Kloppend hart van Rotterdam

Een wereld van verschil maken

Sander Grip Tekst
Eric Fecken Beeld

Al jaren is Jan Pierweijer een van de drijvende krachten achter Plaza Arcadia. In samenwerking met het Huis van de Wijk 110-Morgen biedt Bewonersorganisatie 110-Morgen, waar Pierweijer voorzitter van is, ruimte voor een rijke variatie aan activiteiten. “Als wij het niet doen, is er nergens anders in de wijk plek voor deze activiteiten.”

“Een Huis van de Wijk is eigenlijk gewoon een soort buurthuis”, glimlacht Pierweijer. “Maar zo mag je ze niet noemen, want de buurthuizen zijn ooit wegbezuinigd. Probleem was: door die bezuiniging was er in de wijk geen plek meer om allerlei zaken te kunnen regelen of organiseren. Daarom zijn Huizen van de Wijk bedacht.”

Zo’n wijkhuis is de plek waar je terecht kunt voor vragen of hulp, bijvoorbeeld als je schulden hebt of je een taalcursus wilt volgen. Ze worden gerund door welzijnsorganisatie Dock. Maar het huis in de wijk 110-Morgen is een beetje specialer dan dat. En dat is precies het punt waarop Pierweijer om de hoek komt kijken: “Dit is het enige Huis van de Wijk dat mede gerund wordt door een bewonersorganisatie. Toen Dock hier op de begane grond van de flat aan het einde van de Apollostraat kwam, stond er op de eerste etage een restaurant leeg. Dat was failliet gegaan, maar wij als bewonersorganisatie wilden zorgen dat de mensen die hier kwamen eten, dat konden blijven doen. Dus we hebben dat restaurant overgenomen. Om voor een prikkie maaltijden te kunnen blijven serveren aan mensen die het niet zo breed hebben. En van het een kwam het ander. Dus we zijn ook allerlei aanvullende activiteiten gaan aanbieden, naast de dienstverlening van Dock. Omdat het zoveel meer geworden is dan alleen eten, hebben we deze ruimte een aparte naam gegeven: geen restaurant, maar Plaza Arcadia. Voor mij is dit een plek waar elke denkbare activiteit in de wijk georganiseerd kan worden.”

Van volksdans tot kerststukjes maken

Wat dat is? Van een bingoavond, een muzikale zaterdagmiddag met aansluitend een maaltijd en een potje Rock-’n-rollen op zondagmiddag tot breimiddagen, kerstdiner en de paasbrunch. “Ook bieden we onderdak aan clubs en verenigingen die met het wegvallen van het buurthuis geen plek meer hadden in de wijk. Hier vind je dus vaste avonden van de schaakvereniging en de klaverjasclub, de bridgeclub, de volksdansvereniging en de yogaschool.

Maar dat is lang niet alles. Elk jaar hebben we een middag waarop we met het restmateriaal van het bloemenwinkeltje om de hoek kerststukjes maken. Die zijn vervolgens te koop voor een paar euro’s. We hebben het net weer gedaan en ze zijn bijna allemaal verkocht. Dan zie je trouwens dat er ook in deze wijk sprake is van verborgen armoede: het enige stukje dat nog niet verkocht is, is het duurste dat ertussen zat. Vijftien euro is voor sommigen echt veel meer dan ze kunnen missen.”

Dat alles gebeurt met een handvol vrijwilligers van Bewonersorganisatie 110-Morgen. Pierweijer: “Ik kijk soms naar de activiteitenlijst en dan denk ik: iedereen kan toch zien dat je niet zonder buurthuis kunt? En ik zie dat er behoefte aan is; ook in deze wijk is veel eenzaamheid, zeker onder de oudere bewoners. Dat lege huis waar mensen naartoe terug moeten, daar kunnen we niks aan doen. Maar we kunnen wel zorgen dat er overdag wat afleiding is. Daarin zit misschien de grootste toegevoegde waarde. Wij krijgen dan ook veel positieve reacties voor het simpele feit dat we een plek bieden waar mensen elkaar af en toe kunnen ontmoeten.

Dat is ook waarom ik me er tegenaan ben gaan bemoeien. Mensen zonder eten laten zitten, mensen laten vereenzamen in hun eigen appartementje, dat kan niet. Ik wilde helpen, al is het maar een heel klein beetje. Omdat we het met vrijwilligers doen, kunnen we het betaalbaar houden voor de mensen die van een klein aow’tje rond moeten komen. Niet dat we daarop selecteren. Ik zie het verschil niet tussen arm of rijk, tussen eenzaam of niet. Hier is iedereen welkom.”

‘Ik kijk soms naar de activiteitenlijst en dan denk ik: iedereen kan toch zien dat je niet zonder buurthuis kan?’

Extra moeilijk

De afgelopen anderhalf jaar heeft corona de boel wel flink door de war gegooid. Pierweijer: “Ik ken de verhalen van mensen die de deur niet meer uit durven. Dat ze hun zakje huisvuil voor de deur zetten en de buurman het meeneemt om weg te gooien. Zo bang zijn sommige mensen om naar buiten te gaan. Het is heel erg moeilijk die angst te doorbreken. Zeker omdat het nauwelijks te doen is om nog iets te organiseren. Dat doet me nog de meeste pijn: weten dat mensen eenzaam en bang thuis zitten en toch niet kunnen helpen. Rock-’n-roll op zondag en dan maar drie dansparen tegelijk op de dansvloer mogen laten, en dan nog alleen als het partners zijn. Dat soort dingen. Sommige dingen blijven we wel doen: eten bijvoorbeeld. We zetten de tafels verder uit elkaar en bedienen aan tafel in plaats van dat er een buffet is. En als mensen niet naar buiten durven, komen we je maaltijd wel bij je thuis afgeven. Daarom zijn we nu ook met Dock het project Samen Eten gestart. We bezorgen op de locaties Kleiburgh, Borghave, Jaques Dutilhhuis en Maria Mol maaltijden zodat mensen, die normaal alleen thuis zitten, gezamenlijk kunnen eten zonder dat ze hun tehuis uit hoeven. Zo blijven we bezig om de nood te lenigen die ook in deze wijk sluimerend aanwezig is.”

Wat het moeilijk maakt om al die hulp te blijven bieden, is voldoende vrijwilligers vinden. “Zelf draai ik zo’n 25 uur in de week en Tineke zo’n dertig. Dat is best veel. Hoe meer handjes we kunnen vinden, hoe liever het ons is. Ik weet wel waar je het voor doet: het respect en de enorme waardering van de mensen die je helpt. Voor hen maak je een wereld van verschil: je geeft hen plezier, afleiding en een doel om voor uit bed te komen. Met een heel klein beetje van je vrije tijd.”