Rotterdammers maken Rotterdam

Het is er hier 100 procent op vooruit gegaan

Sander Grip Tekst
Rick Arnold Beeld

Tegenwoordig staat hij met kunst en curiosa op de centrummarkt, maar vroeger verkocht Frank vanuit een pandje in ‘t Zwaanshals. Het Woonhuis heette het. Ook daar verkocht hij antiek. “Veel Jugendstil en Amsterdamse School. Ik weet nog dat ik langs de Heinekenbrouwerij reed toen ze aan het slopen waren. Stonden ze originele Gispen-stoeltjes uit het raam de container in te keilen. Ik ben uit de auto gestapt om te vragen of ik ze mocht hebben voor mijn winkeltje. Goud was dat.”

Frank zit in Café Voorheen Vink op de hoek van het Zwaanshals en de Noordmolenstraat. Vanuit het raam is een vervallen geel bordje met daarop Noorderboulevard te zien. Hij lacht schamper: “Dat was zo’n poging van de gemeente om er wat van te maken. Ik opende mijn winkeltje in 1998, toen hadden ze de boel al jaren laten versukkelen.” Volgens Frank zaten er vooral gooi- en smijtzaken in de straat, terwijl de mensen van de gemeente met andere dingen bezig waren dan buurtwinkelstraten leefbaar houden. “In 2005 was de leegstand zo hoog dat ze je een jaar lang subsidie gaven als je hier met een gewone winkel wilde gaan zitten. Dat is het enige beleid dat ze ooit op de straat losgelaten hebben. We hebben hier altijd eigen initiatief nodig gehad om er iets van te maken. Zaken als Pasta Genova, nu opgedoekt, en het Kookpunt, die maakten er echt wat van.”
Verder was het een samengeraapt zooitje, herinnert Frank zich. “Belwinkels, nepsupermarkten en koffiehuizen. Ik heb mijn winkel van de hand gedaan en ben naar Spanje vertrokken. Daar heb ik vier jaar gezeten. Tot ik een meissie tegenkwam; om haar ben ik teruggekomen. Zij woont in Zwijndrecht en ik ben bij haar ingetrokken. Sindsdien sta ik op de mart.”

Hij komt graag op zijn oude stekkie. “Het is mooi te zien dat het ten goede lijkt te gaan. Er komen weer leuke winkeltjes, fijne eetzaakjes en buurtinitiatieven. Dat trekt ook weer andere activiteiten en winkeliers aan.”
Hij heeft er zelfs even aan gedacht weer een winkel te beginnen. “Toch sta ik liever op de mart, dat is vrijer, lekker buiten. Voor mij hoeft het niet meer zo, de hele dag binnen zitten. Maar als ik nu hier kijk, mis ik het wel. Dit is echt een heel leuk stukje van de stad. Weet je”, zucht hij als hij een slok van zijn cappuccino neemt, “ze zijn een paar maanden geleden aan me gaan sleutelen. Stents. En sindsdien voel ik me kut. Maar ja, nog geen vier weken later ging Joop open met zijn café hier. Ik ben gegaan om een buissie te doen. Is ook niet goed voor me, maar wat wil je? We blijven doorgaan en ik blijf hier komen. Het Oude Noorden heeft altijd sfeer gehad en als ik er nu rondloop, zie ik dat het er echt 100 procent op vooruit gegaan is. Dat vind ik fijn, want dit is nog steeds mijn wijkkie.”

Café Voorheen Vink
Frank begint dus met een bakkie in Café Voorheen Vink. Bij Joop, de indiaan. Joop runt de tent met Flip: “De eerste keer dat we zelf uitbater zijn. Dit stond te koop en ik zei tegen Flip: ‘Zeg het maar.’ We zijn gaan kijken en drie dagen later zaten we eraan vast. Ik sta hier overdag, Flip in de avonden. We hebben geen masterplan en geen escape. Alles is verbouwd: andere kleuren, de bar veranderd en de achterwand vernieuwd.”
Je kunt er ook eten, maar daar heeft Joop geen kaas van gegeten: “Ik had vier zussen, dus ik hoefde nooit te koken. Kan het ook niet. Zie je dat krijtbord? Culinaire tostie’s. Geen idee wat dat zijn, moet je de chef bellen als je het wil weten.” Hij schiet in de lach. “Joh, dit is een ouderwets café. Zo eentje die er steeds minder zijn. Zo’n echt keilebakkencafé, zoals je ze altijd gehad hebt in de stad en die er ook altijd moeten zijn. Niet alles hoeft trendy te zijn, toch?”

Whiskybase
Vanuit Voorheen Vink is het drie keer struikelen tot je bij Whiskybase bent. De zaak zit er nu dertien jaar en het is een walhalla voor whiskyliefhebbers. Pam staat vandaag achter de toonbank, hij werkt hier sinds 2021. “Whiskybase is begonnen als een online platform, een database waar nu meer dan 242.000 whisky’s in staan en er komen er elke dag meer bij. De winkel is geopend toen de straat net een beetje opgeknapt ging worden. We zien wel verloop in de winkels maar het aanbod wordt steeds breder.” De winkel zelf loopt goed, stelt Pam. “We horen vaak genoeg: dat lukt je niet, maar één soort product verkopen. Maar we zitten er nog steeds en hebben ook echt veel aanloop.”

www.whiskybase.com

Mr Serious
Gayan komt uit de scene van graffiti street art en is een paar jaar geleden een eigen zaak begonnen. Hij focust zich op zijn eigen merk tassen en accessoires. “Ik heb eerst een tijdje voor andere merken ontworpen, maar wilde een eigen lijn. Dit is mijn kantoor en mijn showroom voor mijn tassenmerk. Ik ontwerp stadse tassen, daypacks en speciale tassen voor spuitbussen. Bags and accessories for personal needs. De aanloop is niet heel hoog, maar daar ligt ook niet de focus. Street art is een niche en in de stad is de scene klein. Hiervoor heb ik in kantoorpanden gezeten. Onzichtbare plekken. Nu ik hier zit, kan ik met de winkel communiceren: ik ben zichtbaar. Er is veel veranderd in de acht jaar dat ik hier zit. Er zijn verschillende winkeltjes met elk een eigen publiek. Dat trekt weer verschillende mensen aan en dat maakt het levendig.”

www.mrserious.nl

Maison Maas
Tweedehands maar dan anders. Zo kun je deze winkel misschien wel het beste omschrijven. Het is vernoemd naar de nu 25-jarige eigenaar Maas en biedt vooral designerkleding. Hier vind je broeken en jassen van Louis Vuitton, schoenen van Yves Saint Laurent en merkkleding uit Japan. “We maken ook eigen producten van hoge kwaliteit reststoffen. Dat is de toekomst van de mode. Tweedehands, lokaal gemaakt en in kleine oplages. Daardoor is er geen overproductie meer. Noem het een merk met een missie. Ik werk ook samen met een heel lief omaatje die mutsen breit van restrollen wol die ik opkoop.”
Maas werkt deels op basis van consignatie: “Jij geeft je hoge kwaliteit vintage producten aan mij en ik verkoop ze. Een keer per maand betaal ik een vooraf met je afgesproken fee. Voor veel mensen is dit fijner dan zelf verkopen via Vinted of Marktplaats.” Hij glimlacht: “Ik zit hier nu 2,5 jaar. Ik zou het tof vinden als Maas een echt Rotterdams merk wordt. Maar ik kijk het rustig aan.”

Marvy Green
Lieke en haar partner Winfried runnen sinds drie jaar de non-profit groenwinkel Marvy Green. Met hun concept willen ze de buitenruimte in de stad vergroenen. Ze zijn bezig met een verhuizing. Binnen de straat want ze willen hier niet weg. “Maar we hebben meer ruimte nodig om onze missie nog beter uit te dragen. Wij staan voor stadsvergroening op kleine schaal. Van bewonersinitiatieven tot groenere balkons en daken. Als we de biodiversiteit in de stad opkrikken, dan stijgt ook het welzijn van mensen in de stad. We werken met een collectief van zzp’ers in de stad en keren de winst aan hen uit.” In de kas in de achtertuin houdt Lieke een plantje omhoog: “Van een biologische hobbykweker in de stad. We bouwen een netwerk van hobbykwekers op waarbij wij inkopen. We zorgen met elkaar voor meer biodiversiteit in onze eigen omgeving.”

marvygreen.com

Zalig
Tweedehandswinkel Zalig zit een jaartje in de straat. Jeroen is samen met zijn vriendin eigenaar. Ze hebben net hun eerste kindje, Miley. Hij is zo trots als een aap met zeven lullen en vraagt of hij wel echt met haar op zijn arm in het blad komt. De winkel is een heerlijke potpourri van stijlen. Jeroen: “Het is een beetje zoals wij tweetjes ook zijn. Ik ben meer van de kleding: Adidas, Fila en Ellesse. En Paul and Shark, wat vroeger echt een ouwelullenmerk was maar nu als een dolle loopt. Mijn vriendin is meer van de nette vintage.”
Ze hadden eerst online een winkel, maar dat werd thuis te veel chaos. Jeroen lacht: “Zoals de zaak eruit ziet, zo zag voorheen onze woonkamer eruit! Een vriend had dit pand maar hij trok eruit. Wij konden zijn contract overnemen. Het voelde goed. Deze straat is thuiskomen, dit is mijn dorpie.”

Gieterij ‘t Swaentje
Horecamannen in hart en nieren Xander en Mickey kochten eind 2023 café Hollandiaan. Ze bouwden het om tot Gieterij ’t Swaentje. “We hebben opgeknapt en daarbij veel intact gehouden. Wel hebben we de achterwand van de bar vernieuwd”, vertelt Xander terwijl zijn compagnon de zaak klaarmaakt om open te gaan. “Wij zijn hier naartoe gekomen omdat we allebei een grote voorliefde hebben voor bruine cafés. Van die zaken van toen het nog echt gezellig was: niemand had een telefoon en de dj stond te roken achter de draaitafel. Dat idee. Wij willen dat gevoel terug oproepen met deze zaak. Ik vind het mooi dat alles hier binnenkomt. De stamgasten van de oude eigenaresse Marja, die de tent vijftig jaar gerund heeft – haar vader heeft de vijftig jaar daarvoor de dienst uitgemaakt hier – komen hier nog steeds. En jonge gasten komen hier ook. Dat is het mooie. Dit is een heel sociale buurt en we zien dat hier in de gieterij terug.”
En ja, die naam. Mickey gaat keihard lachen: “Dat is onze geuzennaam voor een kroeg. Je komt hier niet drinken maar gieten. Het klinkt lekker statig ouderwets. En het mooie is dat er geen andere zijn. Als iemand zegt: ‘Kom je naar de gieterij vanavond?’, dan zijn wij dat. Hoe tof is dat?! Het moet ook niet te serieus worden allemaal, hè. Het blijft wel een kroeg.”