‘Of ik inmiddels een bekende Hillegersberger ben?’ Voordat Frans van Breemen, eigenaar van Eetcafé Facet, die vraag heeft kunnen beantwoorden, wordt hij gegroet door een geknielde dame die haar fiets een wasbeurt geeft en zich excuseert voor het ruime sop dat ons dwingt tot een sprongetje, zoals de schoolkinderen van Hillegersberg honderd jaar geleden al hinkelend moeten hebben gedaan. Vrijwel gelijktijdig groet Frans de winkeliers van groente- en speciaalzaak Hendrik Jan Bergwerff aan de Bergse Dorpstraat 48B. ‘Bij al deze zaken doe ik al jaren mijn boodschappies. Da’s het voordeel van Hillegersberg. Het is net een dorp. Je hoeft eigenlijk nergens meer heen.’
We staan stil bij het beeld van Vrouwe Hillegonda, de reuzin die de naamgeefster van de wijk Hillegersberg zou worden. We kijken naar haar schort waarin zij zand vervoerde. Volgens de overlevering zou haar schort zijn gescheurd, waardoor een berg zand ontstond waarop Hillegersberg is gebouwd. Daarmee is het beeld het kloppende hart van de wijk. Frans glimlacht:
‘Moet je nagaan, ik kom oorspronkelijk uit West. Daar ben in 1959 geboren. Ik ben dan ook Spartaan. Via de ’s-Gravendijkwal ben ik op mijn elfde in Schiebroek terechtgekomen. Tijdens mijn middelbare schooltijd kwam ik wel eens in de kroeg terecht. Dat kon toen nog. Café Lebbink hier aan het eind van de Bergse Dorpstraat was mijn eerste stamkroeg. Ik voelde aan alles: ik wil de horeca in. Sindsdien ben ik nooit meer uit Hillegersberg vertrokken.’
In 1987, Frans is 28 jaar, neemt hij het roemruchte Café Lebbink over. Het begint met een feestcafé en wordt uiteindelijk een café annex restaurant. In 1990 wordt Frans gewezen op een Chinees restaurant dat aan de Weissenbruchlaan 8 te koop staat. Hij knippert drie keer met zijn ogen et voilà: Eetcafé Facet is een feit.
‘Op een willekeurige zomeravond is Hillegersberg echt op zijn best’
‘Ik ben natuurlijk geen Chinees, dus hebben we alles gesloopt en verbouwd. In juli 1990 gingen we open en sindsdien is Facet eigenlijk niet meer weg te denken hier. Wij wonen ook boven onze zaak. We zijn één met de zaak, één met de wijk. Ik doe dit werk graag. De dienstbaarheid naar onze gasten vind ik mooi en dat heb ik vanaf dag één al gevoeld. Die lachende gezichten als mensen hier een mooie avond hebben gehad. We hebben zo’n duizend à twaalfhonderd gasten waarvan er veel vaste klant zijn. En die extra ruimte waar we net een bakkie deden? Die hebben we anderhalve maand geleden geopend. Het is een prachtig sfeervol lokaal om bij grote drukte extra mensen te kunnen ontvangen, maar het wordt ook afgehuurd voor feesten, partijen en voor uitvaartrecepties. Laten we even naar het kerkhof lopen.’
We stoppen bij de Hillegondakerk die is gebouwd op een verhoogde zandrug met zand uit de schoot van Vrouwe Hillegonda, waarmee de naam Hillegersberg meteen verklaard is. Deze Nederlands Hervormde kerk dateert uit het jaar 1000 en heeft de status rijksmonument gekregen. Achter de Hillegondakerk resteert nog een deel van de oude torenmuur waarachter een kerkhof van een haast mediterrane allure opdoemt. Het is een prachtig stukje onbekend oud-Rotterdam, dat bij voorkeur eigenlijk onbekend zou moeten blijven. Over het kerkhof:
‘Hier liggen ook vaste klanten van Facet tussen. Dan krijgt de treurigheid toch weer een vrolijk randje, want we hebben er wat feesten meegemaakt zeg. Ik ben zelf overigens christelijk opgevoed, maar ik doe er niets meer mee…’, zegt Frans, ‘ik heb teveel meegemaakt… zo ligt op deze begraafplaats ook ons zoontje Kai…’
Al is het alweer negentien jaar geleden dat Kai overleed, toch wordt hij nog iedere verjaardag herdacht. Naast dit verdriet hebben Frans en zijn echtgenote nog drie zonen mogen verwelkomen. Frans doet zijn jasje uit en laat op zijn linker onderarm een tatoeage zien in de vorm van een roset met een centrale hoofdletter A met daaromheen de letters S, K, X, V, M, I, D en R:
‘Al onze jongens zijn geboren in Hillegersberg. Dax en Sam zijn de oudste twee, zij werken beiden regelmatig in Facet. Rav is een stuk jonger dan zijn twee broers. En Kai is natuurlijk vereeuwigd op mijn onderarm. De binding met mijn jongens en Hillegersberg is altijd heel hecht geweest. Sinterklaas komt ieder jaar hier aan op de Bergse Voorplas en al een jaartje of twintig ben ik de “Aart Staartjes” van Hillegersberg en verwelkom ik als spreekstalmeester de goedheiligman.’
Maar daar blijft de betrokkenheid van Frans niet bij. Op het heerlijk verwarmde buitenterras van Facet trakteert hij Rick de fotograaf en schrijver dezes op een overheerlijk biertje en zegt hij:
‘Ik ben ook een enorme muziekliefhebber. Dat begon als zanger in het Rotterdams Jongenskoor, hahaha. Maar ik heb ook jarenlang rockmuziek gezongen. Back home van de Golden Earring… muziek van The Doors… die stijl ligt mij wel. En ik ben nu al zo’n vijfentwintig jaar voorzitter van de Stichting Jazzfestival Hillegersberg. Dat is nu echt heel groot: op vier podia drie dagen lang livemuziek. Moet je nagaan, dat geintje begon ooit met een winkelier die zijn vijfentwintig jarig jubileum vierde met een jazzbandje. Dat sloeg meteen aan, er kwamen veel meer mensen op af dan voorzien. Toen besloten we het groter aan te pakken. Anno nu is het Jazzfestival echt een begrip geworden.’
Spartaan, Aart Staartjes, jazzliefhebber, Barry Hay, Jim Morrison, André Hazes, organisator, animator. Het is de veelzijdigheid die de horecaman pur sang Frans van Breemen tekent. Hij is van alle markten thuis, maar zijn thuis is en blijft toch echt de Weissenbruchlaan 8:
‘Op een willekeurige zomeravond is Hillegersberg echt op zijn best. Dan zitten de terrassen vol en ligt de hele Bergse Voorplas vol met dobberende bootjes met mensen die bij ons aanmeren voor een lekker roseetje en wat tapas, maar er varen ook jongeren met een kissie bier aan boord. Mooi toch. Dan is Hillegersberg net een vakantieoord. Echt, ze krijgen me hier nooit meer weg…’