Kloppend hart van Rotterdam

Diergaarde Blijdorp is van ons

Barbara Hoogsteden Tekst
Joost van der Vleuten Beeld

Jaarlijks ontvangt Diergaarde Blijdorp 1,5 miljoen bezoekers. Hiermee staat de dierentuin in de top 5 van meest bezochte attracties van ons land. “Tuurlijk zijn wij blij met onze nationale uitstraling”, zegt directeur Marc Damen. “Maar Blijdorp en Rotterdam horen echt bij elkaar.”

Feiten en cijfers vliegen om je oren als Damen praat over ‘zijn’ zoo: 350 vrijwilligers, 150 medewerkers (“we doen het met z’n allen”), de grootste vlindertuin van Europa. Begonnen op zijn zestiende met een bijbaan als neushoornverzorger in Beekse Bergen, ging hij Zoötechniek studeren. “Waarom kijken mensen naar dieren in dierentuinen? Hoe gebeurt dit voor dieren op de beste manier? Daardoor werd en word ik gegrepen. Een bezoek aan Blijdorp is een dagje uit, maar ongemerkt krijg je ook educatie. Zodat je hopelijk bewuster omgaat met natuur en dieren.”

In 1988 kwam hij voor het eerst in de diergaarde. Direct wist Damen dat hij er directeur wilde worden. “Wat moet je doen om hier directeur te worden?, vroeg ik toenmalig directeur Ton Dorresteijn. In 2008 volgde ik hem op.”

Generaties Rotterdammers zijn opgegroeid met Diergaarde Blijdorp. Begonnen in 1857 als tuin voor fazanten en watervogels aan de Kruiskade, was zij vooral voor de gegoede burgerij. Besloten werd een nieuwe diergaarde te openen voor alle Rotterdammers in Blijdorp. De verhuizing kwam, door het bombardement, eerder dan gepland. De bouw is nog niet af. Onlangs ging het nieuwe leeuwenverblijf open. Gebouwd in een monument. Damen: “Wij koesteren onze geschiedenis.”

Trots is Damen dat Blijdorp nog steeds een van de toonaangevende dierentuinen van Europa is, ondanks financiële tegenwind. “We bleven doorgaan, met hulp van bedrijven en particulieren. De boodschap: dit is ónze diergaarde. Dat merk ik ook als ik op zaterdag op de markt loop. Mensen spreken mij aan over de dierentuin. Mooi, want Rotterdam en Blijdorp horen bij elkaar.”