Rotterdammers maken Rotterdam

Ik ren met je mee, ik ren niet voor je

Sander Grip Tekst
Marieke Odekerken Beeld

Mensen met een arbeidsbijzonderheid. Alex Alingh-van der Schalk vindt dat een prettigere term dan ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. Dat hebben deze mensen namelijk niet volledig, stelt hij. Vandaag maakt Alex een rondje langs enkele mensen die hij aan werk geholpen heeft. “Het gaat er vooral om dat zij een beetje maatwerk nodig hebben. En een werkgever die er zin in heeft om net iets meer te doen in de begeleiding dan bij anderen nodig is.” Via Pameijer legt Alex contact met bedrijven in de regio Rotterdam om cliënten aan werk te helpen. Van werkervaringsplek tot vaste baan.

Het mooist vindt Alex als het mensen lukt een vaste baan te krijgen. “De match tussen mijn cliënten en een werkgever is prachtig om te zien. Voor mijn cliënten is het enorm goed voor hun eigenwaarde en voor de werkgevers is het interessant dat zij een goede arbeidskracht in huis halen tegen lagere loonkosten dan anders.”

Alex begon zelf in de jaren 80 bij de politie. Hij wilde eigenlijk sportleraar worden, maar zijn vader zei altijd: zorg dat je onder de overheidsparaplu terechtkomt, dan heb je zekerheid. “Om hem te pleasen, heb ik gesolliciteerd bij de politieacademie. En van de honderd sollicitanten gingen er drie door. Daar zat ik tot mijn eigen verbazing bij. Omdat ik bij de politie ook veel kon sporten, dacht ik: dan doe ik het maar ook.” Hij begint op straat in de Chevrolet C10, een klassieke Amerikaanse slee.

Van kok tot kelner
In 1998 komt er een ommekeer in zijn werk. Alex krijgt de taak een overlast gevende groep jongeren die rond winkelcentrum Oosterhof rondhangt te resocialiseren. “En verdomd, ik kreeg ze allemaal aan het werk”, glimlacht hij terwijl hij zijn auto naar het industrieterreintje achter diergaarde Blijdorp stuurt. “Na dat project werd ik opgebeld door het Jongerenloket van de gemeente. Of ik hetzelfde wilde gaan doen bij hen, met moeilijk te begeleiden tieners. Ik kreeg het weekend de tijd om erover na te denken; maandag zou de vacature in de krant gezet worden. Na een paar dagen naar het plafond staren, heb ik ja gezegd.”

Het is een bijzondere periode, waarin Alex kan meeliften op vergelijkbare projecten in Rotterdam en in andere steden om ervaring op te doen. En hij had een zak geld om dingen te doen: “Zo kochten we een restaurant in Delfshaven om jongeren op te leiden in alle disciplines, van kok tot kelner.” Als de gemeente in 2004 een reorganisatie doorvoert, is het voor Alex en zijn collega’s tijd om de vleugels uit te slaan en zelf een bedrijf op te richten om jongeren te coachen naar werk. Voor de gemeente bleek het ideaal om zo deze taken te blijven aanbieden maar er niet langer verantwoordelijk voor te zijn.

Vrije hand
De aanpak van Alex is er eentje van begeleiden en coachen, perspectief bieden en eerlijk zijn: “Ze in beweging brengen door duidelijk te zijn dat je hen helpt maar ze zelf verantwoordelijk blijven. Ik ren wel met je mee, ik ren niet voor je. Dat idee.” Als Alex zich niet langer kan vinden in de commerciële visie van het bedrijf, stapt hij over naar zorginstelling Pameijer, die er naar eigen zeggen ‘is voor iedereen voor wie meedoen in de samenleving lastig is’. Ook daar is behoefte aan iemand die mensen aan betaald werk kan helpen. “Ik kreeg de vrije hand om binnen het team van job coaching het werk uit te gaan voeren zoals ik het voor ogen had. Daarnaast ben ik de enige die deze functie combineert met de functie van accountmanger waardoor ik betaalde banen bij werkgevers genereer én samen met het team jobcoaches mensen kan plaatsen op die banen. Het is belangrijk voor iedereen om je nuttig te voelen. Dat kunnen bieden, is het mooiste werk dat er is.”

Hij glimlacht als hij zijn auto parkeert voor Carwash Rotterdam. Bij het uitstappen, stelt hij met lichtjes in zijn ogen: “Mijn werk stopt eigenlijk als mensen een vaste baan krijgen. Maar ik houd graag vinger aan de pols. Ik kom af en toe langs om te zien hoe het gaat en als ik iets kan betekenen, doe ik dat.”

Peter Bruinsma
Carwash Rotterdam

Ik voel me als een vis in het water
“Alex heeft deze werkplek voor mij gevonden”, vertelt Peter Bruinsma vol trots. “Ik was echt verbaasd dat het zo groot kan zijn in een carwash. We hebben een wasstraat, zes boxen waar je zelf je auto kan wassen en ook nog een tweede hal met stofzuigers en alles. Ik vind het een heel leuke plek om te werken. Ik heb toffe collega’s die heel aardig zijn.”

Elke dag dat hij werkt, opent Peter de zaak. Hij is zo’n werknemer die liever een uur te vroeg is dan vijf minuten te laat. “Ik heb een eigen sleutel. Ik doe de lampen aan, neem een bakkie koffie en zet de televisie aan voor de camerabeelden. Daarna start ik de kassa op en ga alle machines vullen. En pas daarna begint het echte werk!”

Peter heeft twee maanden proeftijd gehad en werkt inmiddels op een jaarcontract met uitzicht op een vaste baan. Hiervoor werkte hij in de Fenix Food Factory: “Ik deed daar alles. Helpen in de keuken, spoelen, uitloop van eten en drinken, terrassen opruimen. Maar ik kon niet zo goed omgaan met de manier van werken daar. Heel de tijd werd ik gepusht en ik stond vaak helemaal alleen. Als ik op mijn werk kwam, moest ik de rotzooi van de vorige dag opruimen en kreeg op mijn kop als ik dat niet snel genoeg deed. Ik stond vaak in een klein keukentje en daar werd ik geïrriteerd van. Bij Dave werk ik nu lekker buiten.”

Wat voor Peter ook echt een pluspunt is: zijn werkgever snapt hem. “Ik krijg de ruimte die ik nodig heb en daarom voel ik me als een vis in het water. Wat ik heel tof vind, is met collega’s op pad gaan naar klanten. Dan gaan we bijvoorbeeld naar de Douane of Benu Apotheek om daar hun auto’s te wassen. Dan doe ik de buitenkant en mijn collega de binnenkant. Ik neem altijd twee doekjes mee: een grijze voor het overtollige vuil en dan een gele om de auto helemaal netjes te maken. Oh ja, en woensdag is het Lady’s Day! Dan krijgt elke vrouw die komt korting van ons. Ik voel me hier gelukkig.”

Geen verrassingen
Ook carwash-eigenaar Dave is blij. Het leek hem een interessante optie om met gasten als Peter te werken. “Veel jongens stoppen na een tijdje omdat ze de terugkerende handelingen op een gegeven moment zat zijn. Peter vindt dat juist fijn. Geen verrassingen, dat geeft hem rust. En hij wil die steeds terugkerende handelingen zo perfect mogelijk doen. Het is echt heel leuk als dat uiteindelijk lukt, voor hem maar ook voor mij. Hij kan de carwash inmiddels helemaal zelfstandig draaien en hij voelt zich verbonden met het werk en de werkvloer. Iemand als Peter, die zo graag wil werken en het zo graag écht goed wil doen, dat is fantastisch.

Met elkaar kunnen we echt iets bijzonders opbouwen”, stelt Dave. “Hij is altijd gefocust op de klanten tevreden stellen. En hij is altijd vrolijk. Als ik Peter zie werken, denk ik altijd: gasten zoals hij hebben geen afstand tot de arbeidsmarkt, die arbeidsmarkt heeft een afstand tot hen. Kun je je voorstellen? Peter is licht verstandelijk beperkt en formeel zou hij niet geschikt zijn om te werken. Maar zet hem thuis op de bank en hij stuitert tegen de muren op. Hij wil werken, hij wil iets kunnen betekenen en ik vind het mooi dat ik hem dat kan bieden.”

Om die woorden van zijn baas luister bij te zetten, veert Peter ineens op. Er komt een auto aan en hij moet weer aan de slag. Vlug geeft hij een hand en met een brede glimlach op zijn gezicht stapt hij in zijn kaplaarzen. Op naar een nieuwe klant.

Eric-Peter van Gilst
Hogeschool Rotterdam

Als het niet goed gaat, zitten we in de problemen
“Ik vind dingen met computers doen leuk”, begint Eric-Peter van Gilst zijn verhaal. Hij zit achter zijn bureau op de administratie van de Hogeschool Rotterdam. Twee schermen op zwaaiarmen hangen boven zijn werkblad. “Ik houd van problemen oplossen. Eerst werkte ik op het Werkplein in Capelle aan den IJssel. Er kwam een functie voorbij waar een andere kandidaat beter was dan ik. En toen kwam Alex voor het eerst in beeld.” Alex ging naar de Hogeschool en vertelde dat Eric-Peter een heel goede medewerker is, maar dat hij wel goed begeleid moet worden. De Hogeschool zag daarin geen probleem; ze hadden zelfs al goede ervaringen met mensen die eerder via Pameijer bij hen aan de slag gingen.

Trouble shooter
Inmiddels werkt Eric-Peter al een paar jaar op het Dienstenplan van het opleidingsinstituut. Hij regelt alles voor de docenten en studenten. Van diplomering en bestellingen tot het digitaal klaarzetten van de tentamens. Hij glimlacht verlegen: feitelijk kan niemand tentamen doen zonder hem. “Ik doe al het voorwerk, zodat de docent alleen de toets nog hoeft te koppelen. Daarna kunnen de studenten hun tentamen doen. En als er tijdens het tentamen een probleem is, dan spring ik bij als trouble shooter. Het is een verantwoordelijke functie, want als het niet goed gaat, zitten we in de problemen met onze toetsen.”

In het autistische spectrum zit Eric-Peter aan de letterlijke kant: alles wat mensen tegen hem zeggen, neemt hij letterlijk. Toen er een herkansing in het systeem bleek te staan op de plek van een reguliere toets en hij de vraag kreeg dat nog diezelfde dag op te lossen, had Eric-Peter in zijn beleving dus tot middernacht. Daardoor waren ze op de hogeschool een aantal uren behoorlijk zenuwachtig, maar ook de school leerde ervan. “Nu kennen ze mijn gebruiksaanwijzing en gebeuren zulke dingen niet meer”, stelt Eric-Peter nuchter.

Tassen vol broodjes
Eric-Peter werkt inmiddels al vijf jaar bij de Hogeschool Rotterdam. Hij geniet intens van zijn werk: “Ik zit nooit stil en moet van alles regelen. Ik krijg veel verantwoordelijkheid. Ik doe soms bestellingen van meer dan tweehonderdduizend euro. Ze verwachten dat ik het goed doe en dat doe ik ook. Ik vind het wel fijn dat ik nog steeds begeleid word door Pameijer, dat geeft me rust en vertrouwen. Ik woon op mezelf en heb daar ambulante ondersteuning van Pameijer. Zo kan ik altijd bij ze terecht als ik ergens mee zit.”

Hij gaat verzitten en begint te stralen. “Op donderdag heb ik de belangrijkste taak van de week”, stelt hij met een glimlach. “Dan ga ik naar de Surinaamse broodjeszaak op de Nieuwe Binnenweg en haal ik voor iedereen de lunch. Dan sjouw ik met tassen vol broodjes. Ik schiet het voor en stuur daarna een Tikkie naar iedereen.” Hij geniet ervan om dit te kunnen doen. Voor zichzelf en voor zijn collega’s: “Ik wil gewoon graag werken, bewegen. Net als met voetballen. Als ik in de wissel zat, dan pakte ik de vlag en ging ik langs de zijlijn staan. Toen mijn team uit elkaar viel, ben ik gaan fluiten. Dat doe ik nog elke week bij Excelsior. En iedere woensdag trainen we met alle scheidsrechters.” Hij glimlacht nog maar eens als hij tot slot opmerkt: “Alleen voor Disney+ en voor een computergame kan ik wel een tijdje stilzitten.”

Renate Flohr
Het Rotterdams Warenhuis

Dirk van der Well
UWV

Het is rustiger nu we écht samen zijn
Dirk van der Well, een kei met computers, werkte eerst bij de ICT Academy van Pameijer. Van daaruit heeft hij zelf gesolliciteerd bij uitkeringsinstantie UWV. Als servicedeskmedewerker mag hij vanuit huis werken. Zijn vriendin Renate Flohr heeft lang als rechercheassistent bij de politie gewerkt. Nadat ze de diagnose kreeg dat ze op het autistisch spectrum zit, kon ze via Pameijer ander werk vinden. Nu is ze in dienst bij het Rotterdams Warenhuis waar ze als administratief medewerker ook veel hand-en-spandiensten verleent. Alex zijn laatste stop van vandaag is bij het stel in Ommoord, waar ze sinds kort samenwonen.

Een van hun twee katten loopt wat zenuwachtig rond, geeft het been van Dirk een kopje en haalt een kroel bij Renate. Dan drentelt het beestje weg, om even later weer langs te komen voor wat aandacht. Intussen is Dirk op een hoge stoel gaan zitten. Hij kijkt om zich heen, zichtbaar trots op het stekkie dat hij samen met Renate opgebouwd heeft. “Ik ben in 2009 begonnen bij de Academy, daarna ben ik op Zuid gaan werken in het repair café. Ik vind het leuk om mensen te helpen. Na een paar jaar ben ik teruggegaan naar de Academy om er een eigen servicedesk op te zetten.”

Die desk heeft Dirk vervolgens jaren gerund, samen met een paar collega’s. In november 2020 kwam Renate naar de Academy, op zoek naar een nieuw doel in haar werkende leven nadat ze bij de politie vertrokken was. “Dat is een jaar waarin er veel gebeurde”, verzucht ze. Dan kijkt ze Dirk aan met een warme blik. Hij draait zijn ogen verlegen weg en herinnert zich: “Lang durfde ik niet maar ik heb toch de stoute schoenen aangedaan en haar gevraagd wat ze ging doen het weekend. Dat weekend zijn we naar Gouda gegaan en het was zo gezellig dat we aan elkaar zijn blijven plakken.” Zijn timing was achteraf gezien perfect: na dat weekend ging het land op slot vanwege de coronapandemie.

Thuiswerken
Tijdens de pandemie lukt het ze af te blijven spreken en langzaam maar zeker bloeit de liefde op. Als Dirk aangenomen wordt bij het UWV, steunt Renate hem onvoorwaardelijk. Hij werkt op een afdeling met veertig man personeel en gezamenlijk ondersteunen ze de gehele organisatie. Nu de pandemie alweer even achter ons ligt, wil het UWV haar werknemers weer naar kantoor, maar voor Dirk is er een uitzondering gemaakt: hij mag volledig vanuit huis werken. “Dan word ik minder afgeleid”, stelt hij onomwonden terwijl hij samen met Renate zijn werkkamer laat zien.

Sleeptouw
Voor Renate was er na 28 jaar geen toekomst meer bij de politie. Via Alex lukte het een outplacement te organiseren. “Ik was zelfstandig in mijn werk maar liep ook op mijn tenen. Na een psychologische test bleek dat ik autisme heb. Dat kwam als donderslag bij heldere hemel, maar uiteindelijk vind ik het fijn om te weten want het verklaart ook een aantal dingen. Zoals waarom ik steeds vastliep in mijn werk. Na een aantal gesprekken bleek het werk dat ik altijd gedaan had ook niet zo goed te passen bij mij.”

Op de ICT Academy van Pameijer kan Renate in alle rust ontdekken wat wel bij haar past. “Ik ben uiteindelijk begonnen bij het Rotterdams Warenhuis. Eerst als vrijwilliger, maar inmiddels heb ik een contract. Ik ben blij dat Alex me op sleeptouw genomen heeft, want nu ben ik gelukkig. Ik vind het fijn dat het een kleine organisatie is. Ik voel geen druk om mezelf te moeten bewijzen en ik weet precies waar ik aan toe ben.”

Samen
In februari 2024 zijn Renate en Dirk gaan samenwonen. “Het gaat goed”, stelt Dirk terwijl de kat nog een keer langs zijn benen komt schuren. “We hebben de sprong gemaakt en met onze begeleiders afspraken gemaakt.” Renate vult aan: “We waren al heel veel samen, het is een stuk rustiger nu we écht samen zijn. Ook in ons werk hebben we nu rust, dus het gaat erg goed.” Ze kijkt Dirk aan. In zijn ogen ligt de bevestiging: het gaat héél goed samen.