Kloppend hart van Rotterdam

Dorp van tegenstellingen

Marieke Strootman Tekst
Jeroen Arians Beeld

Overschie: een wijk van uitersten. Groen en ruimte. Verval en achterstand. Troosteloze hoogbouw en hippe nieuwbouw. Oud en nieuw, gescheiden door de drukste snelweg van Nederland. Met de YouTubehit van echtpaar Tiny en Lau uit buurtschap Landzicht kreeg zij het stempel asociaalste wijk van ons land, maar dat is nog niet eens de halve waarheid. Overschie wil met haar tijd mee, terwijl ze het oorspronkelijke dorpse karakter probeert te behouden.

Op de plek waar de Rotterdamse, Delftse, Schiedamse en Delfshavense Schie bij elkaar komen, ligt de wijk Overschie. Tot 1941 is dit een rustiek dorpje op de kruising van vier waterwegen. Maar zoals het meer dorpen rond Rotterdam vergaat, valt ook Overschie ten prooi aan de grondhonger van de grote buur. De woningnood in de verwoeste stad is zo hoog, dat zij grondgebied van randgemeenten nodig heeft om de bevolking te huisvesten. Nog in de oorlog bouwt de gemeente tweehonderd noodwoningen in het groen ten oosten van het oude Overschie. Dit buurtschap Landzicht wordt in de volksmond al snel aangeduid als Nooddorp.

Na de oorlog begint de wederopbouw in Overschie met de komst van het buurtschap Kleinpolder, dat zich karakteriseert door hoogbouw en portiekflats voor arbeiders en grote gezinnen met een kleine beurs. Kleinpolder komt te liggen tussen Landzicht en de uit 1933 stammende snelweg A13, terwijl de rest van Overschie aan de westkant van de A13 ligt. Het betekent de definitieve splitsing van de wijk in twee delen; de drukste snelweg van ons land (stand van 2015, vóór de opening van het A4-tracé in Middendelfland) splijt de wijk tot op de dag van vandaag doormidden.

Die splitsing heeft meerdere nare effecten. Zo is een specifiek middelpunt van Overschie lastig vast te stellen. Ook mist de wijk een logische toegangsweg. Vanaf de grote wegen zijn er alleen onder de fly-over van het Kleinpolderplein twee entrees te vinden – eentje naar West en eentje naar Oost, om de splitsing nog maar eens te benadrukken. Je moet dus wel heel slecht kunnen rijden, wil je per ongeluk in Overschie uitkomen. Dat bevordert de bekendheid niet. En tot overmaat van ramp zadelt de grote autostroom op de A13 en knooppunt Kleinpolderplein de inwoners ook nog eens op met permanente geluidsoverlast en een flinke achteruitgang in luchtkwaliteit.

‘De drukste snelweg van ons land splijt de wijk tot op de dag van vandaag doormidden’

Landzicht

Aan de westkant van de snelweg neemt Rotterdam de oude dorpskern intussen stevig onder handen; naast grote renovatieprojecten, gaat er ook heel wat tegen de vlakte om plaats te maken voor centrale winkelstraten. Het is een aanslag op het dorpse karakter van de wijk. Een aanslag die vergroot wordt door de aanleg van industrieterrein Spaanse Polder aan de overzijde van de Delfshavense Schie en de bouw van Vliegveld Zestienhoven ten oosten van Landzicht.

Voor Landzicht betekent de komst van het vliegveld feitelijk de opwaardering van noodvoorziening tot permanent buurtschap. Een buurtschap dat aanvoelt als apart dorp. Sandy Kootkar, die al haar hele leven in Landzicht woont, herinnert zich nog de grote sociale cohesie die het buurtschap kenmerkte. “In de jaren ’80 was het een rasecht dorp. Een hechte gemeenschap waar mensen samen de straat schoon boenden en waar iedereen zijn deur altijd wagenwijd open had staan. Kwam je dat ene kopje suiker tekort of had je behoefte aan een praatje pot, dan liep je zonder aarzelen bij je buur binnen. In mijn tienerjaren heerste er een ons-kent-onsmentaliteit. Gemoedelijk en fijn. Die matjes-kloppende gemeenschap is sindsdien echter flink veranderd.”

Veiligheid

In de jaren ’60 bereikt het aantal inwoners in Overschie zijn hoogtepunt. Er wonen op dat moment ruim 35.000 mensen in de wijk, grotendeels in flats en portiekwoningen. Dat laatste brengt ook criminaliteit met zich mee. In de hoogbouw wonen meer onaangepaste types en naast Landzicht komt een apart wijkje, in eerste instantie zelfs omheind, van 120 huizen waar Rotterdam gezinnen naartoe verhuist die elders niet te handhaven zijn. Dit stukje Overschie heet al snel het Indianendorp. Verloedering en verval blijven voortwoekeren in Overschie. Een familievete houdt de wijk in de greep en resulteert in een straatbeeld vol schreeuwerige graffiti en dichtgetimmerde ramen. Tot aan de jaren ’90 blijft het onrustig, maar na een fatale escalatie gaat de storm liggen.

Fred Baartman is voorzitter van gebiedscommissie Overschie en maakt zich hard voor de veiligheid van de wijk. “Overschie heeft nu eenmaal stukken waar veel werkloosheid heerst en waar bewoners laag opgeleid zijn. Dat gaat nou eenmaal gepaard met wat onrust en criminaliteit. Er was vooral één groep die veel overlast veroorzaakte. Inmiddels hebben we door strenger toezicht en huis-aan-huisacties criminaliteit en diefstal flink kunnen terugdringen. Met de veiligheid in Overschie zit het goed.” Het is een constatering die bevestiging vindt in het feit dat de gebiedscommissie zich nu steeds meer kan richten op preventie van incidenten en het bevorderen van samenhang. Door de continue ontwikkeling is het straatbeeld in Overschie ten goede veranderd, is Baartman van mening.

Dorps in de 21e eeuw

De zestienduizend inwoners die Overschie vandaag de dag telt, kenmerken zich door diversiteit: starters, één-oudergezinnen, oudere stellen en mensen met een ‘rugzakje’. Wat deze mensen gemeen hebben met elkaar is hun band met de digitale wereld. Kootkar spreekt van een mediarevolutie in de wijk. Eentje met negatieve gevolgen voor de dorpse saamhorigheid. “Ik merk dat de tolerantie minder wordt. Ik ben ervan overtuigd dat dit komt door de online media. We hebben elkaar nauwelijks meer wat te vertellen. Conversatie gebeurt online. Ik mis dat dorpse praatje dat vroeger zo vanzelfsprekend was bij Sinterklaasvieringen, op het schoolplein of in de speeltuin. Mensen spreken elkaar niet meer persoonlijk, alsof alles al gezegd is.”

Voor Kootkar is dat onverdraaglijk. “Waarom práten we niet meer met elkaar?!” Zij ziet het gebrek aan intermenselijk contact als grootste uitdaging voor Overschie om het dorpse karakter te behouden. Of deze angst van haar gegrond is, valt overigens nog te bezien. Gek genoeg biedt een ontwikkeling die als een bedreiging voelt, mogelijk juist uitkomst.

‘Ik mis dat dorpse praatje dat vroeger zo vanzelfsprekend was bij Sinterklaasvieringen, op het schoolplein of in de speeltuin’

Park 16Hoven

Die bedreiging zijn grote nieuwbouwprojecten als Park 16Hoven, De Entree en Kleinrijk, wijken die sinds 2007 als paddenstoelen uit de grond schieten en vooral jonge gezinnen aantrekken. Deze hippe nieuwbouw staat haaks op de oudere buurtschappen en de dorpskern. Het brengt dan ook verdeeldheid onder de inwoners. De nieuwbouw vestigt in hun ogen de aandacht op achterstanden in ontwikkeling van de oudere delen van Overschie. “In de oude delen ging op een gegeven moment alles op de schop”, zucht Kootkar. “Buurthuizen, verenigingen, zelfs het speelpleintje. Folders en flyers werden mailtjes, kinderen hadden geen afleiding meer. Dat komt de samenhang natuurlijk niet ten goede.”

Kootkar zet zich met ‘de meiden’ van Buurthuis Landzicht in om activiteiten in het buurtschap levend te houden. “Maar de focus blijft liggen op nieuwbouwwijken terwijl er bij ons nog zoveel te doen en op te knappen is. Hopelijk kunnen we nog meer voor elkaar boksen, de gemeente hoeft alleen maar de geldpotjes te ontdooien.”

De hulp uit onverwachte hoek blijkt juist uit de nieuwbouwwijken te komen. Neem Timo van Schaik uit Park 16Hoven. Hij is bewoner van het eerste uur en trekt hard aan een actief buurtleven. En niet alleen voor zijn eigen stukje nieuwbouw, ook voor omliggende buurtschappen. “We organiseren ontzettend veel. Van Halloween tot een Lentefeest. Met ons Bewonersinitiatief Park 16Hoven doen we er alles aan kinderen en volwassenen te entertainen en met elkaar in contact te brengen. We proberen daarbij ook actief de oudere delen van Overschie te betrekken.”

Van Schaik wil de sociale band in heel Overschie bevorderen met het programma dat vanuit zijn eigen deel van de wijk wordt georganiseerd. “Zo zijn we ook bezig met voorstellingen in het theater in de oude dorpskern. Daarmee komen de nieuwe inwoners ook eens in het oude Overschie. En andersom houden we sportclinics in Park 16Hoven, waarvoor we ook de jongeren uit Kleinpolder en Landzicht benaderen.” Dat soort dwarsverbanden tussen de oude en nieuwe delen van de wijk heeft Overschie hard nodig om haar dorpse karakter en onderlinge verbondenheid in de eenentwintigste eeuw te kunnen behouden.

Mengelmoes

Commissievoorzitter Baartman hoopt de komende jaren vooral de trots van de inwoners aan te wakkeren. Dat het echtpaar Tiny en Lau uit Landzicht een internethit werd, leverde Overschie dan wel het stempel asociaalste wijk van Nederland op, hij vindt dit onterecht. Kootkar en Van Schaik zijn het daar roerend mee eens. Als de

‘Dit blijft een dorp maar wel met de mengelmoes van een grote stad’

buurtinitiatieven en het verenigingsleven in de wijk op pijl gehouden kunnen worden, komt Overschie er in hun ogen wel. Zoals Baartman besluit: “Overschie is een prachtige wijk. Uitgestrekte stukken groen, een kloppend hart en een mooie gemengde samenleving. Dit blijft een dorp maar wel met de mengelmoes van een grote stad. En dat moet vooral zo blijven.”