Rotterdam is van oudsher een stad van nieuwkomers. Een stad van pioniers met veel verschillende nationaliteiten. Hoe ervaren zij het leven hier? Deze keer: de Colombiaan Oscar Franco (41).
John de Wolf, Henk Fräser, Regi Blinker. Hoog in het Colombiaanse Andesgebergte, in de stad Bucaramanga, zette Oscar Franco zijn wekker om Feyenoord te zien spelen. Elke zondagochtend weer, om zeven uur. Dat hij ooit in het land en in de stad van zijn held De Wolf zou gaan wonen, kon hij destijds – begin jaren negentig – nog niet bevroeden.
Tot 2001. Oscar had zojuist zijn studie medicijnen afgerond met de hoogste score. Dat viel op bij Nuffic, een non-profitorganisatie die als taak heeft internationale studenten naar Nederland te halen. Zo kreeg Oscar een beurs aangeboden voor een master aan de Erasmus Universiteit. In Australië had hij al eens een jaar vertoefd, Nederland vond hij aanlokkelijk.
Karnemelk
“Mijn beeld van Nederlanders: makkelijk in de omgang, altijd in voor een feestje en voetbalgek, net als ik. Dus ik wilde dit avontuur wel aangaan.” Zo zette hij in 2001 voor het eerst voet op Hollandse en Rotterdamse bodem. “Ik vond de stad meteen prachtig”, zegt hij. “Modern, internationaal. En vooral: veilig.”
Toch deed Oscar ook schokkende ontdekkingen. Hij ontbijt graag met cornflakes. Maar de melk die hij had gekocht was zuur. “Bleek het karnemelk te zijn.” Hij lacht. “Ik heb nog nooit zoiets vies geproefd!” Nederlanders bleken ook anders: zakelijk, nuchter. “Colombianen verwelkomen je in hun huis, laten je in hun bed slapen, maar je moet geen persoonlijke vragen stellen. Nederlanders houden je op afstand, maar willen wel alles van je weten. Daar voelde ik me ongemakkelijk bij.”
‘Nederlanders houden je op afstand, maar willen wel alles van je weten’
Desondanks was het een geboren Hollandse die zijn hart veroverde. “We werkten in hetzelfde kantoor en lunchten samen. Dat werden al snel diners. In 2004 zijn we getrouwd.”
Inmiddels is Oscar geworteld in Rotterdam. Hij is hoogleraar preventieve geneeskunde aan het Erasmus MC en heeft samen met zijn vrouw een zoon van 2,5 jaar. En hoewel John de Wolf al jaren niet meer voetbalt, blijft hij Feyenoord volgen. Soms in De Kuip, maar meestal vanuit hun huis in Hillegersberg. “Geweldig om te wonen als je een gezin hebt. Veel parken, veilig en lekker saai.”