Als je je ergens thuis wilt voelen, pas je je omgeving aan. In een huis doe je dat door het zo aan te kleden dat het jouw identiteit weerspiegelt. Door familie- of vakantiefoto’s op te hangen bijvoorbeeld. En door te kiezen voor een bepaalde stijl in de inrichting. Met taal is het niet anders. We passen onze taal aan, zodat het weergeeft wie we zijn. En vooral: zodat we ons er ‘thuis’ bij voelen.
Het Rotterdams is een sprekend voorbeeld van een taal die laat zien wie we zijn en waar we voor staan. De uitspraak van de ‘oo’ als ‘oow’ en het gebruik van ai voor ei in ‘Hofplain’, maar ook de klemtoon op coolSINgel en niet COOLsingel laten zien dat je een trotse Rotterdammert bent.
Ga je je huis inrichten, dan speelt er onbewust van alles mee: waar je vandaan komt, hoe oud je bent en welke opleiding je hebt genoten, bijvoorbeeld. Je neemt het allemaal mee om zo jouw eigen vertrouwde ruimte te creëren. Dit doe je dus met taal ook. Het zegt een hoop over wie je bent. Zo zul je de wat oudere Rotterdammers vaak het woord ‘onlaatst’ (= onlangs) horen gebruiken. Een typisch Rotterdams woord, maar het zal niet snel uit de mond van een jongere stadsgenoot rollen. Ook ‘we stingen in de Kuip’ (in plaats van; we stonden) geeft aan dat we hier met een oudere generatie supporter te maken hebben. Jongeren passen het ‘interieur’ van hun taal vaak weer aan naar de multiculturele maatschappij waarin ze wonen: ‘Hebbie nog doekoe’ (Surinaams voor geld) of ‘Ga je mee chillen’ (Engels voor ontspannen)?
Het Rotterdams verandert dus mee met de sprekers ervan. Precies zoals de inrichting van hun woningen door de tijd heen verandert. Maar het blijft altijd onmiskenbaar Rotterdams. Jong of oud, hoog- of laagopgeleid, van Noord of Zuid. Dankzij de heerlijk herkenbare tongval en unieke uitspraak maakt het niks uit; we zijn allemaal Rotterdammer. Dat is wie we zijn, dat is ons aller thuis.
Prof. Dr. Marjo van Koppen is naast ras-Rotterdamse ook taalwetenschapper, hoogleraar variatielinguïstiek van het Nederlands aan de Universiteit Utrecht en senioronderzoeker aan het Meertens Instituut. Ze geeft regelmatig lezingen en is gespecialiseerd in de zinsbouw van Nederlandse dialecten.