Kloppend hart van Rotterdam

‘Het is zo bizar hoe snel dit gaat’

Sander Grip Tekst
Marieke Odekerken Beeld

“Ik kende hem goed, we maakten vaak een dolletje. En hij had nog wel een paar jaartjes meegekund. Eerst kreeg hij wat vage klachten. Toen koorts. We dachten direct: dit gaat niet goed. Op woensdag werd hij getest, donderdag kwam het positieve resultaat en vrijdag was hij overleden. Het is zo bizar hoe snel dit gaat. Corona is echt een andere tak van sport. Ik zit al 31 jaar in de gezondheidszorg en kan wel tegen een stootje. Maar het is voor het eerst dat iets me zó aangrijpt.

Vooral dat afstandelijke; sta je aan iemands bed in een apenpak met jas, bril, handschoenen, schort. Je hebt een paar minuten om te vertellen dat iemands leven geruïneerd is. Je ziet het onbegrip en de angst in iemands ogen: wat gaat er gebeuren? Het is zo snel; je kunt niet eens wennen aan het idee dat het je overkomt.

Na de mededeling geef je wat morfine, want de cliënt hoeft natuurlijk geen pijn te lijden. En dat is het dan. Zonder gevoel. Zonder warmte. En zonder familie, want je afdeling zit op slot. En je doet het wel allemaal, want het is gewoon je werk. Maar toen ik deze cliënt wat hoger in zijn bed wilde leggen, dacht ik toch onwillekeurig even: straks heb ik het ook en ik heb gewoon een gezin. Ik ben nooit van het huilen en zo, maar ik stond over hem heen gebogen met mijn brilletje beslagen van de tranen in mijn ogen. Het is zo enorm heftig allemaal.”

‘Mijn symptomen noem je dus milde klachten. Nou, zelfs dat is al keihard’

“Ik hoor nu niet thuis te zitten. Er zijn al zes collega’s uitgevallen, dus ik voel me onrustig dat ik er nu niet kan zijn voor hen en mijn cliënten. Maar ik heb corona en moet eerst klachtenvrij zijn. Het begon met een niet-pluisgevoel. Wat snotterig. Beetje hoofdpijn. Toen werd ik ook benauwd, dus werd ik getest. Ik was op mijn werk toen de huisarts belde. Ik heb alles uit mijn handen laten vallen en ben direct naar huis gegaan.

Mijn symptomen noem je dus milde klachten. Nou, zelfs dat is al keihard. Het voelt echt alsof ik door een vrachtwagen overreden ben. Kortademig, spierpijn. Alles doet zeer. Dit is griep de luxe.

Als ik straks terugkom op de afdeling heb ik zelf corona gehad en weet ik wat de cliënten meemaken. Maar dan nog is het voor hen zoveel heftiger. Zij zijn oud, mankeren van alles en zitten afgezonderd. Geen bezoek, geen koffieochtend met andere cliënten. Terwijl niet iedereen begrijpt wat er gaande is. De enigen die ze zien, zijn wij, verkleed in een astronautenkostuum.

Als verzorgend team zijn we wel veel hechter geworden. De gedachte is: het is niet de vraag of je het krijgt, maar wanneer. Dat is verwarrend en maakt je onzeker, zeker met de kwetsbare groep mensen waarvoor je werkt. En intussen kraakt en piept de afdeling nu aan alle kanten. Maar we blijven staan, hoor. We doen dit met elkaar en iedereen zet zich voor meer dan tweehonderd procent in.”

Eelko Doornhein – Verpleegkundige ouderenzorg bij Humanitas

Sander Grip en Marieke Odekerken brengen met ‘Helden van de Stad’ een ode aan alle mensen in Rotterdam die de stad draaiende houden tijdens de coronacrisis.