Kloppend hart van Rotterdam

‘Het is geen poging tot zelfmoord’

Lotte Kuhlmann Tekst
Lennaert Ruinen Beeld

De Mount Everest beklimmen met de kans nooit meer terug te keren. Je moet het maar durven. Rotterdammer en beroepsavonturier Eric Arnold (35) is op dit moment voor de derde keer onderweg naar het Himalayagebergte om de klim van werelds hoogste berg te voltooien. Gers! sprak hem vlak voor vertrek.

Het begon op zijn zeventiende bij de kapper. “Ik las een boek over de Mount Everest en was meteen geïntrigeerd. In 2008 besloot ik bij een klimklasje te gaan.” Na vier jaar oefenen vond Arnold dat hij er klaar voor was. 

‘De top bereiken is optioneel. Terugkeren is een prioriteit.’

Dus reisde hij in 2012 voor het eerst af naar Nepal om de Everest te beklimmen. “250 meter voor de top moest ik terugkeren. Het weer was verschrikkelijk en mijn oog was bevroren. Het lijk misschien niet veel maar die 250 meter is drie á vier uur klimmen. Het was het niet waard. De top bereiken is optioneel. Terugkeren is een prioriteit.”

Extra kilo’s

Wie de Mount Everst wil beklimmen, moet zich goed voorbereiden. Op het hoogste punt is één derde minder zuurstof dan op zeeniveau. Je lichaam kan zich aanpassen, maar in kleine stappen. Een tocht duurt dan ook acht weken. Vanaf het basiskamp klim je in etappes naar vier hoogtekampen. Wie het eerste hoogtekamp heeft bereikt, daalt weer af naar het basiskamp om vervolgens naar het tweede hoogtekamp te klimmen en weer terug te keren. Dit alles is nodig om het lichaam aan het lage zuurstofpercentage te laten wennen.

Arnold bereidt zich thuis goed voor. Naast flink sporten (fietsen, zwemmen, lopen en krachttraining), slaapt hij in een speciale hoogtetent. Daar kan hij wennen aan het zuurstofverschil en maakt zijn lichaam extra rode bloedlichaampjes aan. Ook eet hij meer. “Je valt tijdens de tocht ruim acht kilo af en teert volledig op je reserves. Daarom heb ik dit jaar meer gegeten, zodat ik meer kilo’s heb te verbranden.”

Ronduit klote

In 2013 stond Eric op het punt weer richting Nepal te gaan, toen hij tijdens een dagje schaatsen gewond raakte. “In 2012 vermeed ik alle risico’s. Ik ging zelfs niet voetballen. Nu besloot ik tóch met vrienden mee te gaan. Iemand gleed uit op het ijs en sneed met zijn schaats m’n achillespees doormidden. Dat was ronduit klote. Ik heb zes maanden moeten revalideren.”

Na die revalidatie begon het te kriebelen en in 2014 vertrok Arnold opnieuw richting de Himalaya. Ook dit keer zonder succes. Een grote lawine trof het basiskamp; zestien mensen kwamen om. “Je weet dat dit soort dingen gebeuren voordat je aan de tocht begint en je kunt niets doen. Je zit in een overlevingsmodus. Stap voor stap. Je weet dat niemand je kan helpen als je in de problemen komt.”

Geen poging tot zelfmoord…

Arnold volhardt: hij vertrekt een derde keer. “Mijn sponsor zei in 2014: ‘als je nog een keer wil, dan gaan we ervoor.’ Daar heb ik wel even over nagedacht. Na twee maanden dacht ik: ik vergeef het mezelf nooit als ik deze kans niet neem.” Bang is hij niet. “Het is een risico dat je neemt. Het is geen poging tot zelfmoord, ik heb me goed voorbereid en ik weet wat ik moet doen om ongelukken te voorkomen. Iedereen kan overlijden op de Mount Everest, maar ik wil de laatste zijn. Ik wil alles gedaan hebben om de top te bereiken.”

‘Klimmen maakt mij Eric en dat zou ik niet willen missen.’

Tegenslag en succes

Zijn familie is opgelucht als Arnold weer voor de deur staat, maar ze houden hem niet tegen. “Ze kennen me en zouden dit nooit uit mijn hoofd praten. Klimmen maakt mij Eric en dat zou ik niet willen missen.” Het zal even slikken zijn als Arnold dit keer de top wel bereikt. “Ik kan goed met tegenslagen omgaan, maar niet zo goed met succes. Als het lukt, dan raak ik mijn droom kwijt en zal ik iets nieuws moeten bedenken.” Na de tocht zal Arnold blij zijn naar huis te gaan. “Zodra ik de top heb bereikt, wil ik zo snel mogelijk naar huis. Het is een paar dagen lopen terug naar het basiskamp en dan wil ik het vliegtuig in. Als ik dan straks de Van Brienenoordbrug weer over rijd, ben ik echt thuis.”

Volg Arnolds tocht op zijn blog en lees over zijn werk als ambassadeur van het ALS-project MinE via http://www.ericarnold.nl/blog/ en http://www.projectmine.com/