Rotterdammers maken Rotterdam

Zuipen, vechten en seks

Kim Hoefnagels Tekst
Kelly Josefien Alexandre Beeld

Psychobillyband Batmobile is ‘big’ in Japan, Duitsland en Zweden. Maar in Nederland heeft het gros van de mensen nog nooit van ze gehoord. Nu de tijdgeest hen beter gestemd is dan ooit, komt hier wellicht verandering in.

Al na pakweg vijf minuten wordt duidelijk dat de mannen van Batmobile elkaars gezelschap na ruim dertig jaar nog lang niet zat zijn. Het trio zit gebroederlijk aan Jeroens keukentafel in zijn oude boerderij in Bavel, een dorpje in de buurt van Breda. Jeroen en Eric Haamers zijn daadwerkelijk broers. Drummer Johnny Zuidhof kennen ze al sinds hun tienerjaren.

Als een potje tafeltennis schieten de grapjes over en weer. Favoriete mikpunten zijn zichzelf en elkaar. “Het is belangrijk dat je lol blijft maken, anders kun je er net zo goed mee ophouden”, zegt Johnny die als enige van het gezelschap in Rotterdam woont. Volgens hem dragen er twee dingen bij aan hun succesvolle samenwerking. “We hebben geen gezamenlijke bandpot, want dat geeft scheve gezichten. En de wijven blijven thuis. Altijd.”

Jeroen Haamers

Tomeloze energie

Het verhaal van Batmobile begint in Breda in 1983. De toen 18-jarige Johnny vroeg medescholier en Elvisfan Jeroen of hij met hem een rockabillybandje wilde beginnen. Later sloot Jeroens oudere broer Eric aan, die op dat moment basgitaar speelde in diverse andere bands. De gitaar ruilde Eric in voor een contrabas, wat essentieel was voor de ritmische dansmuziek die ze wilden maken. Aanvankelijk coverde het trio vooral nummers van Elvis en Johnny Burnette, maar al snel traden ze op met zelfgeschreven songs. Zo ontplooiden ze een eigen sound, sterk beïnvloed door de energie van de destijds populaire punkmuziek. Jeroen: “Als je luistert naar goede rockabilly uit de jaren vijftig dan hoor je eenzelfde tomeloze energie als in punk. Het zijn nummers teruggebracht tot hun essentie: korte, heftige muziekexplosies zonder veel franje. Dat sprak ons aan.”

In Engeland was er een bandje, The Blue Cats, dat ook hedendaagse rockabilly maakte. Jeroen: “Wij vonden dat toffe muziek, maar ik was niet zo goed als hun gitarist, dus dan krijg je automatisch toch een heel ander geluid.” Johnny noemt nog een reden waarom ze vrij snel afstapten van de typische rockabilly uit de jaren vijftig. “Toen we in cafeetjes begonnen op te treden, ontdekten we al snel dat deze muziek vooral populair was bij dames van middelbare leeftijd.” Eric: “Dat wil je niet als je zeventien bent.”

Johnny Zuidhof

Scumbash

In 1985 verscheen hun eerste volwaardige album, getiteld Batmobile, waarna de groep toerde door West-Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Engeland. Johnny: “In Engeland was destijds een kleine scene rond bands die een vergelijkbare, eigen twist gaven aan rockabilly. Psychobilly werd onze muziek daar genoemd.”

De Nederlandse interesse was vrijwel nihil, vertelt de drummer. “Er waren wel wat bandjes, maar van een scene zoals in Engeland was geen sprake. Nu ik erover nadenk: van die paar rockabillybandjes kwamen de meeste uit Rotterdam en Eindhoven. In retrospectief heeft het genre daar dus nog het meest voet aan de grond gekregen.”

De laatste paar jaar treedt het trio vaker op in Rotterdam. Zoals tijdens het Brainless Rockin’ Fest in Rotown, SUR in het voormalige Waterfront, het Pijnacker Bluegrass Festival en ScumBash, een festival georganiseerd door barbiershop Schorem. Johnny en Schorembaas Lion, beter bekend als Leen, gaan way back. “Toen hij nog bij kapperketen Kinki werkte, stond ik weleens model voor hem. Hij vond mijn grijze haar leuk. Misschien wilde hij laten zien dat oude mannen ook hip konden zijn, haha.” Op verzoek van Lion trad Batmobile op tijdens de eerste editie van ScumBash, in 2014. Het festival bleek een enorme hit en leverde de band meer nationale bekendheid op.

‘Ik moet er niet aan denken dat mensen selfies met me willen maken als ik boodschappen doe’

De Nederlandse media weten hen ook steeds beter te vinden. Zo waren ze een aantal keer te gast bij De Wereld Draait Door. De eerste keer op uitnodiging van de heren van Schorem, die een speciale muziekavond mochten vullen. Hoewel ze het leuk vinden om af en toe met hun ‘kop op tv’ te komen, zit de band niet bepaald te wachten op veel media-aandacht. Jeroen: “Zo één à twee keer per maand maken we een tripje naar Japan, Zweden, Engeland, Rusland, Amerika of Duitsland. We treden op, waarvoor we goed betaald worden, en weer thuis herkent niemand ons. Ik moet er niet aan denken dat mensen selfies met me willen maken als ik boodschappen doe.”

Eric Haamers

Lollig bot doen

De muzikanten hebben wel een idee waarom de erkenning in het binnenland zo lang op zich liet wachten. In een tijd dat de maatschappij heel links was, waren zij overtuigd non-politiek, vertelt Jeroen. “Dat zijn we nog steeds. Onze muziek heeft geen boodschap, het is bedoeld als entertainment. In onze beginjaren heeft dat ons in de weg gezeten. We waren ‘verdacht’, omdat er weleens skinheads afkwamen op onze optredens. Zie je wel, Batmobile is een foute band, dachten de Nederlandse media toen. Gelukkig mag je tegenwoordig weer lollig bot doen, een beetje ongenuanceerd jennen, zonder dat je er op wordt afgerekend.”

“Neem Schorem”, vervolgt hij. “Plat gezegd is dat een clubje getatoeëerde straatjongens dat alleen mannen binnenlaat en vrouwen maar zeikerds vindt. Ik denk niet dat ze zich hier vijfentwintig jaar geleden populair mee hadden gemaakt. Maar nu vindt iedereen het prachtig.”

De tijdgeest is veranderd, meent het trio, en is Batmobile beter gezind. De mannen voelen dan ook dat dit hét moment is om, na achttien jaar, met een nieuwe plaat te komen. In de tot studio omgebouwde schuur naast het huis van Jeroen werken ze wekelijks aan nieuw materiaal. De liedjes klinken beter dan ooit, vinden ze, want na al die jaren zijn ze perfect op elkaar ingespeeld. Maar de nummers gaan nog altijd over zuipen, vechten en seks, en af en toe over groene vrouwen uit de ruimte, vertelt Johnny. “Sciencefiction dus, al zijn seks en sciencefiction bijna hetzelfde.” Jeroen: “Op onze leeftijd.” Dan schieten de mannen onbedaarlijk in de lach.