Wie zelfs een stuk van zijn badkamermuur uitspaart om al douchend naar buiten te kunnen kijken, moet wel erg van zijn uitzicht genieten. Dat doet Dick van Sikkelerus ook. Samen met zijn vrouw Wendy, zoon Sam en babydochter Kiki woont hij aan de Bergse Linker Rottekade. Inderdaad: met uitzicht over de Rotte.
Dick was – zeker vroeger – een fanatiek zeiler en zwemmer. Altijd was hij op of in het water te vinden. Zijn droomhuis, want daar mag je hier wel over spreken, moest dus ook aan het water. En toevallig of niet, ook vanuit zijn advocatenkantoor aan de Straatweg kijkt deze verknochte Rotterdammer uit over water. De Bergse Achterplas om precies te zijn.
Zijn huis was niet zomaar een droomhuis. Ruim twee jaar duurde het om de vergunning te krijgen. Dat is nogal lang, vindt ook Dick. Maar aan de andere kant wel goed dat de ambtenarij zo zorgvuldig omgaat met het aangezicht van dit stukje stad. Het is hier mooi en dat moet het blijven. De verbouwing zelf nam nog eens een jaar in beslag. Een complete etage zette hij op het bestaande huis. Hij liet zich daarbij inspireren door de bouwstijl van de villa van het Chabot Museum: helder, licht en ruimtelijk.
De bouwstress is allang vergeten. Als Dick ‘s zomers thuiskomt van het werk, duikt hij eerst de Rotte in. En ook verder voelt het wonen in dit huis, met de gigantische glazen puien aan de rivierkant en zijn eigen boot voor de deur, als een eeuwigdurende vakantie.
Rotterdam zou wat hem betreft best meer mogen doen met de Rotte. Want hoewel de rivier zich in Terbregge en Hillegersberg in volle glorie laat zien, is dat in het centrum anders. Hoe mooi zou het zijn, als je met je bootje tot voorbij de Meent kunt varen, zo het stadshart in? Respect voor de Rotte, wil Dick maar zeggen. Al was het maar omdat dit bescheiden riviertje toevallig wel de naamgever van de stad is.