Stylist Fred van Leer werd vroeger gepest omdat hij ‘anders’ was. Maar juist het anders zijn heeft hem later succesvol gemaakt. Terugkijken doet hij dan ook zonder wrok: “Zonder dat gepest was ik misschien wel nooit zo succesvol geworden.”
Fred van Leer (36) groeide op in Alblasserdam en verhuisde op zijn 19e naar Rotterdam. Vanuit een dorp waar hij ‘altijd normaal moest doen’, belandde hij opeens ‘midden in de hysterie’. Samen met zijn vriend ging hij allerlei feesten af. Tijdens een avondje stappen, ontmoette hij Ted Langenbach die Freds hulp vroeg bij de aankleding van onder meer zijn legendarische ‘Now & Wow’-feesten. Al snel kleedde Fred ook de dansers en rolde zo in het vak van stylist. Inmiddels heeft hij al menig bekende Nederlanders gekleed (Sylvie Meis, Kim-Lian van der Meij) en is hij ook vóór de schermen bekend geworden door tv-programma’s als Dames in De Dop, Hollands Next Topmodel, RTL Boulevard en X Factor. Naar aanleiding van de publiciteit rondom pesten én zijn eigen jeugdervaringen, richtte hij begin dit jaar samen met Jamai Loman de website Gepest Maar Trots op.
‘Ook in de homoscène kom ik een hoop bekrompen mensen tegen’
Je bent zelf ook gepest?
“Ja, vanaf mijn achtste. Ik was dik, huilde snel en mensen scholden me uit voor mietje en homo, terwijl ik toen niet eens wist wat dat was. Degenen die mij pestten trouwens ook niet, denk ik. Het gepest heeft ongeveer tot mijn zestiende geduurd. Op de middelbare school was het zelfs zo erg dat ik me tijdens een tussenuur terugtrok op het toilet, terwijl ik met opgetrokken benen op de wc zat, zodat niemand me kon zien en ik dus letterlijk onzichtbaar was. Mensen worden vaak gepest omdat ze anders zijn, terwijl dit ‘anders zijn’ vaak juist iets speciaals is. Het is ook juist het ‘anders zijn’ wat ik om heb weten te zetten naar iets succesvols. Iets negatiefs omzetten naar iets positiefs is niet makkelijk, maar ook niet onmogelijk. Gepest worden is heel vervelend, maar het heeft geen zin om er op 50-jarige leeftijd nog over te treuren. Je moet nu eenmaal zelf de slingers ophangen in het leven.”
Heb je je succes misschien deels te danken aan de pesterijen? Had je het gevoel dat je je moest bewijzen?
“Dat denk ik wel ja. Tot mijn 32e heb ik een enorme geldingsdrang gehad. Daarna kreeg ik eigenlijk pas rust. Zonder die geldingsdrang had ik waarschijnlijk minder hard gewerkt en was ik niet zo ver gekomen. Maar het is ook weer niet zo dat ik ontzettend dankbaar ben dat ik vroeger gepest ben.”
Hoop je dat je met je website het pesten tegen kunt gaan?
“Nee, maar dat is ook niet mijn bedoeling. Dat is net zoiets als dat je het hongersnoodprobleem op de wereld wilt oplossen. Pesterijen zijn er altijd geweest en zullen ook nooit stoppen. Op de website zijn verhalen van bekende Nederlanders te lezen die vroeger gepest zijn, maar het nu redelijk ver geschopt hebben. Hiermee willen we de boodschap aan jongeren afgeven dat ze moeten beseffen dat het wel beter wordt. Dat ‘anders zijn’ juist leuk is en dat juist door dit ‘anders zijn’ een hoop mensen later heel succesvol zijn geworden.”
Denk je dat je jeugd anders was geweest als je in een stad was opgegroeid?
“Een stad is natuurlijk veel weidser dan een dorp. Daar kan meer, dus kun je ook meer jezelf zijn. Maar ook in bijvoorbeeld de homoscene kom ik nog een hoop bekrompen mensen tegen. Sterker nog: ik denk dat er nergens méér gediscrimineerd wordt dan daar. Mijn opa zei ooit: ‘Alles wordt je vergeven in het leven, behalve succes.’ Heel vaak loop ik een homobar binnen en dan roept er iemand iets als: ‘Ik vind je programma zo stom!’ Ze gunnen je niets, hebben blijkbaar niets anders te doen dan op elkaar letten. Gelukkig raken die opmerkingen me niet. Misschien wel juist doordat ik vroeger zo gepest ben. Ik heb mijn goede vrienden. Klaar.”
Fred van Leer over de kledingstijl van Rotterdammers
“De oudere generatie, en daarmee bedoel ik de échte typische Rotterdammer, zie je nog wel eens met glimmende panterkleding en hoog geblondeerd haar over straat gaan. Stiekem vind ik dat wel leuk. Van de jongere generatie word ik erg blij. Ze hebben weinig geld en moeten daarom met weinig middelen creatief zijn. Bij mensen met veel geld zie je vaak het tegenovergestelde. Die hebben dan zo’n aangekochte smaak en dragen precies hetzelfde als de paspop in de etalage van een ‘Dolce & Gabbana’-winkel. Jammer, want eigenheid is het belangrijkste wat er is in de mode.”