Rotterdammers maken Rotterdam

(0)10 Ondernemers

Kees Vrijdag Tekst

 

Foto: Marieke Odekerken

“Als u het allemaal zo goed weet, waarom bent u dan zelf geen ondernemer geworden?” Zo luidde de bitsige slotvraag van een presentatrice bij een bijeenkomst in De Machinist voor jonge creatieve ondernemers. Daar sta je dan als KvK-man, op zaterdagmorgen, uitgerukt met tien praktische ondernemerstips. Tja, waarom geen ondernemer? Ik ben beter in ‘praatjesmaken’ dan ‘zakendoen’. Er moet iets speciaals in je genen zitten, wil je een succesvol ondernemer zijn. Zeker in Rotterdam. Ik ga er tien noemen en in steekwoorden omschrijven. Vrouwen en mannen die mij ondernemend opvielen.

Maaike Dogan van Obba, twaalf vergunningen nodig om haar droom, een lounge restaurant in een Oosterse tent aan de Rijnhaven te realiseren. Ze zette haar tanden er in en het lukte. Nu runt ze ook een van de succesnummers in de Markthal.

Marco Stout van Stout-Kramer, de man die in zijn vrije tijd – hij moet ook een bedrijf runnen, maar dat lijkt haast wel bijzaak – een verloren straat wakker heeft gekust. Zijn passie voor de Opbouwtijd in het Hoogkwartier steekt je aan.

Rachel van Olm van Theater Walhalla: ‘powerwoman’ voordat het woord bestond. Zomaar een uitspraak: “Met die brouwer gaan we dus zeker niet in zee, want dan geven we alles weg.” En dat gebeurde dus ook niet. Ongebreidelde creativiteit gepaard met tomeloze energie en ambitie, ondanks fysieke tegenwind.

Robin von Weiler van Von Weiler Investments, de ‘Meent-Man’ met gouden schoenen. Van distributie-baas in de haven naar onroerend investeerder, die het beste naar boven haalt in Hillegersberg en het Centrum. “Die bomen aan de Meent zijn de maat waar ze alles maar omheen moeten ontwerpen; die bomen blijven dus staan.” Uitgesproken en duidelijk in zijn opvattingen, maar tot op de millimeter onderbouwd met feiten.

Cor Krouwer van ’t Moderne Handwerkhuis behaalde vol trots haar middenstandsdiploma in de jaren ’50. Ze trotseerde de Winkelsluitingstijdenwet in de jaren ‘60. “Zo’n goede klant laat ik niet lopen”, zei ze dan. Dus ging de winkel na zessen open, met de lampen uit. Je ging op de bon als de wijkagent het zag, maar daar had ze lak aan. Haar klanten waren allemaal koningin. Mijn vader vond dat ze daarin te ver ging. Maar die was, vooral op familiefeestjes, ook meer van het ‘praatjesmaken’. Als ik meer genen van de ‘Krouwerskant’ had meegekregen, was ik misschien wél ondernemer geworden.

‘Er moet iets speciaals in je genen zitten, wil je een succesvol ondernemer zijn. Zeker in Rotterdam.’

Leendert Bikker van World Expo Rotterdam 2025: wie niet achter zijn dromen aan gaat, verliest altijd. Van voorzitter van de Jong NCW tot de grote man achter de Wereldexpositie via een spraakmakend eigen communicatiebedrijf ‘with the same name’.

Frans Lavooij van Nedspice: de 40-jarige opleiding aan de Academy of life zijn alles bepalend. Groot in grote zaken maar met veel oog voor detail in kleine zaken. En besluitvaardig en vasthoudend in tijden van crises. “Je blijft in de winkel en je geeft niets toe”, zo hoorde ik eens.

Mustafa Ouarssani van Bon Quality: verborgen op één hoog in de Billboard Mall aan de West-Kruiskade, mijn kapper met onnavolgbare Marokkaanse charme. Van party-vrijgezel naar moslimvader-met-baard van twee kinderen. Voor de prijs van een filmkaartje heb je een real-life exotic Rotterdam experience.

Maarten Reijgersberg van Rauw CC, man met baard, bolhoed en Natte Thee als relatiegeschenk, met een professionele passie voor social media. Is de grote driver achter de social media week in Rotterdam en doet achter de schermen nog meer voor de stad.

Franny van Linschoten van Keurslagerij Van Linschoten, waar ik in mijn studententijd al Chinees gehakt kocht. Wat zou er van de Lusthofstraat zijn geworden zonder Franny? En welke slager in Rotterdam timmert er zo aan de weg met een verdubbeling van het winkeloppervlak?