Rotterdam kent veel mooie en bijzondere plekken. Maar wat is nou het beste van Rotterdam? De drie mannen achter Gers! kiezen om beurten een plek die zij speciaal vinden. Arjen van Riel neemt een kijkje in het Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam; een thuis ver van huis voor de ouders, broertjes en zusjes van ernstig zieke kinderen.
Het is stil in het Ronald McDonald Huis aan de Wytemaweg. Het is half tien ’s ochtends en de gasten zijn vrijwel allemaal vertrokken naar het naastgelegen Sophia Kinderziekenhuis. Daar, op de intensive care-afdeling, ligt hun kind dat elke dag voor zijn of haar leven moet vechten. Het liefst zouden ze helemaal niet wijken van het ziekenhuisbed, maar op de ic ontbreken extra slaapvoorzieningen. Het Ronald McDonald Huis biedt daarom voor ouders, maar ook voor broertjes en zusjes, de mogelijkheid om op een steenworp afstand van het ziekenhuis te logeren. Soms voor een paar nachtjes, maar soms ook een paar maanden of zelfs een jaar. “We maken een nachtzoen mogelijk”, vat manager Monique de Bree-Tromp de missie van het Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam, zoals de stichting officieel heet, samen.
‘Specialisten van het ziekenhuis zijn altijd welkom, maar niet in witte jassen’
Luisterend oor
Met drie collega’s en een team van 170 vrijwilligers zet Monique zich elke dag in om voor de gezinnen een fijn thuis ver van huis te creëren. Deze ochtend is het de beurt aan Rob, Anneke en Christine, drie opgewekte vrijwilligers die niet terugdeinzen voor een klusje meer of minder. Ze beantwoorden de telefoon, leiden nieuwe gasten rond, zorgen voor schoon gestreken beddengoed en houden de gezamenlijke ruimtes spic en span. En alsof dat al niet genoeg is, staat deze week ook nog ‘gordijnen wassen’ op de to-do-lijst. “Thuis heb ik nooit zin om dat te doen, maar hier vind ik het geen probleem. We hebben een leuk team en je voelt je ontzettend nuttig hier”, zegt Christine over haar motivatie om elke week een handje te komen helpen. Voor Anneke is er nog een reden dat ze dit werk doet: “Ik weet wat het is als je kind in het ziekenhuis ligt. Het is alweer een tijd geleden, maar als ik eraan denk, raakt het me nog steeds. Uiteindelijk ben ik er sterker door geworden en kan ik gasten een hart onder de riem steken wanneer ze dat nodig hebben.” Arjen: “Dus naast dat jullie allerlei karweitjes opknappen, bieden jullie ook een luisterend oor?” Rob: “Ja, dat gaat eigenlijk vanzelf. Als mensen zich aanmelden, vertellen ze vaak waarom ze hier zijn. Of je hebt een keer terloops contact in de keuken. Natuurlijk komt het ook weleens voor dat mensen helemaal geen zin hebben in een praatje, maar dat voel je snel genoeg aan. Wij zijn er om hun verblijf iets dragelijker te maken en omdat we weten voor wie we het doen, doen we het graag.”
Ontspannen sfeer
Terwijl er achter de schermen hard wordt gewerkt, valt het Arjen op dat de sfeer in het Huis bijzonder rustig en ontspannen is. Monique: “We willen de gasten graag een veilige thuishaven bieden waar ze zich even kunnen terugtrekken. Hierbinnen houden we de medische wereld daarom bewust op afstand. Specialisten van het ziekenhuis zijn altijd welkom, maar niet in witte jas.” Dat is ook de reden dat er binnenshuis geen doorgang is naar het ziekenhuis. “Gasten ervaren het ommetje dat ze moeten maken als een fijne onderbreking van alle hectiek. Door even buiten te zijn, krijgen ze weer het gevoel deel uit te maken van de wereld.”
Er is maar één plekje in het Huis waar de oase van rust vrolijk verstoord wordt, ontdekt Arjen niet veel later. Op het Speeldek naast de hoofdingang van het kinderziekenhuis maakt een klein groepje kinderen driftig muziek. Een meisje met donkere krulletjes gekleed in een zwierige flamencojurk speelt deuntjes op een xylofoon. Een blond jongetje slaakt elke keer als hij op zijn trommel heeft geslagen, een vrolijke kreet. Monique: “Terwijl hun broertjes of zusjes worden behandeld in het ziekenhuis, kunnen zij hier fijn spelen. En de ouders kunnen met een gerust hart bij hun zieke kind zijn.”
Zusje op de ic
De driejarige Kaylee-Ann Jackson is bijna dagelijks te vinden op het Speeldek en ze heeft het er duidelijk naar haar zin. Als ze lacht, dansen de vlechtjes in haar haar vrolijk om haar hoofd. Later hoort Arjen waarom ze hier is. Haar zusje Delaney ligt op de ic. Twee maanden geleden is ze hier met haar ouders Rigselyn en William uit Den Haag hals over kop naartoe gekomen. Moeder Rigselyn vertelt: “Om zes uur ’s ochtends is Delaney met een ambulance naar het Sophia Kinderziekenhuis gebracht. Na een operatie, diverse complicaties en vele onderzoeken is ze nu gelukkig stabiel, maar zo nodig staan we ’s nachts binnen een mum van tijd aan haar bedje.” William: “Van ’s ochtends tot ’s avonds zijn we bij haar. En in het Ronald McDonald Huis hebben we een fijne thuisbasis. Je kunt hier zelf wassen, zelf koken, familie ontvangen en zelfs verjaardagen vieren. Je doet wat je thuis ook doet. Maar dan op loopafstand van Delaney.” William en Rigselyn ervaren het contact met de andere ouders als een fijne steun. “We maken allemaal ongeveer hetzelfde mee. Dat schept een band.”
Arjen: “En hoe is het voor zusje Kaylee-Ann om hier te zijn?” Rigselyn: “We merken dat de balans die we hier vinden, ook goed is voor haar. In het begin vond ik het moeilijk om haar naar het Speeldek te brengen, maar al snel merkte ik dat ze het daar erg leuk vindt. Dat heeft ook te maken met de vrijwilligers en het management. Iedereen is zo warm en betrokken. We voelen ons enorm welkom.”
Toegewijd team
Monique benadrukt dat de inzet van vrijwilligers in heel veel opzichten waardevol is. “Vanuit persoonlijke betrokkenheid en hun positieve houding, maar ook financieel gezien. Het Huis wordt namelijk niet gesubsidieerd en is volledig afhankelijk van giften en donaties van particulieren en bedrijven. En van de vrijwilligers. Het is heel bijzonder om met zo’n enorm toegewijd team samen te werken.”