Rotterdammers maken Rotterdam

Krullenjongen

Mia Spruit Tekst
Joost van der Vleuten Beeld

In zijn werkplaats is Domien Akkermans omgeven door oneindig veel gereedschap voor een van de oudste ambachten van Nederland. Toen de Walvisch, een geliefde brandersmolen, net was afgebrand, kwam hij – vijftien jaar oud – voor een stage bij de Restauratie Werkplaats Schiedam terecht.

Zo kreeg hij de kans om in de eerste jaren van zijn carrière met vier molenmakers mee te lopen voor de restauratie van de molen. “Ik was hun eerste leerling, die hadden ze nooit eerder gehad. Ik hoefde niks te doen, alleen maar m’n mond houden en kijken. Daar heb ik enorm veel van geleerd. Die situatie krijg je eigenlijk nooit meer, dat je tussen zoveel ervaring rondloopt.”

Van veeg- en krullenjongen werkte hij zich op tot volwaardig molenmaker en nu, ruim twintig jaar later, is hij zelf leermeester en bedrijfsleider van de Restauratie Werkplaats. Het ambacht floreert, aan werk ontbreekt het niet. Nederland telt nog zo’n duizend molens – in haar hoogtijdagen waren dat er vijftienduizend – waarvan Akkermans er zo’n 32 in de regio Rotterdam onderhoudt. Met een vast team en een grote groep zelfstandig timmermannen, metselaars en smeden geeft hij leiding aan complexe restauraties en nieuwbouwprojecten. Ook wordt hij regelmatig voor de restauratie van kerken en andere kunstwerken gevraagd. De Schiedamse stichting restaureerde het kruis en de koperen haan van de kerk in Overschie, de Laurenstoren en de appels van kunstenaar Kees Franse aan de Heemraadsingel.

“Goede vaklui zijn lastig te vinden”, stelt Akkermans. “We hebben nu een aantal goeie jongens lopen, maar wat mensen soms vergeten is dat je als molenmaker in een machinekamer werkt. Je hebt te maken met objecten die draaien, bewegen en slijten. Dat is wat anders dan een kozijn timmeren.”

Als je eenmaal volwaardig timmerman bent, heb je nog eens vijf jaar nodig om molenmaker te worden. “En dan maar hopen dat je een leermeester hebt die veel praat”, zegt Akkermans lachend. Aan gespreksstof in ieder geval geen gebrek. Of het nu over houtsoorten gaat of over de persoonlijkheid van een molen. Zoals Schiedammers nauw betrokken zijn bij hun molens, spat zijn liefde voor het vak er aan alle kanten vanaf.

‘Je hebt te maken met objecten die draaien, bewegen en slijten. Dat is wat anders dan een kozijn timmeren’