Als fanatiek fietser en fondsenwerver begint de zomer voor mij pas echt als Alpe d’HuZes achter de rug is.
Want ieder jaar is er een leven vóór en een leven ná Alpe d’HuZes.
In de wereld vóór Alpe d’HuZes regent het. In de wereld vóór Alpe d’HuZes fiets ik met mijn vrienden door de tochtige polders tussen knorrige knotwilgen die weigeren in bloei te komen. De wereld vóór Alpe d’HuZes smaakt naar lauwe thee, naar natte winden en naar grauwe zondagochtenden waar de dorpsbewoners voor de ingang van de kerk hun rug naar ons toekeren, omdat wij hun zondagsrust zouden schenden.
In de wereld vóór Alpe d’HuZes wil het maar geen zomer worden.
Tijdens Alpe d’HuZes is de wereld op zijn best. Dan veegt een vreemdeling een snottebel van mijn wang en reikt iemand mij een stukje komkommer aan. Tijdens Alpe d’HuZes klopt mijn hart sneller en ben ik ontvankelijk voor nieuw leven. Tijdens Alpe d’HuZes voel ik dat de tijd rijp is voor een eerste volle glimlach.
Alpe d’HuZes verschaft de rups net genoeg tijd om zich te ontpoppen tot vlinder.
Na iedere Alpe d’HuZes is het zaak om zo lang mogelijk in deze feel good bubble te blijven, ondanks en dankzij het gegeven dat leven heet. Na Alpe d’HuZes zeg ik het winderige platteland vaarwel en fiets ik het liefst door de Rotterdamse binnenstad, de enige dame met wie buitenhuwelijks flirten toegestaan is.
Na Alpe d’HuZes wil ik op zomaar een zomerochtend mijn linnen zomerbroek en mijn hippe mocassins aantrekken, om over de Boompjeskade langs de Nieuwe Maas te fietsen. Dan lost de zon eindelijk haar belofte in, is iedere wolk roze gekleurd en heeft Rotterdam zin om te verdrinken in de uitbundige zon.
Kijk maar eens naar die gozer die voor mij fietst, die heeft de smaak ook te pakken! Als een kind slalomt hij vrolijk om de middenstrepen van het fietspad, verslaafd aan de zomer. En ik volg hem, fluitend, op de melodie van Alpe d’HuZon, de zomerhit van dit jaar waarvan ik vanavond nog de muziek en tekst ga schrijven.