Kloppend hart van Rotterdam

Ahoy kapitein!

Karin Koolen Tekst
Kelly Josefien Alexandre Beeld

Rotterdam en de Maas horen bij elkaar als peen en ui in de hutspot. Ook de RET is al sinds jaar en dag veroordeeld tot de Maas om reizigers van Noord naar Zuid te vervoeren. De Maas is de grote kracht van de stad, maar ook een keiharde grens, zo stelt RET-directeur Pedro Peters. Kunnen we het met die Maas nog leuker maken? Ja hoor: met de StadsFerry. De plannen liggen klaar. Deel 3 van onze serie over de RET.

Sluit je ogen en stel je voor: Rotterdam, eind negentiende eeuw. Er is nog geen Erasmusbrug. Geen Van Brienenoordbrug. Zelfs geen Maastunnel. De enige manier om van Noord naar Zuid te komen is via de Willemsbrug. De oude dan, hè, niet die rode van nu. En daar beland je in een continu durend verkeersinfarct, met de vele honderden voetgangers, fietsers, paardentrams en auto’s die dagelijks de oversteek maken. Ook als de brug in 1904 begaanbaar wordt voor de elektrische tram, blijft het een drukte van jewelste. De komst van de Maastunnel (1942) en de Van Brienenoord (1965) zorgt letterlijk voor verlichting. Toch haalt Rotterdam opgelucht adem als de RET in de jaren ’60 de eerste metro introduceert. Om de Rotterdammers kennis te laten maken met dit nieuwe vervoersmiddel, mocht elke inwoner er eenmaal een gratis ritje mee maken.

Kortste lijn

“Het was de eerste metro van Nederland én de kortste lijn ter wereld”, vertelt Pedro zichtbaar trots. “Hij vertrok ondergronds vanaf CS, dook bij Leuvehaven onder de Maas, kwam bij Wilhelminaplein weer bovengronds en eindigde bij Zuidplein.”

Onder het water door dus, want met die Maas dwars door de stad moet je roeien met de riemen die je hebt en het nodige lef tonen. “De Maas is bepalend voor Rotterdam”, stelt Pedro. “Enerzijds een kracht, kijk maar naar de haven, maar ook een keiharde grens tussen Noord en Zuid; het verdeelt de stad, letterlijk én figuurlijk. De Maas bepaalt sinds jaar en dag hoe wij rijden.”

Hoe kun je de Maas als ‘harde grens’ zo optimaal mogelijk benutten? Die vraag is leidend voor de openbaar vervoerder van de stad. De tunnels en bruggen zijn niets nieuws meer, maar kende je de Fast Ferry al? Deze veerdienst van de RET vaart sinds 2008 van Hoek van Holland naar de Maasvlakte en vervoert harde werkers, toeristen en dagjesmensen. Een ritje met de Fast Ferry geeft je misschien wel een kijkje in de toekomst: de Fast Ferry pendelt alleen in de omgeving van Hoek van Holland, de StadsFerry moet straks de hele stad via het water ontsluiten.

Domper

Als het aan Pedro ligt, tenminste. De uitgewerkte plannen voor de StadsFerry lagen er al, vertelt hij met spijt in zijn stem. “We wilden met hetzelfde systeem als de Fast Ferry van Krimpen tot Vlaardingen varen – als het ware een ritssluiting vormen over de Maas, met opstapplaatsen onder andere bij Capelle, Feijenoord, Leuvehaven, de Wilhelminapier, Katendrecht, Schiedam.” Het moest laagdrempelig worden, lekker inchecken met je OV-chipkaart, fiets mee aan boord – dat idee. De pontons waren al ontworpen, de schepen besteld en het geld rond. Op het laatste moment ketste opdrachtgever Stadsregio het plan af. “Bezuinigen”, legt Pedro uit. “Ja, dat was een domper – daar moesten we echt even van bijkomen met z’n allen!”

Tien schepen, was het idee, met elk ruimte voor tachtig man. Elk kwartier een boot en vijftien op- en afstapplaatsen. Leuk? Ja! Handig? Echt wel! Waar het nu nog omslachtig óf erg prijzig is om even naar de overkant te hoppen, zou je straks op de StadsFerry kunnen springen en in no-time aan de andere kant staan. “Rotterdam is er rijp voor”, denkt de directeur. “We zijn booming, prijken op allerlei lijstjes, toerisme neemt toe – we hebben straks een nieuwe Kuip, Feyenoord City.” De boten zouden een aanwinst voor de stad zijn en OV-gebruik stimuleren, denkt hij. “Rotterdam heeft natuurlijk ook een mobiliteitsprobleem; bruggen raken vol, de Maastunnel gaat straks weer dicht. We willen niet voor niks een nieuwe stadsbrug. Nou, dit is ook een soort brug.” Wat de RET betreft kunnen we dus binnen twee jaar van het Lloydkwartier naar Katendrecht hoppen. Of van De Esch naar de Wilhelminapier. “Plannen liggen er. Het is ook niet ingewikkeld om op te zetten – het is een kwestie van politieke besluitvorming.”

In elkaars vaarwater

Is er geen risico dat de StadsFerry in het ‘vaarwater’ van bijvoorbeeld de Spido of de watertaxi gaat zitten? Pedro: “We waren inderdaad even bang dat zij ons als concurrentie zouden zien, maar niets bleek minder waar. De Spido heeft een andere doelgroep en andere activiteiten.” De watertaxi is juist weer echt een taxi, waar de Fast Ferry vergelijkbaar is met een tram of bus waar je ook nog eens met je fiets aan boord mag. “Ze zien het als verrijking. Immers, hoe meer levendigheid op het water en in de stad, hoe beter. Zo heb je profijt van elkaars activiteiten!”

Van die harde grens iets leuks maken, stelt Peters: “Dat is toch geweldig!” De directeur van de RET heeft er vertrouwen in dat het ditmaal echt goed gaat komen. “Het is tijd om het plan uit de koelkast te trekken – het zou gek zijn als het niet lukt.”

Ondertussen denkt de RET ook hard mee over de nieuwe stadsbrug, waar uiteraard ook een tram overheen moet. Peters: “Wij willen ook graag een tram door de Maastunnel, al is daar nog geen besluit over genomen.”

Met een beetje duimen en goede wil van Stadsregio moet de RET straks de opleiding tot kapitein verzorgen. Want dat die StadsFerry er moet komen, staat natuurlijk als een paal boven water. Menig Rotterdammer zal stellen: kom maar op met die bootjes.

Zeehonden

Tot die tijd doen we het met de Fast Ferry bij Hoek van Holland. Kunnen we vast wennen. Parkeren en opstappen, doe je bij Hoek van Holland Haven. De boottocht brengt je via Landtong en Pistoolhaven naar de Maasvlakte. Onderweg zie je enorme zeeschepen en containers. De opgewekte, vriendelijke en oer-Rotterdamse mevrouw van de kaartjes geniet zichtbaar van haar werk op het water. Gevraagd en ongevraagd, maar immer stralend en met passie, vertelt ze over de schitterende natuur en de omliggende haven. “Effe kijken of we zeehondjes zien liggen hoor…”, zegt ze. Wie geluk heeft, ziet ze liggen bij Landtong – een ruig, duinachtig gebied. De kapitein houdt steevast in om de passagiers een kijkje te gunnen.

Vandaag geen geluk, helaas. De kinderen mogen mee voor een kijkje in de kajuit. Tot de StadsFerry een feit is, doen we het graag hiermee. Een dagje uit in eigen stad.