BEKEERLING
Thuis in het achterland kende ik
de ondoordachte veelheid, opgeschepte
overdaad uit pannen en schalen.
Je kon ‘s ochtends, als ze nog sliepen
vast een kruisje op hun ruggen zetten
en ‘s avonds van ze eten.
Maar hier willen ze van staal noch
steken weten, wie warm, gezond ontwaakt
zal niemand komen halen.
Slechts wat uit eigen grond naar boven
komt past op het bord, het mes dient om
de richting van de vorken te bepalen,
niet om langs een hals omlaag te halen
niet om te schrapen langs de botten
die ook onze botten zijn.
Hier eten ze aan tafels zonder lakens,
ik drink hun zelfgemaakte wijn, hoor
geluiden uit het ongemoeide hok.
Hier wapperen de witte vlaggen.
Thuis hingen na de maaltijd
servetten halfstok.
Ester Naomi Perquin
‘Servetten halfstok’, G.A. van Oorschot, 2007
Ester Naomi Perquin
Ester Naomi Perquin (35) werd naar eigen zeggen geboren als oud wijf. “De eerste dag was ik gewoon een baby. De tweede dag had ik al melancholie.” Ze won de VSB Poëzieprijs 2013 voor haar derde bundel Celinspecties.
In de bundels daarvoor lijkt ze vooral op zoek naar grip op haar plek in de wereld. “Nou ja, dat is het punt: ik ben heel slecht in zijn en ik ben óók heel slecht in een plek innemen. Dat hele zijn heb ik nooit echt onder de knie gekregen. Ik weet niet hoe je iets moet zijn, wat ook in vorm blijft. Ik ben een cake die je uit een blik stort en die dan weer uitloopt, snap je? Het is ook nooit overgegaan trouwens. Ik ben van onderwerp veranderd, maar niet van aard.”
“Alles gaat voorbij, behalve de twijfel. Die twijfel is in de poëzie een aardige eigenschap, maar vermoeiend voor de mensheid. Daarom blijf ik veel binnen, zodat de mensen niet zo’n last van me hebben. Ik ben ermee opgevoed. Ik kan er niet meer mee stoppen. Niet twijfelen werd als een vorm van luiheid gezien, die niet werd geaccepteerd. Mijn moeder zag stoppen met twijfelen als een zorgelijk teken van overlijden.”