“Kan ik al plaatsen reserveren voor de nachtmis met kerst? En hoe duur zijn de kaartjes?” Dominee Bert Kuipers van de Laurenskerk krijgt al in oktober deze vragen. Nou is de kerk door de eeuwen heen niet vies van geld geweest, maar de nachtmis is nog altijd gratis. Gelukkig maar. Santaclaus heeft hier nog geen consumentistisch roet in de Weihnachtsstol kunnen gooien.
Als rooms-katholiek opgevoede jongen van de jaren zestig ben ik daar blij om. Kerstmis was bij ons thuis het hoogtepunt in het kerkelijk jaar: de warmte en het kaarslicht thuis en daarna de wandeling naar de kerk midden in de nacht. Mijn middelbare schooljaren bracht ik door op het Sint Franciscus College aan de Beukelsdijk. Daar gaven de paters franciscanen les aan zeshonderd opgroeiende puberjongens – meisjes zaten elders in de stad. De school had een eigen kapel. Zonder ontbijt fietsten we op maandagochtend door weer en wind naar school, want de Heilige Communie mocht alleen in nuchtere staat worden ontvangen.
In het derde jaar kreeg ik les van pater Beekman. Hij gaf inzicht in de andere wereldgodsdiensten. Misschien was dit vanuit het oogpunt van klantenbinding geen goede zaak voor de Heilige Moederkerk, maar het opende wel onze jonge puberogen voor de buitenwereld. Er bleken miljarden mensen op aarde te zijn die ook geloofden, maar in andere zaken, goden en rituelen. Wat een openbaring. Er zaten heel fascinerende en waardevolle opvattingen tussen. Reïncarnatie bijvoorbeeld. Dat leek mij spannender en frisser dan de wat muf klinkende ‘wederopstanding der doden’. Ik kreeg een veel relativerender kijk op het rijke roomse leven. Als dat de bedoeling van pater Beekman was, dan was zijn missie geslaagd.
In de kathedraal aan de Mathenesserlaan nam ik ooit een foldertje mee met een route door de stad. In een straal van een paar kilometer voerde die route je langs een ongekende hoeveelheid gebedshuizen en religies. Variërend van de Sikh Tempel tot de Russische kerk en van het Boeddhistisch Centrum tot de zeemanskerken van de Finnen, Denen, Zweden en Noren. Kleine juweeltjes soms, zoals de Russisch-orthodoxe kerk, maar even vaak zitten ‘kerkjes’ verscholen in afgeplakte winkelpanden in achterafstraatjes. Allemaal ‘geloven in de stad’. Duizenden mensen die in onze wereldhavenstad naast elkaar leven en niet tegen elkaar opstaan. Het recht van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging is een groot goed. Natuurlijk niet onbegrensd: het eindigt waar de rechten van anderen worden aangetast.
Pater Beekman wakkerde mijn nieuwsgierigheid aan. Zijn les was dat we mensen met andere opvattingen dan waarmee wij zelf zijn opgegroeid, niet moeten uitsluiten. Die les was gratis, net als de kerstnachtmis in de Laurenskerk. Daar kun je geen kaarten voor kopen. Dat is geloven in de stad: hoe meer hoe beter. Gratis en o zo kostbaar.