Een idee: je stelt alle technologie van het moderne voetbal beschikbaar aan een amateurelftal vol puberende jongens. Gaan zij daar beter van voetballen? In de vierdelige serie ‘FC Banlieue’ gaat filmmaker Wouter Vogel dit experiment aan. Hij volgt het team jongens onder 19 van voetbalclub FC Banlieue/HWD uit Rotterdam Overschie. Naast een blik op voetbalinnovatie is de serie vooral een inkijkje in de turbulente leefwereld van jongvolwassenen met al hun grote en kleine problemen. En hoe zij elkaar altijd weten te vinden op het voetbalveld.
De perspremière van FC Banlieue vond plaats op maandag 4 maart in KINO Rotterdam, de serie is vanaf donderdag 7 maart te zien op NPO Start. Wouter heeft genoten van de voorstelling. Uiteraard omdat zijn werk voor die ene keer op het grote witte doek te zien was. Maar ook om te zien hoe die Rotterdamse opgeschoten schoffies – type grote bek, klein hart – reageren op het eindresultaat. “Ik voelde dat ze trots op zichzelf waren. Tegelijk vind ik het mooi om het verschil in beleving te merken: de momenten waarop ik moet lachen en zij niet en andersom.”
Zoveel meer dan voetbal
In de vierdelige serie volgt Wouter de leden van JO19 van FC Banlieue; de club die voorheen HWD heette en die ingeklemd ligt tussen de A20 en de Schiegevangenis. Voor hem waren er verschillende redenen om dit project op te pakken: “Technologische vooruitgang in sport roept twee tegenstrijdige reacties op: mensen zijn keihard vóór of keihard tégen. Maar waar komt die kloof vandaan en wat gebeurt er nou eigenlijk aan technologische vernieuwing in het voetbal? Daar was ik benieuwd naar. Ik wilde achter de schermen spieken en dan wat ik daar zag vertalen naar een amateurteam dat een heel gemiddeld balletje kan trappen. En wat is er dan mooier dan een groep pubers? Die leeftijd dat nog alles kan, dat er kansen liggen, maar er ook allerlei tekortkomingen aan het licht komen. Ze zijn met zoveel meer dan alleen voetbal bezig. Ze gaan richting hun eindexamen, in die lijven verandert van alles, ze krijgen verkering, mogen voor het eerst drinken en gaan stappen. Alles komt tegelijk. En in die draaikolk moeten ze zichzelf ontdekken en vormen.”
Niveauverschil
In de serie wordt snel duidelijk dat technologie alleen niet voldoende is om voetballers beter te laten spelen. Talent, doorzettingsvermogen, onderlinge interactie, het voor elkaar willen strijden. Dat alles speelt mee in de voetbalontwikkeling. Zoals een van de data-analisten in de serie stelt: op dit niveau kun je beter aan de basis werken, pas als die goed is kun je extra procenten ontwikkeling winnen in datagebruik. Of zoals Wouter het verwoordt: “Het niveauverschil tussen profs en amateurs is zo groot, dat je technologie niet zomaar toe kan passen op het amateurniveau.”
Verbondenheid
En daarom gaat het op dat amateurniveau eigenlijk ook om iets heel anders dan beter spelinzicht: het gaat niet om beter worden door data maar om de zaterdag dat je met elkaar bent. Dat je je problemen even kan vergeten en dat je met je maten gewoon plezier hebt in een balletje trappen. Dat je geniet van die mythische derde helft. En dat je met je team vrienden bent en samen gaat stappen, de wereld ontdekt en uitvindt wat jij belangrijk vindt in het leven. Want ook dat is voetbal.
En vooral dat is te zien in de serie. Wouter liep acht maanden mee met het team en werd daarbij ook geconfronteerd met zijn eigen jeugdherinneringen: “Bijzonder om te ervaren, die nostalgie in jezelf. Je gaat met zijn allen door dezelfde levensfase, loopt tegen dezelfde dingen aan, vindt steun bij elkaar. Juist door dit ook in de serie terug te laten komen, hoop ik verdieping aan te brengen; herkenning en emotie bij de kijker op te roepen.”
Verhaallijnen
De serie richt zich vooral op de goedlachse coach Nico, die met zijn platte tongval en harde grappen op en top Rotterdammer is. Daarnaast volgt de serie Stijn, de spits die ook model is en soms enkele weken op pad is voor zijn werk. En Nassr, keeper met duikangst die aan de hand van Heerenveen-keeper Andries Noppert en een sportpsycholoog letterlijk met vallen en opstaan over zijn angst heen geholpen wordt. In die zin is de serie een soort coming-of-age van een groep puberjongens en hun coach. “Je leeft mee met die gasten. Je ervaart de groepsdynamiek en tegelijk volg je het bijzondere verhaal van een paar van hen. Ik probeer een genuanceerd beeld van technologische innovatie en datagebruik neer te zetten, maar ik wil vooral ook mensen raken met de levensverhalen van deze gasten. Het gaat vooral over een levensfase die we allemaal kennen en hebben doorgemaakt. Die herinnering oproepen, vind ik het mooist.”