De in Kabul geboren en getogen Zaher Banai gaat in 1980 in de Russische stad Rostov aan de Don medicijnen studeren. “Ik keerde als basisarts terug naar Afghanistan om mijn opleiding tot chirurg af te ronden”, vertelt Banai beheerst in Huisartsenpraktijk Keizerswaard waar hij vier dagen in de week werkt.
Hij studeert af in een land dat afglijdt richting burgeroorlog. “Rusland was binnengevallen in Afghanistan en de Mudjaheddin hadden de wapens opgepakt om ze te verdrijven. Het was een verschrikkelijke tijd. Stond ik iemand te opereren, sloegen de raketten in en kwamen er veertig nieuwe gewonden binnen. Daar kun je niet tegenop werken; je voelt je nutteloos. Ik werd ook vaak bedreigd. Als er een gewonde binnenkwam, kwamen zijn vrienden mee. Zij stonden voor de operatiekamer met geladen Kalasjnikovs: ‘Hij moet leven, anders doden we jou’. Maar een man kan met één kogel meer kapotmaken dan ik kan herstellen. Op een avond, toen we iemand niet konden redden, zijn mijn assistenten en ik door het raam en via een ladder gevlucht.”
Banai leeft in constante angst in een stad die verwoest is en waar normaal leven onmogelijk geworden is: “Je komt op het punt dat je denkt: ik verlies niks als ik nu zou overlijden. Maar mijn zin om te leven was zo groot, dat ik gevlucht ben. Ik wilde weer kunnen ademhalen, de straat over kunnen steken zonder bang te zijn dood te gaan.”
Via Pakistan en Rusland komt Banai in Nederland terecht. Hier komt hij opnieuw in een zeer frustrerende situatie terecht: “Ik heb drie jaar op een verblijfsvergunning gewacht. In die tijd leerde ik Nederlands, maar daardoor geloofden de instanties soms niet dat ik ergens anders geboren was dan in Nederland.” Uit pure frustratie naait Banai op een gegeven moment zijn mond dicht. “Ik ben daar niet trots op, want het is een soort chantage. Maar ik werd gek van het wachten.”
Zijn actie helpt wel: hij krijgt een vergunning en mag in Rotterdam aan het Erasmus Medisch Centrum coschappen lopen. Zo diplomeert hij zich als huisarts. “Ik wilde toch meer dan alleen ademhalen. Ik wilde me nuttig maken voor het land dat mij ontvangen heeft en me een nieuwe toekomst gegeven heeft.”
Dat valt Banai momenteel wel zwaar: “Als buitenlander werk je twee keer zo hard om erbij te horen en jezelf te bewijzen. Kijk naar mij, ik ben zo ingeburgerd dat stamppot boerenkool mijn lievelingseten is! Toch zie ik steeds meer xenofobie en politici die angst gebruiken voor hun carrière. Maar kijk naar de kennis die mensen zoals ik meebrengen. Zie de toegevoegde waarde en drive die wij hebben om iets positiefs te brengen in ons nieuwe thuisland.”