Kloppend hart van Rotterdam

‘Kunst moet zichtbaar zijn’

Tjeerd Langstraat Tekst
Antim Wijnaendts van Resandt Beeld

De wandschildering in de Markthal, de dichtregel van Jules Deelder aan de Nieuwe Binnenweg en tal van kleine en grotere kunstprojecten. Stuk voor stuk mede mogelijk gemaakt door kunstproducent Mothership. Dit jaar vieren oprichter Jeroen Everaert en zijn team hun tienjarig bestaan. Een decennium waarin ze binnen Rotterdam en ver daarbuiten meer dan driehonderd kunstwerken in de openbare ruimte hebben gerealiseerd. “Werk dat in een atelier ligt, is geen kunst.”

De ingang van het kantoor ligt verborgen in een onzichtbare hoek van de Delftsestraat. Het is een onzichtbaarheid die in schril contrast staat met de zichtbaarheid van het werk dat Mothership voor elkaar krijgt. Het is typerend voor hun werkwijze: onzichtbaar op de achtergrond opereren om de werken van kunstenaars zichtbaar te maken. Oprichter Jeroen Everaert doet open en gaat voor naar boven. Een grote ruimte met antieke meubelen, oude kleden, hippe posters, boeken, tijdschriften en foto’s maken van het kantoor een karakteristiek en – hoe cliché – inspirerend geheel.

“Een zielloze werkplek is niks voor ons”, zegt Everaert. Hij lacht. De toon is gezet. Vincent van Zon, de nieuwe telg die onlangs aan boord stapte van Mothership als zakelijk directeur, schuift ook lachend aan. Het wordt een amusant gesprek. Everaert: “Ik kom oorspronkelijk uit de bouwwereld, waar ik de sales deed. In de avonduren studeerde ik aan de kunstacademie en toen ik mijn diploma haalde, heb ik vrij dramatisch ontslag genomen en ben ik fulltime kunstenaar geworden, haha!”

Dat het leven als kunstenaar heel anders is dan het leven als verkoper, werd Everaert al snel duidelijk.

“Ik was gewend om zeven uur ’s ochtends aan het werk te gaan. Dus dat deed ik nu ook. Zat ik daar om zeven uur in mijn atelier, terwijl andere kunstenaars rond elf uur hun bed uitrolden. Ook miste ik het contact met mensen.”

Dus hing Everaert zijn kunstenaarscarrière aan de wilgen en ging werken voor Showroom Mama en combineerde daar zijn allesoverheersende liefde voor kunst met zijn expertise als salesman. “Na vijf jaar besloot ik voor mezelf te beginnen. Ik merkte dat kunstenaars die succesvol werden, opdrachten gingen afzeggen. Toen ik vroeg waarom ze dat deden, bleek dat de rompslomp naast hun kunstprojecten zoveel tijd en energie opslokte, dat ze zich niet ten volle meer konden inzetten voor hun werk. Dat was voor mij de trigger om met Mothership te beginnen. Ik werd kunstproducent. Een zelfverzonnen term, want het bestaat eigenlijk nog steeds niet. Mijn idee was commerciële partijen en kunstenaars bij te elkaar brengen en voor de kunstenaar alles te regelen, zodat zij zich volledig op hun werk konden storten.”

‘Veel kunstenaars vinden de rompslomp naast hun kunstprojecten te tijdrovend’

Pionieren

En zo geschiedde, op 1 januari 2005 voer Mothership uit om aan een spannende reis te beginnen. Pionieren in een bestaande tak van sport, de kunstwereld, maar op geheel eigen wijze. “Kunstenaars weten vaak niet hoe ze hun werk aan de man moeten brengen. Werk dat in een atelier ligt, is geen kunst. Iets is pas kunst als het te zien is. Een boek is pas een boek als het uitgegeven en gelezen wordt, anders is het niet meer dan een stapel aantekeningen in een la.”

Mothership werkt niet met subsidies, maar matcht kunstenaars met commerciële partijen. “Wij hebben dus geen last gehad van de kaalslag in subsidieland. Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen subsidie. Integendeel. Maar door subsidie raak je een deel van je vrijheid kwijt. Het is de politieke koers die de lijnen uitzet van de kunst. Door financieel onafhankelijk te blijven, kun je in alle vrijheid werken.”

Markthal

Een van de meest recente producties en gelijk ook de bekendste van Mothership is het enorme kunstwerk op het plafond van de Markthal. De Horn of Plenty is ontworpen door Arno Coenen en zijn team. “We hadden Arno en Iris al aangedragen als dé kunstenaars toen de opdracht kwam voor de Markthal. Uiteindelijk moesten er elf van onze kunstenaars pitchen en koos een onafhankelijke jury alsnog voor Arno en Iris.”

Van Zon: “De markt is op zoek naar nieuwe manieren van communiceren. Kunst is een bindende factor; zonder de Horn of Plenty was de Markthal een mooi gebouw geweest, maar meer ook niet. De architect had goed door dat je met het toevoegen van kunst mensen veel meer betrekt en het gebouw daardoor een veel krachtiger symbool wordt. Bovendien zijn nu al ruim twee miljoen mensen bereikt. Mensen voor wie de drempel om naar een museum te gaan skyhigh is, maar die op deze manier toch van kunst kunnen genieten.”

Everaert: “Voor kunstenaars is de stad hun canvas. De kracht van de afgelopen tien jaar gaan we de komende tien jaar doorzetten. Ook internationaal. Want die openbare ruimten benutten is niet alleen voorbehouden aan Rotterdam, maar aan elke groeiende stad.”

Laurenspenning

Jeroen Everaert kreeg in 2014 de Laurenspenning. Deze onderscheiding wordt sinds 1959 uitgereikt aan personen of instanties als blijk van waardering voor hun inzet voor het culturele en maatschappelijke leven in Rotterdam. In het juryrapport stond dat Everaert de penning kreeg ‘voor het enthousiasme, het zakelijk inzicht en de creativiteit waarmee hij kunstenaars en opdrachtgevers met elkaar weet te verbinden. Hierdoor zijn honderden grote en kleine kunstprojecten mogelijk gemaakt, zoals de wandschildering in de Markthal in Rotterdam of de dichtregel van Jules Deelder aan de Nieuwe Binnenweg. Met zijn medewerkers geeft Jeroen Everaert een belangrijke impuls aan de financieel-maatschappelijke positie van kunstenaars en de functie van kunst in de publieke ruimte van Rotterdam en ver daarbuiten.’

www.entherthemothership.com