Wie: Marc Blommaert Wat: kleedkamers in Rotterdam Waarom: het intieme moment van bezinning of reflectie vastleggen
“Bij sportwedstrijden van mijn eigen kinderen kom ik natuurlijk wel in de kleedkamer, maar voor deze serie was ik een indringer. In de kleedkamer kun je als artiest, band of sportploeg je moment pakken. Om te bezinnen, om op te laden, om stoom af te blazen en terug te kijken op je prestatie. Dat is een moment voor jezelf waar normaal geen pottenkijkers bij zijn. En nu was ik een soort vlieg op de muur die ‘stiekem’ meekeek.
Het verschil tussen wat er op het veld of op de bühne gebeurt en hoe het er in de kleedkamer aan toe gaat, is vaak een heel sterk contrast. Door alleen de kleedkamers in beeld te brengen, laat je het aan de kijker te beoordelen wat er gebeurt tijdens de wedstrijd, op de planken.
‘Nu was ik een soort vlieg op de muur die ‘stiekem’ meekeek’
Ik heb daarbij contrast gezocht. Gerard Cox die zich in het Oude Luxor in alle rust en stilte voorbereidt op zijn voorstelling. De kleedkamer is een hokje. Zoals iemand zei: ‘Een heerlijk theater, maar ze zijn vergeten de kleedkamers te ontwerpen.’
Daartegenover staan de sporters. De verzameling stuiterballen van een groep voetballende tieners, in staat om drie wedstrijden op een dag te spelen als het moet. En de waterpoloërs die elkaar al decennia kennen; zij komen druipend en gesloopt uit het water. Zij kunnen geen pap meer zeggen, zitten stuk op de banken en dat maakt het een spannend beeld. Wat is er gebeurd in dat water? Een ander soort spanning zie je bij de Euroband. Zij hadden net nieuwe kostuums en traden daar voor de eerste keer in op. Je ziet de concentratie op hun gezichten. Al die emoties liggen aan de oppervlakte als je in die kleedkamers kijkt.”