Kloppend hart van Rotterdam

Gers! op Zuid (1)

Kees Vrijdag Tekst
Beeld: Marieke Odekerken

Van huis uit heb ik niets met Zuid. Mijn vader, Sparta-piet in hart en nieren, zei steevast als Feyenoord had verloren: ‘Er wordt niet gegeten bij de boeren op Zuid’. Hij doelde daarbij op mijn ome Nelis die schuin tegenover de Kuip woonde. Maar toen de vergaderingen over het oprichten van een Theater op Katendrecht van de KvK op de Blaak werden verplaatst naar het Walhallakantoor aan het Deliplein, moest ik vaker de brug over fietsen. En zo raakte ik beter bekend met de buurt.

Waaronder de Walhallalaan. Dan valt je bek toch open als je daar langs de bijzondere vrije huizen fietst. Strakkere standaardgevels worden afgewisseld met ongebreideld creatieve en eigenwijze façades. Wat een feest! Dat de bewoners daarbij ook nog uitkijken op een vrolijk stemmend stuk groen helpt natuurlijk ook.

‘Je bek valt open als je langs de bijzondere vrije huizen fietst’

Nog een stuk groen waar ik heel blij van word: de Educatieve Tuin ‘De Enk’ in Vreewijk. Omdat dit schoolvoorbeeld van visionaire stedenbouw haar 100-jarige bestaan vierde kwam ik er afgelopen jaar met enige regelmaat. Met een groep Rotterdammers uit de promo-hoek bezochten we in de zomer de Educatieve Tuin. Iedereen raakte enthousiast over de Caribische sfeer van de ontvangstruimte: daar wilden we allemaal wel een feestje geven. Maar meer nog sprak het achterliggende idee aan: ‘stadse’ jeugd vertrouwd maken met hoe groenten groeien. Uit de grond. Het is niet zonder reden dat grondlegger Gerrit Roukens geëerd is met een belangrijke onderscheiding.

Alle goede dingen bestaan uit drieën en ook mijn derde ‘gerse’ plek op Zuid is groen. Op zoek naar mijn grootouderlijke wortels op Zuid, aan de Donkerslootstraat 31b, kwam ik langs het pleintje achter de RK-kerk aan het Beukendaal. Daar heet het Dalweg. De mooiste bomen van Rotterdam staan er op een verloren pleintje. De vleugelnotenbomen worden omringd door een in de steek gelaten zalencentrum en een anoniem voormalig schoolgebouw. Alleen de SKVR zorgt er met een slagwerkschool voor enig leven. Wat een gouden plek, zeker in de zomer. Het deed mij denken aan het monumentale marktpleintje in Heenvliet. Zomaar voor het grijpen, ‘op Zuid’.