Kloppend hart van Rotterdam

Drijvende krachten achter onze economie

Mia Spruit Tekst

De Rotterdamse haven en luchthaven Schiphol zijn uitgegroeid tot belangrijke economische knooppunten in Europa. In 2017 meerden bijna 30.000 zeeschepen aan in de haven en op ons nationale vliegveld landden en vertrokken 496.000 vliegtuigen. Dat zijn elke dag 84 zeeschepen en 1393 vliegtuigen. Samen met de overheid en het bedrijfsleven hebben de twee hotspots ervoor gezorgd dat ze bleven groeien en vernieuwen om zo internationaal concurrerend te blijven. In gesprek met Timo Staal, beleidsadviseur bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, wordt snel duidelijk waarom ons land kan pronken met Schiphol en de haven als drijvende krachten achter onze economie.

“Voor de haven is de echte groei begonnen na de aanleg van de Nieuwe Waterweg, die in 1872 in gebruik werd genomen”, legt Staal onder het genot van een kop koffie uit. “Rotterdam kreeg hierdoor een directe verbinding naar zee met voldoende diepte voor zeeschepen. Sindsdien is de haven steeds meer naar de zeekant gegroeid. De oorspronkelijke, oude haven lag eerst aan de rechter Maasoever, dus aan de stadskant. Voor de oorlog vervulde de haven al een essentiële rol in de op- en overslag van met name graan, kolen en erts naar het Duitse achterland. Na de oorlog en de opkomst van de olie-industrie kwam daar olie bij en werd de haven van grote betekenis voor de wederopbouw van Europa.”

Internationaal logistiek knooppunt

Je kunt dus zeggen dat de natuurlijke ligging van de haven voor verreweg het grootste deel van het succes heeft gezorgd, maar het is vooral de verdienste van het (voorheen gemeentelijk) Havenbedrijf en alle bedrijven in de haven die haar groot hebben gemaakt. Ook de rol van de rijksoverheid hierin is belangrijk geweest. Zij investeerde bijvoorbeeld in de bouw van de Betuwelijn, de aanleg van de A15 en goede vaarwegen en binnensluizen zodat goederen en containers snel en efficiënt naar de rest van Europa vervoerd kunnen worden. Staal: “Als de infrastructuur op orde is, wordt een haven aantrekkelijk voor bedrijven als internationaal logistiek knooppunt.”

Vervoer van mensen

Waar Rotterdam vooral een industriële en logistieke functie vervult in de productie en op- en overslag van goederen is luchthaven Schiphol, dat trouwens officieel in de gemeente Haarlemmermeer ligt, meer gericht op het vervoer van mensen. “Via de luchthaven passeren uiteraard ook goederen, maar daar gaat het om hele andere volumes dan in de haven. Je moet dan denken aan hoogwaardige en tijdkritische producten zoals bloemen, medicijnen en dure elektronica.” Schiphol vervoert personen en de haven tonnen goederen. “Ze vullen elkaar mooi aan en zijn beide van belang voor de Nederlandse economie. Goede internationale verbindingen voor (zaken)mensen en goederen zijn noodzakelijk voor onze handel en het aantrekken van bedrijven in en rondom de randstad.”

Bedrijven trekken bedrijven

Dat hoofdkantoren en bedrijven zich willen vestigen in ons land heeft naast een goede bereikbaarheid met een palet aan activiteiten te maken. “Hoe stabiel is het politieke klimaat? Wat is de kwaliteit van wet- en regelgeving? Zijn er goede achterlandverbindingen? Is het fiscaal aantrekkelijk? Zijn er goed opgeleide mensen? Als een bedrijf alles bij elkaar optelt, behoort Nederland tot de top van aantrekkelijke vestigingslanden. De aanwezigheid van een sterke haven en een internationaal vliegveld met vele verbindingen hebben invloed op die beslissing. Daarnaast trekken bedrijven andere bedrijven aan. Zo zie je dat de chemische industrie weer dicht bij de raffinaderijen is gekomen in de omgeving van Rotterdam.”

Vaak in de prijzen

“Logistiek gaat ook over snelheid en betrouwbaarheid”, gaat Staal verder. Het is mooi als je goederen heel snel op de kade kan zetten, maar als de douane er vervolgens vijf dagen over doet om de vracht vrij te geven, werkt dat vertragend.” De Nederlandse Douane, zowel in de haven als op Schiphol, is een van de meest efficiënte ter wereld, waardoor transporten weinig tijd verliezen. ICT-systemen en data spelen daarbij een belangrijke rol, want je kunt niet alles controleren, maar met risico-analyses voor personen- en goederenvervoer beoordelen douanemedewerkers met welke personen of vracht ze te maken hebben en of fysieke controle nodig is. Vaak gebeurt dat al als een schip nog op zee is of reizigers nog niet eens zijn vertrokken.”

De haven en de luchthaven hebben de samenwerking tussen private, publieke partijen en toezichthouders slim weten op te bouwen door bedrijven te betrekken bij oplossingen. Door dit samenspel én de digitalisering van processen valt Schiphol vaak in de prijzen en is de Rotterdamse haven een van de meest geavanceerde havens ter wereld.

Darwinistisch

Wat bij beide gebieden heel uitdagend blijft, is de verhouding tussen economische activiteit en leefbaarheid. Schiphol zoekt een balans tussen meer vliegen en geluidsoverlast voor omwonenden. Groei in de haven tast, door de uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen, de natuur aan. “ Groter worden en innoveren is het doel, maar hoe verhoudt zich dat tot onze leefomgeving?”, stelt Staal zichzelf hardop de vraag. “Ons land wil ook voldoen aan de klimaatafspraken die in Parijs zijn gemaakt. Dat betekent dat de haven, die recentelijk mocht uitbreiden met de Tweede Maasvlakte, schoner moet worden en dat is een enorme opgave.” Bijna Darwinistisch stelt hij dat onze haven alleen maar toekomst heeft als zij in staat is om zich aan te passen aan haar omgeving.

Sky the limit?

Dezelfde actuele discussie speelt in Noord-Holland. “Kan Schiphol groeien via uitbreiding bij Lelystad? En tegen welke prijs is dat? Dat is een zorgvuldige afweging. Nederland heeft ook een enorme woningbouwopgave. De andere kant is dat het ook weer werkgelegenheid creëert, maar hoe verhoudt zich dat tot elkaar? The sky is the limit? Of moeten we ergens een streep trekken?”
Staal stelt de vragen, maar concludeert dat het uiteindelijk een maatschappelijke discussie is waar de politiek over mag beslissen. Een nieuwe luchtvaartnota is in de maak. “Het is de vraag of je vast blijft houden aan maximaal 500.000 vliegbewegingen per jaar – Schiphol zit nu al bijna aan haar tax – of dat je meer waarde hecht aan een goede bereikbaarheid van ons land. Het is steeds zoeken hoe je groei mogelijk kunt maken en dat zijn mega-complexe afwegingen. Bedenk ook dat de internationale concurrentie fel is, een voorbeeld daarvan is de Chinese investering in de haven van Pieraeus in Griekenland. De Rotterdamse haven en Schiphol zijn echter twee knappe bedrijven die Nederland sterk hebben gemaakt en ons uitdagen om internationaal het hoofd te bieden aan economische en ecologische uitdagingen.”