Rotterdammers maken Rotterdam

Goeie ouwe tijd!

Karin Koolen Tekst
Petra van der Veer Beeld

Parkzicht, de Baja, Nighttown… Door de jaren heen hebben veel Rotterdamse clubs hun deuren moeten sluiten. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog!


Esther Bax (48) en Brenda van der Kleij (47)

Beiden verpleegkundigen, kwamen altijd in de Ramblas

Esther: “We kennen elkaar van de opleiding verpleegkunde. Vanaf dag één waren we dikke vriendinnen. We deden alles samen. Na de studie kregen we beiden een baan in het Sint Clara Ziekenhuis in Rotterdam-Zuid, waar we zelfs onze diensten op elkaar afstemden.”

Brenda: “Toen gingen we samen al veel uit. Van donderdag tot en met zondag zaten we in de Ramblas. Daarvoor hadden we ook andere plekken uitgeprobeerd, maar in de Ramblas vonden we een ‘thuis’. Het was zo gezellig en gemoedelijk, je kende er iedereen. Je kon er een hapje eten en later op de avond werd er volop gedanst. Het was echt een ouderwetse disco, met dj’s, optredens – je had ladies night en gentlemans night. Bij die laatste kwamen we trouwens ook gewoon binnen. En natuurlijk karaoke, weet je nog Es?”

Esther: “Wij zongen altijd ‘I Will Survive’ van Gloria Gaynor én ‘I Want To Know What Love Is’ van Foreigner. Uit volle borst! Ik heb er nog eens met Marco Borsato gezongen, die had toen net de Soundmixshow gewonnen. We hadden geen drank nodig om helemaal los te gaan op het podium of op de dansvloer.”

Brenda: “En altijd samen uit, samen thuis, hoe leuk die ene jongen ook was. We kwamen allebei uit Hoogvliet en reden om de beurt. Als we uit een dienst kwamen, kleedden we ons razendsnel om en reden naar de Delftsestraat – we wilden niks missen. En als een van ons onverhoopt moest werken, ging de ander na sluit langs het ziekenhuis om te vertellen hoe het geweest was. Of als we een vroege dienst hadden: dan gingen de lichten aan en reden we snel naar het ziekenhuis.”

Esther: “We zijn er zo’n zeven jaar ieder weekend gekomen. Op een avond keken we om ons heen en dachten: het is élke keer hetzelfde. Langzaam stopte het, tot Ramblas dichtging. We zijn nog eens naar Hollywood gegaan, maar daar voelden we ons niet thuis. We kregen ook beiden een relatie, kinderen… Nu is Brenda single en mijn man is een jaar geleden heel plotseling gestorven. We gaan nu af en toe weer uit, al is het moeilijk om leuke plekken te vinden voor mensen van onze generatie – we willen niet tussen de achttienjarigen staan te dansen. Die onbevangenheid van vroeger is weg.”

Brenda: “Maar we hebben nog steeds grote lol. Waar je ook komt, je moet er samen het beste van maken.”

Ronald van Dijk (45)

Glazenwasser, kwam altijd in Parkzicht

“Het was de zomer van 1991, ik was een jaar of zestien. Met een groepje vrienden uit Den Haag gingen we voor het eerste naar dat beroemde Parkzicht. Wat waren we zenuwachtig! Eenmaal binnen keek ik mijn ogen uit. Allemaal mensen die helemaal wappie waren, de sfeer, de ambiance… Het pakte me gelijk. Het was zo anders dan alles wat ik ooit had gezien. Niks moest, alles mocht – dát was Park voor mij. Lekker de hele avond dwalen, overal een praatje of een dansje maken. Park was in die beginjaren zo speciaal. De muziek, the love, peace and happiness sfeer die er hing. Er was ook een ‘Haags hoekje’ – daar hingen we graag.

Ik weet nog dat er van die straalkachels in de buitentent stonden. Daar kwam soms een megastraal vuur uit. Dat kon in die tijd allemaal nog joh. Er is weleens een broek in de fik gevlogen. Ik ging elk weekend. Toen veel vrienden niet meer gingen, bleef ik gaan. Ik was hooked, Park was mijn hele wereld. MrPark, werd ik steevast genoemd door vrienden.

Eind 1992 veranderde Park even. Het werd wat agressiever. De muziek en de drugs veranderden, een ander publiek deed zijn intrede. Een jaar ben ik weggebleven en toen ik weer terugkwam, was Parkzicht ‘Park’ weer.

Voor mij waren die laatste twee jaar dat ik ging de allermooiste. Ik leerde mijn eerste grote liefde kennen.

Parkzicht was een soort clubhuis voor me geworden, één grote familie. Het maakte niet uit wie je was en hoe je erbij liep. Iedereen was welkom. Ik bleef standaard tot het einde. Soms gingen vrienden van frustratie zonder mij weg en dan bleef ik dansend achter met de klanken van Insomnia, I can’t get no sleep. Dan sloot ik mijn ogen en zweefde weg. ‘Nooit meer naar huis’, dacht ik dan.

In 1996 viel het doek voor Park. Ik vergeet het nooit. Ik werd gebeld door mijn dansmaatje uit Rotterdam. Het was echt alsof er een deel van me afstierf. Een way of life die abrupt tot een einde kwam – het leek wel een periode van rouw.

Ik ben daarna naar alle Park-gerelateerde feesten gegaan, zoals de jaarlijkse reünies in het Maasgebouw tot de echte 1992 is 4 you feesten in het oude Parkzicht. Ik heb een hoop mooie vriendschappen aan Park overgehouden. Ik had het voor geen goud willen missen!”

Hans Kamman (41)

Assemblage medewerker, kwam altijd in Baroeg

“Op school was ik al anders dan anderen. Merkkleding en Top40 boeiden me niet. Ik hield me bezig met muziek. Alice Cooper, The Sister of Mercy… Via via kwam ik voor het eerst in Baroeg, dat gebouwtje op Zuid aan de Spinozaweg, compleet gerund door vrijwilligers. Hier speelden bands en een paar keer per maand werden er dansfeesten georganiseerd. Baroeg ligt middenin een woonwijk. Mensen uit de bejaardenflats op de Spinozaweg hingen ’s avonds uit het raam en keken naar alle metalheads en goths die voorbijliepen – heerlijk! Ik voelde me gelijk thuis. Dit was mijn volk, wist ik. De graffiti buiten en binnen gaf Baroeg die rauwe, ‘eigen’ sfeer. Iedereen was welkom, de sfeer was ontzettend goed. Er was nooit hommeles. Iedereen was heel relaxed, je kon met iedereen een praatje maken.

In Baroeg kon ik compleet ontladen. Dat was anders dan in de populaire discotheken waar mensen opgedoft heengingen, waar je doorlopend op je spullen moest letten en uit moest kijken geen ruzie te krijgen als je per ongeluk tegen iemand aanstootte. In Baroeg was iedereen bezig met muziek, dansen en gezellig samenzijn. Steeds vaker bezocht ik concerten. Bands die later groot zijn geworden in de scene, heb ik in Baroeg zien spelen. Je kon pal voor het podium staan, er bij wijze van spreken op gaan zitten als je wilde. Later ging ik ook naast de dansavonden. De Downward Spiral, Gothic Erotic… Naast de dj hing een papier met een zwarte stift aan een touwtje – daar schreef iedereen zijn verzoeknummer op. Ik heb nog in een kooi staan dansen daar, met elf man. Nee, daar heb ik helaas geen foto’s meer van (lacht).

Door persoonlijke omstandigheden ben ik een tijdje uit de running geweest. Daarna is er veel veranderd. Ik voelde me niet thuis in de emo-scene die zijn intrede had gedaan. Baroeg, dat altijd problemen had met subsidie en in een slecht daglicht was komen te staan na een enkel incident met een bezoeker, zag zichzelf na jaren van knokken gedwongen een poppodium te worden. Er liepen nu ook ineens beveiligers rond.

Ik ga nog jaarlijks naar het openluchtfestival Baroeg Open Air en af en toe naar een concert. Het voelt nog steeds als Baroeg, maar dan anders. Een andere en bredere programmering én geen dansavonden meer. Dat laatste is jammer. Rotterdam mist nu een hangplek voor jongeren die zich nergens anders thuis voelen. Maar Baroeg zal altijd een warm blad blijven. Als ik voet over de drempel zet, is het alsof ik nooit ben weggeweest.” 

Mick de Witte

Freelance communicatieadviseur en fotograaf, kwam altijd in Nighttown

“Ik was 18 jaar, kwam van het schippersinternaat en mocht met mijn broer op het Noordereiland wonen. Wat een avontuur! Ik ontdekte Rotterdam en al haar dynamiek, de mensen, haar kleuren en geuren… Toegegeven, soms best een beetje eng, maar vooral heel leuk en spannend.

Ik weet nog dat ik in het café zat waar ik heenging met de jongeren van het internaat. ‘Wie gaat er mee naar die nieuwe tent?’, vroeg ik – ik had er net over gelezen. Niemand reageerde enthousiast en tien minuten later stond ik alleen in de lange rij voor de nieuwe club. Nighttown dus! In die rij maakte ik al nieuwe vrienden. Er ging een wereld voor me open.

Ik kreeg eerst een baantje in de Full Moon en als ik daar klaar was, ging ik altijd even naar Nighttown. Michel, de bedrijfsleider, bood me op een dag een baan aan achter de bar. Vier jaar lang, tot mijn 26e, was ik barkeepster, werkte ik nieuw personeel in, hielp op kantoor én danste zelfs nog op het podium. Fantastisch. Ik voelde me vrij, alles kon, alles mocht. Dát was Nighttown voor mij!

Na een concert gingen de plastic glazen van de bar, het glas er weer op en dan gingen we door. Soms duurde een shift twaalf uur maar ik kreeg er alleen maar energie van. Mensen blij maken met een lach en een drankje. Van het personeel was ik de enige met een auto en zodoende haalde ik ook vaak de dj’s op van het vliegveld.

Ik leerde zoveel. Ik maakte kennis met allerlei nieuwe muziek- en dansstijlen. Ik zag bands spelen die later op het grote podium op Lowlands stonden. Ook buiten mijn dienst ging ik naar Nighttown, bandjes kijken of dansen tijdens de vele clubavonden. In de basement werkte ik samen met René, nog altijd mijn beste maat. Mijn verjaardag vierde ik hier, met oud-en-nieuw was ik er… Nighttown werd een thuis. Al mijn vrienden waren er.

Het leukste? Jaren daarna, Nighttown was toen helaas al gesloten, werkte ik op de receptie van een hostel in Australië. Een stel komt binnen, ziet mij en roept gelijktijdig: Nighttown! ‘Jij was die barkeepster die ons altijd verwelkomde met een lach, dan voelden we ons niet meer zo onzeker’, zeiden ze. Dat is toch mooi!”

Danielle Hoegee (37)

Werkt in de logistiek, kwam altijd in de Baja Beachclub

“Je vond het leuk óf je haatte het; zo simpel was het in de Baja Beachclub. Ik stond op mijn zeventiende voor het eerst in de rij. Een jaartje te vroeg natuurlijk, maar degene met wie ik was, kende de portier goed, dus ik mocht naar binnen.

Ik weet het nog zó goed. Natuurlijk de grote strandbal aan de gevel, de signature van de Baja! En als je dan de entree door was, liep je over een soort houten strandpier naar binnen. Aan de muur hingen reddingsboeien, er stonden strandstoelen, alle personeel liep in bikini of zwembroek. De theme song van Baywatch werd elke avond gedraaid. Als ik er nu aan terugdenk… heerlijke nostalgie! Ze hadden ook een eigen nummer. En barman Arno deed elke week traditioneel zijn playbackshow van Bon Jovi.

Zo’n acht jaar lang kwam ik er elke zaterdag, soms ook op vrijdag. Het was altijd bomvol en – toegegeven – elke keer hetzelfde. Maar het ging me nooit vervelen. Het was elke avond lachen, gieren en brullen – de sfeer was altijd goed. Hoewel… om de aandacht van knappe barman Joël werd nog weleens ‘gevochten’ door de meiden onderling. Een hoop vuile blikken (lacht). Er kwamen trouwens ook BN’ers. En voetballers – als Feyenoordsupporter haalde ik mijn hart op.

Op een gegeven moment liep het een beetje af. De club sloot, opende opnieuw op Stadhuisplein, maar toen waren de gloriedagen al voorbij. Ik ben er nog een of twee keer geweest, maar het was de Baja niet meer. Uitgaan is daarna nooit meer hetzelfde geworden. Nu ga ik überhaupt minder uit. Het gerucht ging trouwens dat de eigenaar van de Baja destijds borstvergrotingen betaalde voor de dames. Of dat waar is? Tja… wie zal het zeggen!”