Rotterdammers maken Rotterdam

De Rotterrrrdamse R

Barbara Hoogsteden Tekst
Annemarie Kleywegt Beeld

Rotturrrrdam. Gozerrrr. De Rotterdamse R wordt door de Rotterdammer subtiel uitgesproken. Niet te vergelijken met de Leidse of Gooische R. Hoewel, volgens professor en taalkundige Marc van Oostendorp stamt onze R wel af van een bekakte, zelf koninklijke variant. En dat is voor de noeste Rotterdamse arbeider best even slikken.

In het Rotterdams maakt het verschil of de R voor een klinker staat of niet. Dat hoor je in het woord Rotterdam. De eerste R staat voor een klinker en wordt licht gerold uitgesproken. De meeste mensen doen dat door hun huig te laten trillen. De tweede R klinkt veel vloeiender: Rotterrrrdam. Ook bij de volgende woorden rolt de R lekker door: ja hoorrrr, pakkie boterrrr.

Franse gouvernantes

Die typisch Rotterdamse R hebben we te danken aan Lodewijk XIV, de Zonnekoning, weet Van Oostendorp. “Door een spraakgebrek kon hij de R moeilijk uitspreken. Mensen om hem heen voelden zich daar ongemakkelijk bij en gingen daarom ook zo praten. Veel welgestelde Nederlandse gezinnen haalden in die tijd gouvernantes uit Frankrijk naar Nederland. Dat gebeurde vooral in Zuid-Holland. Deze Franse gouvernantes kwamen Franse les geven en namen zo ook de rollende R mee. Vervolgens is deze door de jaren heen omgevormd tot de Rotterdamse R.”

‘De Rotterdamse R hebben we te danken aan het spraakgebrek van Lodewijk XIV’

Hete aardappel

In tegenstelling tot de Gooische R, is de Rotterdamse variant moeilijk na te doen als je niet uit de stad komt. Acteurs overdrijven de Rotterdamse R vaak, waardoor het eerder lijkt of ze met een hete aardappel in de mond praten of uit Leiden komen. Het tegenovergestelde geldt ook: wie de Rotterdamse R eenmaal heeft, komt er maar moeilijk vanaf. Dat ondervond de Rotterdamse zangeres Annie de Reuver. Zelfs de spraaklessen van een logopediste mochten niet baten. “Dat zijn de wonderen van taal”, zegt Van Oostendorp. “Het is zo subtiel. Je hoort een duidelijk verschil en toch is het moeilijk na te doen en ook lastig af te leren.” Dat is maar goed ook, want die Rotterdamse R komt gewoon uit je Rotterrrrdamse harrrrt.

Prof. dr. Marc van Oostendorp is gespecialiseerd in taalverandering en -verloedering. In 2002 verscheen van hem het boek Taal in stad en land: Rotterdams. Van Oostendorp is hoogleraar Fonologische Microvariatie aan de Universiteit Leiden en senior onderzoeker bij het Meertens Instituut. Hij heeft tientallen boeken, artikelen en publicaties op zijn naam staan en verzorgt rubrieken op radio en in (vak-)bladen.