Rotterdammers maken Rotterdam

‘Loopuyt-gin is bedoeld voor de fijnproever’

Anouk Ama Tekst
Marieke Odekerken Beeld

De nabestaanden van Jan Loopuyt moeten vreemd hebben opgekeken toen de Schiedamse verzekeraar Jan Van Stigt Thans hun naam, pand én stookverleden overnam om een eigen gin te gaan maken. De gelijkenissen zijn zo opvallend dat het nog maar de vraag lijkt of Jan Loopuyt niet is gereïncarneerd in Van Stigt Thans. Tijdens het gesprek wordt echter al snel duidelijk dat hij meer is dan een Loopuyt-lookalike: de eigenzinnige ondernemer heeft het merk niet alleen nieuw leven ingeblazen, maar ook veranderd in een mysterieuze subcultuur waarin alles draait om beleving.

Wie de Lange Nieuwstraat in Schiedam bezoekt, maakt een flinke sprong terug in de tijd. De hoge, historische panden aan weerszijden van de straat omarmen een Victoriaans park met romantische bloesembomen en slingerende wandelpaden. Jan van Stigt Thans vertelt dat dit het eerste aangelegde stadspark van Nederland is. Stel je voor hoe het er hier rond 1850 uitgezien heeft, tijdens de hoogtijdagen van de Schiedamse jenever: mannen met hoge hoeden die discussieerden over de kwaliteit van de jenever en de internationale status van Schiedam als jenevermekka.

Eén van die mannen was Jan Loopuyt: de succesvolle, Schiedamse ondernemer die naast zijn assurantiekantoor ook jenever stookte. Het bleek een gouden combinatie, want Loopuyt liet al snel een groot en statig bedrijfspand bouwen aan de Lange Nieuwstraat 101. Zes generaties lang brouwt de Loopuyt-familie hier haar jenever, totdat de concurrentie rond 1950 zo groot wordt dat de verkoop stopt.

Charme

Na de stop raakt ook het eens zo indrukwekkende pand in verval. De gevel brokkelt af, het skelet stort langzaam in en planten bezetten de scheuren in het gebouw. Terwijl andere pakhuizen in de straat worden omgevormd tot dure bedrijfspanden en lofts, verdwijnt het Loopuyt-pand met haar geschiedenis steeds meer naar de achtergrond. Totdat de geboren Schiedammer en antiekliefhebber Jan van Stigt Thans het gewonde pand in 1993 uit haar lijden verlost: “Vijf jaar eerder had ik een deel van mijn vaders assurantiebedrijf overgenomen en daar zocht ik een bedrijfspand voor. Het Loopuyt-pand vond ik erg mooi, maar het was ook in zo’n slechte staat dat ik me afvroeg of het de investering waard was. Uiteindelijk viel ik voor de potentie ervan. Ik hoopte dat het, eenmaal opgeknapt, zou bijdragen aan het succes van mijn bedrijf.”

‘Onze gin is heel zuiver, waardoor je er geen hoofdpijn van krijgt, tenzij je er te veel neemt natuurlijk’

Stookmeester

Toen Van Stigt Thans het pand kocht, wist hij weinig over de geschiedenis erachter. Hij kende de Loopuyt-familie en hun jenever wel, maar wat zich precies had afgespeeld in het huis wist hij niet. De restauratie onthult niet alleen charmante details, maar legt ook stukjes geschiedenis van de Loopuyts bloot. Zo stookten de Loopuyts naast jenever ook gin in het pand. “Dat bracht me op ideeën”, vertelt Van Stigt Thans. “Ik had al vijfentwintig jaar een verzekeringskantoor en was toe aan iets nieuws. Door de historie van het pand werd ik enthousiast om ook gin te gaan maken. Qua timing kwam het perfect uit: de gin-tonic was net doorgebroken in Nederland en tien jaar eerder had ik de naam Loopuyt overgenomen; die was sinds 1950 weer beschikbaar. Maar waar moest ik beginnen? Ik had weleens jenever gestookt, maar gin was nieuw voor mij. Daarom vroeg ik stookmeester Jaco van der Leun, die ik kende van het jeneversgilde, mij te helpen. Van der Leun was eerder meesterdistillateur geweest bij het Jenevermuseum en wist veel over het stoken van jenever en gin.”

Hoofdpijn

Twee jaar lang werken Van der Leun en Van Stigt Thans aan de gin, in een bovenkamer van het Loopuyt-pand. Daarbij proberen ze niet te veel te leunen op recepten van vroeger maar echt een nieuw product te maken. Vanaf het begin zijn de voorwaarden duidelijk: de gin mag alleen natuurlijke producten bevatten, moet een toegankelijke en uitgebalanceerde smaak hebben én moet perfect te mixen zijn met tonic. Van der Leun en Van Stigt Thans proberen verschillende distillaten uit. Ze proeven, voegen wat toe, strepen wat weg, proeven weer en komen uiteindelijk tot een twaalfkoppige combinatie die het drijvende hart van de gin vormt. Bessen, fruit, specerijen en kruid worden gemengd tot een gelaagde maar soepele gin, nadat ze eerst apart van elkaar zijn gedistilleerd. “Onze gin is daardoor heel zuiver”, verduidelijkt Van Stigt Thans. “Na het drinken krijg je daarom geen hoofdpijn. Tenzij je er te veel neemt natuurlijk.”

Porseleinen theeglazen

Als zijn gin in 2014 klaar is om de markt op te gaan, begint het avontuur voor Van Stigt Thans pas echt. Loopuyt-gin moet het nu gaan opnemen tegen gevestigde namen als Hendricks en Tanqueray. Wil hij succesvol worden, dan moet Van Stigt Thans zich op meer manieren onderscheiden dan alleen apart gedistilleerde ingrediënten. Zijn product moet meer zijn dan gin alleen: een beleving in plaats van een merk. Daarom verstopt hij in elke flessendop een houten munt, waarmee de vinder eenmalig gratis toegang krijgt tot zijn speakeasy: een geheime kroeg in het Loopuyt-pand met een boksring, een barbershop en gin uit porseleinen theeglazen. Van Stigt Thans verklapt hier en public niets over. Sporadisch laat hij een hint vallen, die gretig wordt doorverteld door mensen die zich daardoor nietsvermoedend gedragen als ambassadeurs van Loopuyt. Al snel ontstaat rond de Loopuyt-gin een mysterieuze wereld à la Sjakie en de Chocoladefabriek, waardoor het merk razend populair wordt.

Dwarsverband

In drie jaar tijd weet Van Stigt Thans zijn gin op de drankplank van zowel winkels als horecazaken door heel Nederland te krijgen. In de toekomst wil hij graag de grens over naar België, Duitsland en misschien zelfs Amerika. Stopt hij dan met zijn assurantiekantoor? “Integendeel”, antwoordt hij: “Ik wil juist een dwarsverband leggen tussen mijn kantoor en de gin. Alle zaken die Loopuyt verkopen, wil ik gaan proberen te verzekeren.”

Daarmee treedt Van Stigt Thans verrassend goed in de voetsporen van voorganger Jan Loopuyt. Ook hij verkocht zijn gin over de hele wereld en wist de Loopuyt-verkooppunten aan zich te binden met zijn verzekeringen. “Het enige verschil is dat wij de panden iets teruggeven in ruil voor hun verzekering bij ons”, nuanceert Van Stigt Thans: “Zij krijgen namelijk een bijzondere jenever om te verkopen, die wij speciaal en alleen voor hen distilleren.”

Nippen

De aandacht voor zulke details getuigt niet alleen van een slimme marketingstrategie, maar ook van een voorliefde voor vakmanschap en ambacht. Van Stigt Thans houdt van dingen die met eerlijkheid zijn gemaakt. Dat zie je niet alleen terug in de finesse van de drank, maar ook in het gerestaureerde pand en in de belangstelling voor kunst en antiek. Alles is met zorg samengesteld en bedoeld om de ultieme beleving te creëren. Want daar draait het volgens Van Stigt Thans allemaal om. “Ook daarin verschil ik van Jan Loopuyt”, concludeert hij. “In zijn tijd was er armoede en weinig werk en dronk men gin om de ellende te verzachten. Dat is nu niet meer zo. Mijn Loopuyt-gin is dan ook niet bedoeld om achterover te tikken, maar om te mengen in cocktails en rustig van te nippen. Maar verder lijken we inderdaad veel op elkaar.”

De gin van Deelder

Voor de 75e verjaardag van Jules Deelder heeft Van Stigt Thans een speciale hardgin gedistilleerd: Deelder Hard Gin. Hij is bitterder en kruidiger dan de normale gin, want die vond Deelder te lief. De Deelder Hard Gin is een uitzondering op de regel: zij is tijdelijk verkrijgbaar. Elke fles is genummerd, heeft een matzwart uiterlijk en draagt een gedicht van Deelder.

Prijs: 75 euro. Wil je er een hebben, bestel ‘m dan via info@loopuyt.com. Wees wel snel, want er worden maar 1944 flessen gemaakt (naar het geboortejaar van Jules Deelder) en de verkoop gaat hard.