Kloppend hart van Rotterdam

Kapitaal

Dean Bowen Tekst

Een jaar en een beetje geleden waagden ik en mijn lief dan toch de sprong in het diepe. Nee, niet dat contract dat je ondertekent, waarmee je aan de staat belooft voor altijd bij elkaar te blijven. Een ander soort sprong. We lieten Crooswijk achter en vertrokken richting Rotterdam-Zuid.

Nu gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat ik daarvoor praktisch nooit op Zuid te vinden was. Een paar keer Metropolis Festival meegepakt. In het oude Zuidplein Theater een voorstelling gezien. Hip doen in het zonnetje aan de Paul Nijghkade toen de Fenix Food Factory er nog was. Eens in de zoveel tijd vrienden die er al woonden opzoeken, om vervolgens het eerste half uur dat ik bij ze op de bank zat te klagen over dat ze zo ver van alles wonen en hoe ongemakkelijk dat wel niet voor mij was. Je kent het wel. Van die dingen die je doet aan de andere kant van de Nieuwe Maas als je er zelf niet je hoofd te rusten legt. Veel meer dan dat was het niet. Waarom dan toch die kant op?

Nou ja, als twee zelfstandigen in de culturele sector die, zolang als dat ze in dit kouwe kikkerlandje blijven wonen, geen enkele andere stad thuis willen noemen, zijn de keuzes met betrekking tot waar en hoe te wonen in de stad niet bijzonder breed. Rotterdam kampt al een behoorlijke tijd met een woningnood en als zelfstandigen in een niet bepaald hyper-commercieel segment van de sector is de mogelijkheid op een hypotheek die de oplopende huizenprijzen in de stad kan bijbenen een idee dat wij niet wensen te entertainen. Maar een mens wil wel comfortabel wonen, met als het even kan een selectie aangename buren. En zo was het dat de goden ons in de zomer van 2019 goedgezind waren en er een prachtig appartement beschikbaar kwam dat voldeed aan alles wat we wilden. Bijkomende zaak was dat we ervoor naar de wijk Carnisse moesten verhuizen. Een gegeven waar we toch even op wilden broeden. Daar hadden we echter niet te veel tijd voor. Het gaat er hard aan toe op de woningmarkt. Ook in het huursegment. Dus: een week na het vinden van ons pareltje aan het andere eind van de stad, tekenden we het contract dat onze verhuizing zou betekenen.

Nu staat Carnisse bekend als ‘focuswijk’. Dat is een politiek eufemisme voor ‘probleemwijk’, waarbij het ook meteen een van de wijken is die valt onder de gewraakte Rotterdamwet. Een wijk die gecategoriseerd wordt als onveilig, slecht onderhouden en overlastrijk. Maar daar gaat er toch iets mis. Het is een dergelijke categorisering die iets fundamenteels over het hoofd ziet. Namelijk dat er juist in deze wijk een ongelofelijke overvloed aan rijkdom is. En dan heb ik het niet over de koopkracht van de gemiddelde bewoner. Waar ik het over heb is de liefde die de mensen hier hebben voor het stukje Rotterdam dat ze thuis zijn gaan noemen. Dat ik thuis ben gaan noemen. Er gebeurt namelijk van alles. De buren hier in de straat groeten elkaar. Er zijn ongelooflijk veel grassroots initiatieven. Het is een gebied dat leeft en waar geleefd wordt. Om de hoek staat een uniek stukje Rotterdams erfgoed in de vorm van het lokale wijnbarretje Koffie & Ambacht. In de zomermaanden, als de schoolgaande jeugd vakantie heeft, worden er in het parkje voor m’n deur activiteiten georganiseerd door mensen met een hart voor de buurt. Of zoals mijn Vlaamse vrienden weleens zeggen: ‘C’est en marche’.

Wat ik bedoel te zeggen is dat we hier kapitaal kennen. En dan niet noodzakelijk in de zin van vette bankrekeningen en in waarde stijgend vastgoed. Waar ik het over heb is cultureel kapitaal. De soort die een stad, een wijk of een straat maakt tot wat ze is. De soort die van instrumentaal belang is in de feel van een stad. Een die absoluut meegenomen dient te worden in de gesprekken die nu gevoerd worden over de herontwikkeling van dit gebied.

Want her en der heb ik geluiden op mogen vangen over de potentie van dit gebied, om tot een tweede Katendrecht omgevormd te kunnen worden. En het is precies dat denken dat een stad haar ziel kan doen verliezen. En wat deze stad aangaat mag er wat mij betreft altijd gedroomd worden. Zolang we niet vergeten op wiens ruggen die dromen gehesen worden.