Het was een gezegende zondagochtend. We fietsten door het Rotterdamse havengebied. Het weer was ons gunstig gezind. We deden niemand kwaad. Wielrennen is een uitstekend middel om te reflecteren, vooral als het tempo laag ligt. En dat lag ‘ie deze vroege morgen. Op de Oude Maasweg zongen we hardop de beginregels van de klassieker van The Amazing Stroopwafels. De tienduizenden pompen, branders, zuigers en motoren van de olieraffinaderijen bewogen vrolijk mee op het ritme van onze trapcadans.
Al fietsend ontwaakten we uit de lome coronadroom die al met al een anderhalf jaar had geduurd. De wereldwijde pandemie had ons naar binnen doen keren. Letterlijk en figuurlijk. We waren op onszelf aangewezen, de wereld stond in pauzestand. De onmacht werd gevuld door frustratie die als voedingsbodem voor een volwassen polemiek zijn werk naar behoren deed.
We fietsten door. Zwijgend. In het decor van de bontgekleurde opeengestapelde zeecontainers van de Waalhaven voelden wij ons de hoofdrolspelers van onze eigen toneelvoorstelling. Normaliter is wielrennen een strijd tegen de tijd, met snelheid als wapenfeit. Maar deze zondagochtend was alles anders.
In 1948 werd Sterker door Strijd als officiële wapenspreuk verankerd in het gemeentewapen van Rotterdam. Voor strijd is per definitie een tegenstander nodig. Kort na de Tweede Wereldoorlog was het gegeven van een tegenstander zonneklaar, maar ten tijde van een pandemie ligt dat allemaal een stuk ingewikkelder. Sterker door Strijd…okay maar tegen wie in vredesnaam?
Tijd en geduld doen immers meer dan geweld en woede, zo wist de Franse schrijver Jean de la Fontaine in de zeventiende eeuw al
Een week eerder fietsten we met de Stichting Rotterdam Fund Racers in Zuid-Limburg. De benen waren daags na mijn Modernavaccinatie zo slap, dat ik tijd te over had om te bedenken wie onze opponent in coronatijd nu eigenlijk geweest is. Misschien, zo bedacht ik, zijn wij onze eigen tegenstanders en moeten we leren met minder genoegen te nemen door meer tijd te kopen. Tijd en geduld doen immers meer dan geweld en woede, zo wist de Franse schrijver Jean de la Fontaine in de zeventiende eeuw al.
Toen we de havens eenmaal achter ons hadden gelaten, voelde ik in de bevrijdende werking van de stralende lentezon plotseling het antwoord: wij Rotterdammers worden Sterker door Tijd.