Als hij de Erasmusbrug oversteekt en Zuid betreedt, voelt Reggery Gravenbeek zich thuis. “Ik ben in Dijkzigt geboren, maar op Zuid getogen. Hier hoor ik. Als ik over die brug kom, voel ik warmte.”
“Ik houd van heel de stad”, gaat Reggery verder, “maar Zuid heeft iets speciaals. Dit deel van de stad voelt anders; op de een of andere manier is de mentaliteit hier anders. Het is lastig te beschrijven wat dat is. Ik was laatst uitgenodigd voor een wedstrijd van Sparta”, glimlacht hij terwijl zijn hand even naar het Feyenoordlogo op zijn borst grijpt. “Als je dan hoort hoe er over Zuid gesproken wordt. Alsof het een soort Beiroet is of zo, een andere stad waar je een beetje bang voor bent. Dat omschrijft het denk ik nog het beste.”
Kwetsbaar opstellen
Reggery werkt als ervaringsdeskundige jeugdcriminaliteit. “Ik geef lezingen en presentaties om jongeren aan te zetten na te denken waartoe verkeerde keuzes kunnen leiden. En instanties en professionals geef ik inzichten in de dynamiek onder jongeren op straat. Ik vertel mijn eigen verhaal. Niet belerend, maar ik heb wel de stap gemaakt en kan vertellen hoe ik dat gedaan heb. Ik stel mezelf kwetsbaar op en dat is heel wat: over jezelf praten is zwart in de machocultuur die op straat heerst.”
Maar het werkt wel, weet Reggery: “Ik heb een jongen huilend in mijn armen gehad. Dat hij in de knoop zat maar door mijn verhaal de moed voelde andere keuzes te maken. Zelf kom ik uit die put. Ik heb dus geen vooroordelen over deze jongeren en ik weet wat het is om op je bek te gaan. Die erkenning is heel belangrijk.”
Mural
Inmiddels is Reggery ook filmmaker. Zijn tweede film is in juni 2023 in première gegaan. Shank heet hij, onder regie van Rien Bexkens. “Het gaat over de rol van sociale media in de ruzies op straat. Het woord shank is slang voor steekwapen. Jongeren van de straat spelen in de film, zo leer ik ze op een laagdrempelige manier belangrijke vaardigheden. Communiceren, je aan je woord houden, op elkaar rekenen. Het is haast een cursus zelfredzaamheid met die film als beloning.”
Waar zijn begeleiding toe leidt, merkt Reggery eind 2022. Hij is op vakantie en wordt gebeld. Er zou een mural van hem gemaakt zijn op de Harkuloflat aan de Slinge. Hij lacht: “Ik dacht dat ze me in de maling namen maar toen schakelden ze over op videobellen en zag ik die schildering.” Hij valt even stil, zichtbaar verlegen om zoveel aandacht en erkenning. “Weet je wat het mooiste is? Die jongeren hebben het zelf bedacht, hebben zelf geld ingezameld, hebben kunstenaar Marcus Gomad benaderd en ze hebben bij de woningbouw en de gemeente toestemming geregeld. Al die competenties die ik ze probeer bij te brengen, kwamen samen in die muurschildering. Dat vind ik, denk ik, mooier dan die schildering zelf”, besluit hij. “Het blijft wennen; het voelt nog steeds wat narcistisch om mezelf zo groot op een muur te zien.”