De enig juiste winnaar van de Rotterdam Marketing Award, Martin van Waardenberg, riep het al vanaf het podium in het WTC: “Er moet weer een Filmfonds in Rotterdam komen.” De maker van de leukste Rotterdamfilm aller tijden – De Marathon – deed er laatst, vlak voor de verkiezingen, nog een schepje bovenop. In het AD/RD liet hij weten dat er geld van het landelijke fonds onze kant op moet komen, om de filmindustrie in onze stad een kans te geven. Er moet een filmacademie komen, studio’s, producenten en een regionale serie op RTV Rijnmond. “Rotterdam kan zoveel meer dan dozen schuiven en baggeren.”
Ik ben het roerend met Martin eens en ik hoop dat de nieuwe politiek de filmdraad weer oppakt: nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik zou aan zijn pleidooi nog iets willen toevoegen. Het ‘oude’ Rotterdamse Film Fonds kende het fenomeen ‘Kort Rotterdams’. Dat was een jaarlijks project dat jong Rotterdams talent in staat stelde een kort filmpje te maken. Ieder jaar werden er zo’n vijf jonge cineasten-in-de-dop geselecteerd door een onafhankelijke jury. Zij kregen een extreem klein budget om een filmpje te maken. Minstens zo belangrijk was de begeleiding die ze kregen van professionals. Kortom, het was een geweldige leerschool voor aanstormend filmtalent.
‘Een prille Oscaruitreiking met verrassende resultaten’
Tijdens het International Film Festival werden de vijf eindresultaten vertoond. De grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg zat dan helemaal vol met betrokkenen: makers, acteurs, technici, familie en vrienden. Een prille Oscaruitreiking, met soms verrassende resultaten. Zo mocht Ari Deelder in 2007 haar debuut maken als regisseur. Een verfilming van een hilarisch verhaal van vader Jules: ‘Niks tegen Kees zeggen’. Met glansrollen voor Aat Ceelen en Raymonde de Kuyper. Op mijn vraag aan Ari of ze iets had gehad aan die eerste ‘Kort Rotterdams’ vingeroefening zei ze kort en bondig: ‘Zeker’.
Daarom moet ‘Kort Rotterdams’ weer terugkomen. Hier ligt een mooie taak voor de nieuwe Creative Commissioner. Breng partijen bij elkaar, strik erom en klaar is Kees. Of hoe die ook moge heten. Ze hoeven tegen mij niks te zeggen. Gewoon doen.