor ga ik bewuster om met de dingen om me heen.”

Anna Jongenotter (op haar werk bij Coolblue)

Jongenotter heeft politieke betrokkenheid van huis uit meegekregen. Voor de verkiezingen las zij de partijprogramma’s door om tot een oordeel te komen. “Ik word vrolijk van Rotterdammers. Ze hebben het hart op de tong en blijven vernieuwen. Ik erger me wel aan criminaliteit. Er wordt te veel gestolen en bijvoorbeeld een anti-intimidatie app, waarover ik pas las, zou niet nodig moeten zijn. Door het opstellen van strengere regels kan de gemeente dit misschien verminderen.” De geboren en getogen Rotterdamse hoopt ook dat de gemeente zich inzet voor betaalbare huurwoningen. Door de schaarste is ze bang dat ze genoodzaakt wordt in de toekomst naar een andere stad te verhuizen.

Esra van der Heijden (op haar stageplek basisschool Cosmicus)

Haar lagere schooltijd bracht Van der Heijden door in Oss. Nu woont ze al tien jaar in Rotterdam, inmiddels in de wijk Charlois, en ze ziet de stad vergroenen. Ook ziet ze een hogere betrokkenheid bij de buurt ontstaan. “Ik vind de straat waar ik woon een voorbeeld voor de stad. We groeten elkaar en organiseren van alles om het gezellig te maken, zowel voor kinderen als ouderen. Bijvoorbeeld straatspeeldagen, wat drinken met elkaar of de straatkerstboom versieren. Mijn wens is dat in de hele stad terug te zien. Een tip aan de gemeente is de aantrekkelijkheid voor studenten te verhogen. Ik mis faciliteiten die steden als Utrecht, Leiden of Wageningen bieden. Een ander aandachtspunt vind ik de overlast van hangjongeren. Wat meer politie op straat in de avonduren kan dit misschien verhelpen. Ja, veiligheid en rust. Dat gun ik mensen.”

Jenaï Silverio (bij haar school, het Libanon Lyceum)

De achttienjarige Silverio had zich vooraf: “Een beetje verdiept in de verkiezingen. Ik ben veel weg en bezig met school.” Tot haar achtste woonde ze in Rotterdam. Toen verhuisde ze naar Utrecht, een moeilijke stad om haar draai te vinden zegt ze zelf. Ze is dan ook blij weer in Blijdorp te wonen. “Ik vind de sfeer in Rotterdam fijn en de mensen gezellig. Ook als ik uitga, ik heb veel mogelijkheden. Ik doe eigenlijk alles op de fiets. Ik vind het lastig als straten opgebroken zijn omdat ik dan heel ver moet omfietsen. Op zo’n moment vind ik de stad weleens een zooitje ongeregeld. Aan de andere kant duurt zo’n wegomlegging nooit lang. Het gaat steeds beter met Rotterdam. Kijk naar de buurt bij Coolhaven. Daar is het zo mooi opgeknapt. Of het Vroesenpark met het paviljoen. Superleuk. Verbetertips? Nee, het gaat goed met de stad.”

Sven de Groot (bij accountantskantoor Yuki)

De Groot studeert accountancy. Gaat daarna door voor fiscaal strafrechtadvocaat. Na dit jaar heeft hij vier jaar hbo voor de boeg, met aansluitend de universiteit. “Rotterdam is een superfijne stad en mooi zoals het is. Ik vind het belangrijk dat echt Rotterdamse dingen, zoals de Hef, behouden blijven. Mooi om te zien dat we daar moeite voor doen.” Zelf woont hij in Blijdorp met zijn ouders. “Blijdorp is dorps en veilig. Iedereen let op elkaar. Dit is jammer genoeg niet in iedere wijk het geval.” Hij vindt het belangrijk dat zijn leeftijdsgenoten nadenken over de wereld en hun stem uitbrengen. “Ik zie veel zwerfafval; dat is deels de verantwoordelijkheid van mensen zelf, maar we betalen ook belasting. En in het ov zie ik uitpuilende trams en metro’s. Dat is ook wel een aandachtspunt.”

Stan Jansen (op atletiekbaan Nenijto in Blijdorp)

Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen werd het zaadje gepland voor zijn interesse in politiek. Nu mag hij voortaan zelf naar de stembus. “Ik ben trots op de architectuur van Rotterdam, de diversiteit aan culturen en de vooruitstrevendheid. Neem de Maasvlakte. Die zit vol innovatie en verduurzaamt in rap tempo. Ik zie die verduurzaming graag terug in de stad. Geef fietspaden meer aandacht en verspreid ov-fietsen over de stad. Ik ben opgegroeid op de Kop van Zuid, tussen jonge hoogopgeleide gezinnen. Een contrast met de wijken eromheen, waardoor bewoners weinig mengen. Ik zie dit soort eilandjes in de hele stad terug. Het Jeugdsportfonds vind ik een prachtig initiatief: ieder kind verdient toegang tot sport. Sporten is goed voor hun gezondheid, een sociale aangelegenheid en een uitlaatklep.”

Valery Soewarto (bij haar thuis in Rotterdam-Zuid)

Soewarto woont haar hele leven al op Zuid. Naar school gaan doet ze in het centrum, waar ze dit jaar hoopt af te studeren als juridisch medewerker. “Misschien dat ik later naar Amsterdam verhuis. Ik ben echt voetbalfan en hou van Ajax. Toch vind ik Rotterdam mooier dan Amsterdam. Het is hier rustiger en we zijn lekker multiculti. Op Zuid voelt het dorps, de mensen zijn warm. Ik erger me wel aan de hangjongeren in de buurt. Dat lijkt in andere delen van Rotterdam minder te zijn. Met politiek hou ik me nog niet bezig. Ik heb het gevoel dat stemmen weinig zin heeft en partijen niet echt geïnteresseerd zijn in wat hier speelt. Als ik ouder ben, wil ik me er wel in verdiepen. Nu hoeft het voor mij niet.”