Wereldwijd maakt hij furore: de enorme opblaasbare badeend van de Rotterdamse kunstenaar Florentijn Hofman. De gele watervogel was al te zien in dertien landen en vijfentwintig steden en betoverde miljoenen mensen. Hij doorstond een aardbeving in Taiwan, vandalisme in België en hield overal de media in z’n greep. Na plaatsen als Beijng, Hong Kong, São Paulo en Sydney volgen dit jaar nog tien Chinese steden en Los Angeles.
Hofman: “Het is een toegankelijk, vriendelijk en verbindend beeld. Iedereen herkent de vorm. Vanwege de abstractie, de schaalvergroting en het materiaalgebruik wordt het een icoon. Daardoor kijk je anders naar je omgeving. Met een frisse blik.
Het idee ontstond in 2001 in Museum Boijmans Van Beuningen tijdens een bezoek aan een tentoonstelling over Hollandse landschappen. Daar schoot de yoghurtdrink-reclame van een melkgigant door mijn hoofd, waarin een indiaan met een Brabants accent zegt: ‘En voor je ouders een dikke badeend.’ Ik móest zo’n eend maken, liefst in een Hollands landschap. Campina sponsorde de haalbaarheidsstudie, maar deed er uiteindelijk niets mee in de marketing. De eerste buitenlandse belangstelling kwam in 2005 uit Frankrijk. Mijn website was net online toen de Biënnale van St. Naizare belde. Die eerste canard de bain was met 26 meter meteen de grootste. Voor bijna elke stad maak ik een verse, schone badeend. Het is een soort zeilboot, dus net zo onderhevig aan wind, water en andere elementen.”
Tot nu toe heeft de eend Rotterdam links laten liggen. Weliswaar testte Hofman ooit een prototype in de vijver van het NAi, maar die was slechts vijf meter hoog. “Voor een groot project heb je een opdrachtgever, budget en een projectteam nodig.” Wie weet, ooit…