Wij waren de zon op het middaguur
zaten in Utopia’s schaduw, vertelden elkaar
verhalen over hoe het was en toch is met een toekomst
zo pal voor je voeten dat je erover struikelen kunt.
We wezen elkaar op een vlinder die nectar bij plastic
probeerde te vinden, groteske fabeldieren en
hielden de kinderen buiten de perken. Eén zei:
we gaan al zo lang mee dat we toch wel zullen
weten wat goed, een ander sprak dat prompt tegen.
We aten lichtzinnig met onze vingers omdat we vonden
dat messen en vorken in die luchtige entourage
misstonden. Zo werd het later, kwamen we in steeds meer
schaduw, moesten toch al een eindje om weer aan warmte
te raken en licht dat nog lange nee nog lange niet.
Hester Knibbe
‘Archaïsch de dieren’, De Arbeiderspers, 2015
Uit de reeks ‘Er is altijd’
Poëzie in Gers!
Hester Knibbe won met haar laatste bundel ‘Archaïsch de dieren’ de VSB Poëzieprijs 2015. Kort daarvoor werd ze benoemd tot de nieuwe stadsdichter van Rotterdam.
“Ik wil als stadsdichter poëzie zichtbaarder maken in de stad. Vroeger had je op perrons bij de RET ‘Gedicht aan de reiziger’. Dat wil ik dólgraag terug hebben. Mijn eerste stadsgedicht ‘Lossen en laden’ heeft al in enkele cafés gehangen. Dat is aardig. En op 4 mei, dodenherdenking, kregen middelbare scholieren ansichtkaarten met een gedicht erop. Daarin probeer ik te verwoorden dat het overlijden van een geliefde, de tragiek ervan, voor iedereen hetzelfde is. Een verlies is gewoon een verlies. Dat is onafhankelijk van kleur en ras en weet ik wat allemaal.”
“Ik wil dat mijn poëzie het individuele, het tijdelijke en het plaatselijke overstijgt. In Rotterdam kan dat. Hier kan ik ruim schrijven omdat ik Rotterdam zie als een onderdeel van de wereld. Een belángrijk onderdeel van de wereld. Met ál die nationaliteiten. Rotterdam staat open, via die zee, naar alle andere continenten. Mijn poëzie is dus niet per se Rotterdams. Ik wil het niet klein houden. Rotterdam is veel meer. Rotterdam is de wereld.”