Kloppend hart van Rotterdam

‘Dit is zoveel meer dan een straat met wat exotische winkels’

Sander Grip Tekst
Rick Arnold Beeld

De West-Kruiskade op een steenworp afstand van Centraal Station is levendig, kleurrijk, druk en, als de zon het asfalt teistert, heet als een tropisch strand. Het is ook een beetje een stad in de stad: hier vind je over een afstand van een paar honderd meter echt alles wat je nodig hebt en waarvan je niet eens wist dat je het wilde hebben. Van een nieuwe gouden tand tot oma’s gehaktballen en van een leenhamster tot een nieuw maatpak. Leon Keekstra, stadsbemoeial en gepassioneerd promotor, laat zien wat de meest diverse winkelstraat van de stad nou zo bijzonder maakt: “De ondernemers hier hebben een hechte band met de wijk. Zij zoeken echt aansluiting met de bewoners. En je hebt hier alles wat je hartje begeert binnen handbereik in de meest kleurrijke straat van de stad.” Leon wenkt, het is tijd om te ontdekken wat de West-Kruiskade voor pareltjes in petto heeft.

De IJsalon – Tamara Dundas

Waar in de stad koop je nog een kinderijsje voor een euro? En welke ijszaak past zijn openingstijden speciaal aan voor de Ramadan? Dat is dus de IJssalon van Tamara Dundas. Haar oom opende de eerste zaak op de Meent. Haar moeder begon een paar jaar later een vestiging op de West-Kruiskade. “Ik was niet zo van school”, vertelt Tamara met een brede lach tussen het verkopen van een kinderijsje en een schaafijs met cola en melk door. “Op een keer moest ik mijn boeken bestellen en toen vroeg mijn moeder: ‘Wil je echt weer naar school? Of neem je de zaak over?’ En dat laatste ben ik gaan doen. Ik houd ervan om met mensen te werken.”

En dat doet Tamara met verve. Ze zoekt echte verbinding met de wijk door in te spelen op de wensen van de bewoners. Zo vind je dus dawetijs op de kaart, een Indonesische smaakcombinatie van roos en kokos, en ook rogeade, naar het gelijknamige Surinaams drankje. “We hebben ook een tijdje rode Fernandes gehad. Daar is weer veel vraag naar, dus ik denk dat we die weer gaan opnemen in ons assortiment. En ja, met Ramadan verkopen we baklava-ijs en zijn we tot diep in de nacht open. Dat waarderen de mensen uit de buurt enorm.”

Tamara noemt de straat een dorp in de stad: “Gezellig en betrokken, iedereen kent iedereen. Ik kan ervan genieten als iemand met een attitude binnenkomt en dan bijdraait als ze merken dat je gewoon contact met ze hebt. Ik vind het een sport om in te spelen op de wensen uit de wijk, om te zien welke smaken aanslaan. Nu hebben we zure mat-ijs en dat is echt een hit. IJs verkopen is het allerleukste dat er is; ik maak de hele dag mensen blij.” Ze maakt een boterzachte, geurige dubbele espresso en moet dan weer door. De rij staat inmiddels tot buiten de winkel.

De Rimboe – Esdra Baris

Voordat het tijd is om een hapje te gaan eten, is een stop bij dierenwinkel De Rimboe verplichte kost. Eigenaar Esdra Baris is een begrip in de straat, de wijk en de stad. Hij runt de winkel sinds 2000, toen hij de zaak overkocht van Freek Schell. Hij schiet in de lach: “Ja, de slager. Zij waren de zaak in 1970 gestart maar inmiddels werden er wel wat wenkbrauwen gefronst bij een slager die een dierenwinkel heeft. En zo zat ik ineens aan de champagne met Freek en zijn vrouw en was ik trotse eigenaar van deze winkel.”

Esdra wilde dierenarts worden, maar geld om te studeren was er niet. “Kinderen uit arme gezinnen gaan eerder werken. Dat is zonde, want zij willen wel én hebben de hersenen ervoor, maar niet de gelegenheid. Maar dit is ook oké”, is zijn nuchtere opmerking. “Ik ben hier een halve dierenarts voor de dieren uit de buurt. Ik kwam van Zuid dus ik was een vreemde hier toen ik begon. Ik weet nog dat ze eerst bang waren dat ik undercover werkte. Maar ik help iedereen en dat werd al snel bekend. Ik ben het middelpunt van de straat geworden. Ik moet natuurlijk geld verdienen, maar ik wil de buurt ook een beetje in de gaten houden. Op zaterdag heb ik kinderen uit de wijk die me een paar uurtjes helpen voor een zakcentje en als iemand hulp nodig heeft bij een officiële brief help ik ze ook. Geld is niet het belangrijkste, dat is de sociale cohesie. En ja, dan word je een beetje het Buurthuis aan de Kade.”

Een van de dingen waar Esdra om bekend staat, zijn de leendieren. “Kijk, als ik tien hamsters heb, kan ik die natuurlijk niet allemaal tegelijk verkopen. Sommige kinderen mogen echt geen huisdier, bijvoorbeeld omdat pa en ma allebei werken. Nou, dan kunnen ze van mij wel een weekendje een hamster lenen. Krijgen ze een kooitje met wat stro en een beetje voer en dan zie ik die beestjes op maandag weer terug. Super leerzaam voor die kinderen. Het zijn dat soort dingen die deze straat zo bijzonder maken: de West-Kruiskade is geheimzinnig maar leuk, hier hangt een sfeer die je nergens anders vindt.”

De Kade – Jeanette Chin

Wie vervolgens een hapje wil eten, komt op de West-Kruiskade smaakpapillen tekort. Een bijzondere optie is in ieder geval De Kade. De zaak van Jeanette Chin heeft meer vega en vegan gerechten op de kaart dan je je kunt voorstellen. Een bewuste keuze, zo blijkt als Jeanette aanschuift. “Ik ben zelf vegetariër en het viel op dat er weinig aanbod was. Dat wilde ik veranderen.”

Dus begint ze in 2016 De Kade met een uitsluitend vegetarische en veganistische kaart. Ze glimlacht als ze een pruikenzwam in Gong Baosaus voorzet. “Sommige mensen worden boos als dit gerecht op tafel komt, omdat ze denken dat ik ze toch vlees voorzet. Zo sterk lijkt de structuur van pruikenzwam op vlees.”

Overleven met alleen vega(n) gerechten bleek moeilijk. “In 2017 heb ik toch vlees toegevoegd aan de kaart. Maar inmiddels verandert er wel wat: mijn kaart bestaat nu voor vijftig procent uit vega(n). Wat ik mooi vind, is dat het bij mij omgekeerd is: hier kom je voor de vega(n) kaart en dan zien vleeseters wel of er een gerecht bij zit dat hen aanstaat. Normaal is dat andersom.”

Terwijl Jeanette een vegetarische pom en een vegan kipkerrie serveert, blijft ze bescheiden over haar keuken. Toch is die bijzonder. Aan de ene kant omdat de keuken letterlijk opgedeeld is in twee delen: eentje voor de vlees- en vegagerechten en eentje voor de vegan maaltijden. Zo ben je verzekerd dat je gebakken tofu écht vegan is. Aan de andere kant omdat haar kaart voor 90 procent zelf bedacht is. Ze glimlacht verlegen als ze bevestigt dat veel gerechten niet bestonden voordat ze hier op de kaart verschenen: “Ik heb het vega gemaakt en versurinaamsd. Soms is dat gewoon logisch nadenken. Zo geldt pruikenzwam in de Chinese keuken al eeuwen als vleesvervanger.”

Jeanette kijkt tevreden rond. Er staat een rij voor de counter en alle tafeltjes zijn bezet. “wij hebben een unieke positie”, stelt ze tevreden. “Wij hebben vega en vegan toegankelijk gemaakt in de stad. Er is een markt voor. Absoluut; ik denk dat je de vraag creëert door deze producten aan te bieden.”

Assani – Alaa Assani

“Welkom in mijn winkel”, wijst Alaa Assani op de dorpel van zijn zaak enthousiast naar binnen. Een medewerker wordt op pad gestuurd voor ijskoude cola’s. Hier, aan de rand van het Tiendplein, vind je het domein van de Kledingkundige. Tenminste, zo noemt hij zichzelf nu nog. Maar Alaa heeft een veel grotere droom. Hij kijkt naar het raam en maakt een breed armgebaar: “Assani! Ik vermaak en maak kleding, maar ik heb inmiddels ook mijn eigen merk kostuums dat mijn achternaam draagt. Dát zet ik op de ramen!”

Alaa vluchtte een aantal jaar geleden voor de oorlog in zijn geboortestad Aleppo. Hij kwam terecht in Arnhem, waar hij nog altijd woont. Daar een beetje lijdzaam gaan zitten afwachten is niks voor hem; hij wilde werken. Wat kon hij beter dan zijn oude beroep oppakken? Hij glimlacht: “Ik was negen jaar oud toen ik in Syrië begon als kleermaker. Ik had een eigen kledingfabriek. Dat heb ik allemaal achter me gelaten. Maar ik houd er niet van mijn hand op te houden dus ik ben hier een winkel begonnen.” En hier is inderdaad Rotterdam, niet Arnhem. Hij lacht: “Ja, ik wilde in een grote stad beginnen, want mijn droom is om een keten van eigen winkels te hebben. Rotterdam is een goede stad om daarmee te beginnen. Ik denk na over straks. In deze stad kun je groter, beter, meer worden dan één winkel. Over tien jaar heb ik een keten onder mijn eigen naam Assani. Insjallah.”

Alaa is zichtbaar trots op wat hij in korte tijd heeft bereikt, al blijft hij tegelijk bescheiden. “Dit is een goede straat. Het is hier altijd druk en ik heb veel leuke contacten met klanten. Eerst verkocht ik mijn kleding via een andere winkel, maar dat wilde ik niet meer. Ik wil een eigen merk, een eigen zaak. Ik sta voor echte kwaliteit en die kan ik het beste zelf leveren.” Hij opent de revers van zijn colbert en toont het label aan de binnenkant. “Zie je: Assani. Ik verbind mijn naam aan deze kleding. Dan moet het ook voldoen aan mijn standaard.” Hij glimlacht tevreden: “Het gaat goed. Ik heb net verbouwd en houd van de sfeer die er nu hangt. Mensen kunnen ons zien werken, daar word ik blij van.”

The Pink Elephant – Farid

De laatste stop van de dag is een van de meest opvallende horecagelegenheden in de straat. Bij The Pink Elephant is roze de hoofdkleur en staan non-alcoholische mixen en mocktails prominent op de kaart. Eigenaar Farid richt zich met dit uit het buitenland overgewaaide concept op de moslima die in alle rust een avond wil stappen met vriendinnen. Al is uiteraard iedereen welkom in zijn zaak.

Een paar jaar geleden kwam Farid al naar de West-Kruiskade met La Fuga, een winkel in de meest uitbundige zoetigheden, waar mensen van heinde en verre op afkomen. “Bij La Fuga zag ik dat mijn clientèle voor 90 procent uit vrouwen bestond. Vrouwen die geen gelegenheid hebben zelf veilig uit te gaan. Voor hen ben ik deze zaak begonnen”, wijst hij om zich heen. Hij opent de klep van de piano en pingelt een deuntje. “Ik zag dit concept in het buitenland. In steden als Brussel en Tanger vind je al veel langer roze horecazaken die speciaal op vrouwen gericht zijn.”

Dan vervolgt hij op serieuze toon: “Waar vrouwen komen, komen mannen. Maar ik wilde dat de man op bezoek komt en de vrouw centraal staat. Normaal gesproken is dat andersom: moet de vrouw op haar hoede zijn. Hier vinden zij rust en kunnen zij ontspannen.”

De roze papieren paraplu’s aan het plafond wiegen zacht heen en weer in een rustig zomerbriesje. In de zaak zitten de eerste gasten vrolijk te kletsen. Farid slaat het tafereel met een tevreden glimlach gade: “Een plek als dit is nodig. In de klassieke rolverdeling was de vrouw thuis stond het eten klaar als de man uit zijn werk kwam. Nu is de vrouw gelijkwaardig aan de man. Zij zijn zelfstandig, hebben een goede opleiding en goede baan. Zij willen ook uitgaan en met elkaar wat eten en drinken. Ik heb lady’s-only avonden met het WK voetbal en speciale avonden voor alleen vrouwen met karaoke, muziek en dans. Het zit altijd stampvol. Dit is het moderne uitgaan en ik ben blij dat dit in deze straat aanwezig is. Hier vind je heel Rotterdam en wie naar de stad komt, moet ook op de West-Kruiskade geweest zijn. Hier heb je alles bij elkaar; ook deze horeca speciaal gericht op de vrouw.”