Wie: Marcel Suurmond (suurmond-photography.com) Wat: fotografeerde wielrenners in Rotterdam Waarom: ‘Omdat fietsen je op een andere manier bewust maakt van je omgeving’
Marcel Suurmond is documentairefotograaf en dat zie je terug in zijn werk. Hij schiet niet alleen mooie platen, maar laat ook graag zien wat erachter ligt. Soms doet hij dat verhalend, maar in deze serie vooral beeldend. Door wielrenners uit hun vertrouwde setting van overdag te halen, vertelt hij niet één maar twee verhalen.
Tijdens wandelingen door de stad met zijn camera, kon Suurmond niet om het fenomeen wielrennen heen. “Ik fotografeer graag wat ik om me heen zie. Daar hoorden op een zeker moment wielrenners bij. Alleen wilde ik niet het voorspelbare beeld schieten van een wielrenner zoals je hem altijd ziet: overdag op de Erasmusbrug, als onderdeel van de omgeving. Ik wilde expres een andere context creëren. Op de fiets beleef je de stad namelijk ook op een andere manier.”
Aan het woord is iemand die zelf ook weet wat fietsen is: Suurmond zit graag op zijn racefiets. De renners op de foto zijn vrienden die zijn aangesloten bij een wielrenclub. Zo’n lidmaatschap gaat de fotograaf zelf iets te ver. “Ik ben een echte mooi-weerrenner”, lacht hij. “Maar daardoor begrijp ik de liefde voor racefietsen heel goed. Je ziet zó veel meer van de stad en de ongein waarin je woont.”
Donkere plekken
Suurmond laat met zijn foto’s zien wat de stad met je doet als je het stalen ros beklimt. “De wielrenners zijn niet meer alleen deel van hun omgeving, maar ook andersom”, legt hij uit. “Om dat te bereiken ben ik ’s avonds en op donkere plekken gaan fotograferen. Dat levert meer spanning op en de flits werpt letterlijk meer licht op de wielrenners. De omgeving en de fietser hebben een wisselwerking, dat zie je nu veel beter.”
Tegelijkertijd vertelt Suurmond het verhaal van een parallel Rotterdam: “Als je tachtig kilometer per training fietst, kom je op plaatsen die je anders misschien links laat liggen. Daarom heb ik gekozen voor locaties en settings die de kijker niet makkelijk kan thuisbrengen. Alleen échte Rotterdammers herkennen ze misschien wel.”