Wie: Loes van Duijvendijk, www.loesvanduijvendijk.com Wat: fotografeerde de werkplekken en producten van de circulair ondernemers. Waarom: omdat ze graag op bezoek komt bij inspirerende ondernemers in hun werkomgeving
Wie: Sylvana Lansu, www.sylvanalansu.com Wat: portretteerde de circulair ondernemers. Waarom: omdat ze altijd geïnteresseerd is in de relatie tussen mens en omgeving
Gers! fotografen Loes van Duijvendijk en Sylvana Lansu kennen elkaar al een tijdje. Ze studeerden fotografie op de St. Joost Academie in Breda, delen een studio in Spangen en werkten samen aan het project Emerge.
Emerge is een project dat ze samen in het leven riepen. Een jaar lang fotografeerden ze de geometrische jungle en herontdekten ze het ritme van de stad. “De beeldtaal die over Rotterdam te vinden is, is vaak gebaseerd op gelikte plaatjes en skylines. We hadden behoefte aan een nieuwe beeldtaal van de stad. Met dit project laten we onze visie op Rotterdam zien. Door onze foto’s te combineren, ontstond er een visueel spel waarbij er een nieuwe ruimtelijke identiteit van de stad zichtbaar werd.”
Verwonderen
Van Duijvendijk: “Mijn werk is gericht op de stedelijke omgeving en ruimte, het is een vertaling van mijn ervaring tijdens het fotograferen. Ik ben nieuwsgierig naar de functie van een plek en de manier waarop de stedelijke ruimte is geconstrueerd. Als ik fotografeer ga ik op zoek naar vormen en unieke details die me intrigeren: structuren, lichtinvallen, de subtiele samenkomst met de natuur… Kleine veranderingen in de stad die voor de meeste mensen onzichtbaar zijn, leg ik vast op beeld. Het is een intuïtieve manier van werken waarbij ik me graag laat verrassen door wat ik tegenkom. Observeren en verwondering spelen dan ook een belangrijke rol in mijn werk. In opdracht werk ik graag aan projecten die gaan over stedelijke ontwikkeling, interieur, architectuur, kunst en cultuur.”
‘We kunnen het goed samen vinden, maar onze opdrachten doen we individueel’
Utopie
Lansu: “Ik vind het interessant om verwachtingen te onderzoeken die ikzelf en anderen van een plek hebben. Het uitgangspunt van mijn werk is dan ook vaak de relatie tussen menselijke elementen en hun natuurlijke omgeving. Deze plekken kunnen zich overal bevinden; in de stad, op het platteland of in de natuur. Mijn werk is vaak minimalistisch en abstract en ik fotografeer graag op plaatsen waar je de aanwezigheid van mensen wel voelt maar niet ziet. Thema’s als vrijheid, huiselijkheid en utopie boeien me. Mijn manier van werken is in samenspel met het moment. Ik hou ervan om mezelf te laten verrassen en ensceneer daarom niks.”
Reinier Donkersloot
Consult 2 Grow
“Hoe gaan we van circulair ondernemen een business case maken? Dat is de uitdaging. Kijk, nu gebruiken we circulair ondernemerschap nog als uithangbord of storytelling. Dat is niet voldoende: het moet in ons DNA terechtkomen.” Sinds 2013 houdt Donkersloot zich bezig met het thema urban farming. “We bouwen op dit moment in het Midden Oosten een verticale farm om daar lokaal te produceren. Door voedsel zo dicht mogelijk bij de stad te kweken, brengen we het aantal food miles flink terug. Hier vinden we dat nog spannend, merk ik. Vraag aan een gemiddelde voorbijganger te kiezen uit een biologische krop sla, een kas gekweekte of eentje uit een verticale farm, dan lonkt de biologische krop. Biologisch klinkt blijkbaar gezond, maar mensen weten niet dat er heus wel gespoten wordt. Bij vertical farming ben je daarvan af. Het geeft ons de mogelijkheid om bestrijdingsvrij te kweken met een waterreductie van vijfennegentig procent in vergelijking met grondgebonden landbouw.” Voor Donkersloot is het duidelijk: “We moeten toe naar een circulaire wereld waarbij afval niet bestaat maar waarde toevoegt in een andere waardeketen.”
Gilbert Curtessi
SUGU Warehouse
“Circulariteit is niet nieuw. Vroeger waren we daar ook mee bezig al noemden we dat toen kringloopeconomie.” Vijftien jaar geleden studeerde Curtessi af als milieukundige. “Ik ben geen dromerig type. Voor mij is het verhaal eromheen minder belangrijk, ik wil iets doen dat impact heeft.” Met SUGU Warehouse verhuurt Curtessi werkplaatsen aan ontwerpers, makers en bedrijven. Hij wil ze gaan voorzien van grondstoffen en materialen uit afvalstromen. “Ik ben nu bezig met een nieuw bedrijf; MetroMining. Hiermee kunnen we met een afvalverwerkingsinstallatie 2500 ton afval verwerken, dus recyclen. We moeten toe naar een ‘multi input multi output proces’, waarbij we binnen verschillende afvalstromen variaties aanbrengen in het verwerkingsproces en de eindproducten. Een volgende stap is om de verwerking biologisch aan te pakken, zodat we de natuur het werk laten doen. Denk bijvoorbeeld aan vergisten of fermenteren. Belangrijk is dat we het afval lokaal houden, dus niet exporteren, en dat er herhalingspotentieel inzit. Straks kan iedere stad haar eigen afval verwerken. Ik zie niemand als concurrent. We doen het in feite met zijn allen. Wat mij betreft schaffen we afvalverwerkingsinstallaties trouwens zo snel mogelijk af. We moeten stoppen met het verbranden van waarde.”
Sanne Schotting
Poep Up store
“Het is ongelofelijk wat je over een luier kunt vertellen als je je erin verdiept.” Schotting zette eind 2017 Nederland op zijn kop door een Poep-up store te beginnen in wasbare luiers. “Het was een spontane actie die eigenlijk helemaal uit de hand liep. De eerste week stonden er meteen tien journalisten op de stoep en dat hield niet op. Veel mensen beginnen er niet eens aan om wasbare luiers te kopen. In het begin weet je niet wat je zoekt en waar je moet beginnen. Ik dacht, er moet een winkel komen waar ze het zelf kunnen zien, voelen en vragen kunnen stellen. De interesse in de Po(e)p-Up was overweldigend. Nu ben ik ambassadeur voor het gebruik van wasbare luiers en zit er een nieuwe samenwerking met de Little Department Store in de pijplijn. Er is een grote groep mensen die openstaat voor deze moderne variant van de wasbare luier, maar er zijn issues die overwonnen moeten worden. Zo moeten we af van het geitenwollensokkenimago en misvattingen over poep in de wasmachine. Het is harstikke leuk om wasbare luiers te gebruiken en het heeft nog voordelen ook. Denk aan de zakken vol luiers die je normaal per week weggooit: Afstappen van dat gemak kan helpen jouw kind twee jaar eerder zindelijk te maken, is op termijn veel goedkoper en ook nog eens beter voor de wereld. En nee, je hoeft geen hardcore duurzaamheidsfreak te zijn om eraan te beginnen. Parttime is ook prima. Elk beetje telt.”
Mathijs Huis in ’t Veld en Pepijn Schmeink
Jack Bean
“We willen impact maken met eten. Dat gaan we doen met fastfood. Met fastfood kun je mensen dagelijks raken én laten zien dat je lekker kunt eten zonder dat er vlees aan te pas komt. Zo wordt deze leefstijl bereikbaar voor iedereen. Plant-based food is gezond voor jou én de planeet. Een no worries maaltijd dus.”
Aan het woord zijn sociaal ondernemers Huis in ’t Veld en Schmeink van Jack Bean. “We willen vooral mensen bereiken die niet met dit soort voedsel bekend zijn. Veel mensen denken bij vegetarisch aan saaie quinoa salades. En zeg nou zelf, daar wordt toch niemand vrolijk van? Ons menu is honderd procent veganistisch, maar zo noemen we het niet. ‘Plant-based fast cuisine’, daar gaan we Europa mee veroveren. We werken met lokale boeren en een lokaal netwerk. We zijn circulair en zo waste free mogelijk. De bonen die we over hebben drogen of koken we, waarna we ze weer voor een ander gerecht kunnen gebruiken. Melk die overblijft van cappuccino? Die koken we en daar maken we ijs van. Voor reststromen uit de keuken vinden we altijd een nieuwe plek. Een goede afvalrecycling is lastig – daar zitten veel haken en ogen aan. Waar we bijvoorbeeld nog naar op zoek zijn is een oplossing voor de koffiebekers, die zijn niet goed recyclebaar. We denken erover om ze met andere koffiezaakjes te verzamelen en er samen wat mee te gaan doen.”
Siemen Cox en Mark Slegers
RotterZwam
Initiatiefnemers Cox en Slegers van RotterZwam staan al een paar jaar hun circulaire mannetje. Ze zijn inmiddels een begrip in Rotterdam en ver daarbuiten. “We kweken paddenstoelen op een zeer grote reststroom uit Rotterdam, namelijk… koffie. Jaarlijks gooien wij in Rotterdam ongeveer vijf miljoen kilo koffiedik weg. Daar kunnen we vijf keer de Kuip mee vullen. Het meeste daarvan wordt verbrand in de vuilverbranding. Doodzonde, want koffie is een bijzonder goedje met veel mogelijkheden voor toepassing. Paddenstoelen, bitterballen, bioplastics en meer. Die mogelijkheden gooi je allemaal overboord als je het verbrandt. Circulair zijn vinden we belangrijk. Onze samenleving maakt elk jaar de grondstoffen sneller op dan dat de aarde in datzelfde jaar weer kan herproduceren. Die dag wordt Earth overshoot day genoemd. Afgelopen jaar lag die dag op 2 augustus. De trend dat die dag telkens eerder in het jaar is, willen wij helpen keren. Het idee van RotterZwam ontstond tijdens het lezen van het boek De Blauwe Economie. Daarin werd de business case ‘paddenstoelen kweken op koffiedik’ genoemd als een van de honderd dingen die je lokaal kunt doen met afval. En we blijven vernieuwen. We werken nu aan een nieuw totaalconcept voor koffie. Hierin positioneren wij koffie niet meer als een product, maar als een dienst.” Hou deze mannen dus in de gaten, want tijdens de crowdfunding kun je zelf aandeelhouder van RotterZwam worden.
Michiel Sloff en Jeroen van der Graaf
Verstegen Spices & Sauces
“Verstegen wil een trendsettende rol spelen in het 3D printen van voedsel. Waarom? Omdat wij vinden dat technologie zich uitstekend leent om te integreren met duurzaamheid. We streven ernaar om zoveel mogelijk reststromen te gebruiken voor de vullingen. Groenten met afwijkingen in het uiterlijk zijn bijvoorbeeld uitstekend te gebruiken voor deze techniek.”
Sloff en Van der Graaf zijn het innovatieteam van de Rotterdamse kruiden en specerijengigant. “Duurzaamheid staat hoog in ons vaandel. We hebben zelfs een directeur sustainability – die zorgt ervoor dat wij onze verantwoordelijkheid nemen voor een betere wereld. Als de mensheid lineair door blijft leven en produceren heeft de volgende generatie grote problemen.” Maar deze techniek heeft nog meer voordelen, vertelt Van der Graaf. “Wat ook mooi is aan het 3D printen van voedsel, is dat we mensen of patiënten met kauw- en slikproblemen weer emotie op een bord kunnen bieden. Vaak krijgen zij gewoon een schep puree. Door de techniek van 3D Foodprinting kunnen we de vorm van de diverse groenten namaken, waardoor de maaltijd weer spannend en attractief wordt.”