Kloppend hart van Rotterdam

Tussen twee werelden

Sander Grip Tekst
Kelly Josefien Alexandre Beeld

Portretfotograaf Kelly Alexandre houdt ervan om mensen voor haar camera te krijgen. “Ik vind het zo mooi dat ik nooit weet wat ik ga krijgen. Iedereen is uniek, dus elke shoot is ook weer anders.” Toen de coronacrisis uitbrak, wilde ze haar vrienden op ludieke wijze vastleggen. Het ludieke idee groeide uit tot een unieke serie mensen in hun voordeur. Mensen op de rand tussen hun eigen wereld en de buitenwereld.

“In mijn werk probeer ik naar de persoon te kijken, een praatje te maken en diegene te doorgronden voor ik fotografeer. Dat is intuïtief, dus ik heb nooit een groots opgezet plan. Ik heb mijn eigen smaak maar ik laat me graag leiden door het moment. Door even stil te staan bij iemand, zie ik wat diegene bijzonder maakt en dat probeer ik te vangen.

Wat mij daarbij altijd heel erg aangesproken heeft, zijn de tussenmomenten. Dat is het wat vage grijze moment tussen de ene en de andere handeling. Het moment waarin je weet wat er achter je ligt en je nog niet weet wat er hierna gaat komen. Al op de kunstacademie was ik bezig met deze punten in de tijd, die vaak snel voorbij zijn en die we meestal over het hoofd zien. Maar waar een vervreemdend effect vanuit gaat als je er de nadruk op legt.

In zichzelf keren

Het gekke is dat deze coronacrisis op zich een gigantisch tussenmoment is voor de hele wereld. Alles om ons heen is veranderd en niemand weet wat er aan de hand is. Laat staan wat er gaat gebeuren hierna. Daarmee keerden mensen in zichzelf, zij gingen bijna letterlijk van buiten naar binnen. Wat ik dan wel bizar vind, is dat de hele wereld verandert naar iets waarvan we nog niet weten hoe het gaat zijn. Het is ook nu al een ding dat in de geschiedenisboeken terug gaat komen.

Wij zweven daar nu tussenin: tussen wat we kenden en wat gaat worden. Daar zijn we massaal van in de war geraakt. We weten niet meer waar we op kunnen terugvallen en wat ons nu maakt tot wie we zijn. Zonder afleiding van buiten vragen we ons ineens af wat we willen en waar we gelukkig van worden.

Kader

Het gekke is, en dat zag ik toen ik eenmaal aan het fotograferen was, dat de deuren zelf ook voor een tussenmoment staan. Het zijn letterlijk de poorten tussen twee werelden. Visueel fungeert die deur als kader voor de foto, maar je ziet niet wat er zich binnen afspeelt. Je staat als kijker op de rand van die twee werelden en ziet niet waar je vandaan komt of waar je naartoe gaat. De deur is een heel gekke plek waar je normaal niet bij of in stilstaat.

En het mooie is dat iedereen zich toch kan identificeren met die plek en met het moment. Ik wilde mijn vrienden fotograferen, om een herinnering aan deze crisistijd te hebben én ze op verantwoorde wijze te zien. Maar het ging als een lopend vuurtje. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en voelen ons hetzelfde. Dat maakt het toegankelijk. En het mooie is dat mensen er ook echt naar uitkeken: het was een moment om even uitbundig te zijn in je eigen vertrouwde omgeving.”