Natuurlijk, de strip als populair medium begon in de Verenigde Staten. Maar in Rotterdam vond de strip vaste voet aan de grond in ons land. De Maasstad en de strip sloten elkaar in de armen en lieten hun innige omhelzing niet meer los. Wie in de geschiedenis van de strip duikt, stuit onherroepelijk op Rotterdam. Heel veel stripmakers hebben een band met de stad en de stad figureert bovenmatig veel in strips. Met het monumentale naslagwerk ‘Rotterdam Stripstad, 100 jaar strips in de stad’ brengen Gers!-hoofdredacteur Sander Grip en Cross Comix artdirector Theo Seesing een ode aan die hechte band.
De Rotterdamse striptekenaar Henk Backer publiceert op 15 oktober 1921 de allereerste aflevering van zijn stripje ‘Nieuwe Oostersche Sprookjes’ in het Rotterdamsch Nieuwsblad. Een moraliserende geschiedenis die de lezer leert nooit neerbuigend te doen naar mensen die het minder goed hebben dan jijzelf. Backer gaat de geschiedenis in als de eerste Nederlandse tekenaar met een vast contract bij een krant. Gelukkig is er ook plaats voor veel joligheid in de sprookjes, die al snel vooral inzoemen op de twee figuurtjes Achmed en Yoebje. Net als in Amerika, is ook in Nederland de strip van oorsprong bedoeld om de krant van de volgende dag te verkopen. De Rotterdamse striptekenaar Martin Lodewijk, bekend van Agent 327 en Storm, zegt hierover: “Iedere dag een stukje verder in het verhaal zodat mensen de krant bleven kopen. Het repeterende karakter zorgde voor een grote schare trouwe fans die wilde weten hoe het verhaal verder ging en dus niet kon wachten op de krant van de dag erop. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de strip helemaal niet bedoeld was voor kinderen. Het was een manier om commentaar te leveren en dat was bepaald geen kinderstuff. En die kinderen kochten de krant natuurlijk ook niet, dat deden de volwassenen.”
Bereden politie
Henk Backer krijgt een ware sterrenstatus als hij in 1923 besluit te stoppen met Achmed en Yoebje, en daarvoor in de plaats te komen met de strip Tripje en Liezebertha. Naar moderne standaarden is deze strip wellicht was suf en sloom – en vrouwonvriendelijk bovendien want Liezebertha is het nogal dommige vriendinnetje van Tripje. Maar de verhalenreeks wordt zo’n doorslaand succes dat er bij de verkoop van een eerste verzamelalbum ervan bereden politie aan te pas komt om de toegestroomde menigte Tripje-fans in bedwang te houden.
De opa van Superman
De verhalen van Henk Backer vormen slechts het begin van de lange geschiedenis die de strip in ons land doormaakt. In het Interbellum, de periode tussen beide wereldoorlogen, zet Marten Toonder zijn eerste schreden als tekenaar. De op het Noordereiland geboren Toonder is een grootheid die lang de Nederlandse stripscene domineert. Maar ook de opa van Joe Shuster, die samen met zijn maatje Jerry Siegel de bedenker van Superman is, heeft zijn roots in Rotterdam. Hij begint in 1912 bioscoop Imperial in de Hoogstraat. In Gers!20 (oktober 2018) is dit verhaal uitgebreid opgetekend door Anouk Ama.
Expositie Schouwburgplein
Zo meandert het boek Rotterdam Stripstad door de decennia sinds 1921. Sander schrijft het verhaal van de ontwikkeling van de stad en de strip aan de hand van de prachtigste anekdotes, interviews en brononderzoek in de archieven van de stad en de stripwereld. Theo heeft er geweldige strippanels en uniek, soms verloren gewaand fotomateriaal bij gevonden. Zoals over de expositie naar aanleiding van het 25-jarig ambtsjubileum van koningin Juliana, die gehouden werd op het Schouwburgplein. De dertig panelen van de expositie – het werk van de illustere tekenaars Martin Lodewijk, Jan Kruis en Fred Julsing, en vervaardigd door studenten van de Willem de Kooning Academie – waren verloren geraakt. En het verhaal van de tentoonstelling zelf was in de vergetelheid geraakt. In Rotterdam Stripstad komt ook deze bijzondere tentoonstelling weer tot leven.
Rotterdamse striptekenaars
Honderden strippanels sieren Rotterdam Stripstad, een waar monnikenwerk waarvoor Theo Seesing honderden uren doorbracht in allerlei verschillende archieven. Naast het uitgebreide geschiedkundige essay heeft Sander Grip zestien stripmakers uit de stad geïnterviewd – een reeks die overigens zijn oorsprong vindt in Gers! magazine. De tekenaars zijn door Gers!-beeldredacteur Marieke Odekerken gefotografeerd.
Tot slot hebben vier jonge talentvolle tekenaars een kort beeldverhaal gemaakt; omdat de strip anno 2022 niet dood is maar springlevend. En omdat nieuw talent staat te trappelen om de wereld te veroveren. Zo is Rotterdam Stripstad een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die van strips houdt en die Rotterdam een warm hart toedraagt.
Rotterdam Stripstad
Sander Grip & Theo Seesing
Eerste druk maart 2022 (uitgeverij Cross Comix)
Tweede druk mei 2022 (uitgeverij Scratch Books)
978-94931-665-47, 244 pagina’s, € 34,95