Rotterdammers maken Rotterdam

Zij zijn Schiedam

Karin Koolen Tekst
Antim Wijnaendts van Resandt Beeld

Molens, jenever, havens, een historische binnenstad… Schiedam is beroemd geworden om haar erfgoed en onbetwistbare schoonheid. Maar uiteindelijk zijn het de mensen die een stad maken. Gers! sprak vijf Schiedammers over hún stad en stelde de vraag: wat is er nu eigenlijk zo leuk aan Schiedam?


Ernst van Zijl (52)

Onderwijsassistent op het Grafisch Lyceum in Rotterdam, woont in Schiedam Noord

“Een groot deel van mijn jeugd woonde ik op de Lorentzlaan (Oost). De huizen op de Lorentzlaan zullen binnenkort gesloopt gaan worden. Een tijdje geleden ging ik er, om sentimentele redenen, weer eens kijken. Ons huis stond er nog, ik herkende zelfs de regenpijp waar ik – drie hoog! – op en af klom omdat mijn moeder nog niet thuis was. Met vriendjes speelde ik altijd buiten. Bussietrap, knikkeren, schotsiedrippelen (heel hard over dun ijs rennen, red.) – we haalden graag wat kattenkwaad uit. Heel veilig was het niet. De Lorentz-laan was een drukke straat waar in de bocht vaak wat gebeurde. Bus 38 reed er ook en van mijn moeder heb ik gehoord dat ik weleens met mijn fiets achter die bus heb gehangen. ‘’t zal Jantje de Boer niet wezen’, werd er steevast over mij gezegd. 

Toen we wat ouder werden slenterden we elke donderdag, op koopavond, door het centrum. Dan kwam je iedereen tegen. En in het weekend gingen we dansen bij Sitton. Mijn vrouw leerde ik kennen bij King David, dat was de eerste echte shoarmatent van Schiedam. Het was half vijf s’ nachts en toen we aan de praat raakten, vertelde ze me dat ze de volgende ochtend heel vroeg moest handballen. ‘Ik kom kijken’, beloofde ik. De ochtend erna zat ik om negen uur op de tribune.  Toen we gingen samenwonen, kwamen we in West terecht. Later in Groenoord en vervolgens in Oost. We hebben een kort uitstapje naar Hoogvliet gemaakt. We waren toen al tweeverdieners, mijn vrouw was zwanger en in Hoogvliet konden we een huis met eigen grond en een garage kopen. Dat was het niet, niet in de laatste plaats door de enorme files die we elke dag trotseerden, en al snel wilden we terug naar Schiedam. Ik vind het nog steeds jammer dat onze kinderen niet in Schiedam geboren zijn. 

Ik geniet met volle teugen van Schiedam. Een echte stad, maar het voelt als een grote familie. Mensen kennen en steunen elkaar. Zo steunen de bedrijven de plaatselijke voetbalclub, dat vind ik mooi. De stad heeft zo’n rijke en zichtbare geschiedenis, met de molens en de jeneverstokerij – je ziet het roet op de huizen nog zitten. Een tijdje terug voer ik mee met de fluisterboot. Zulke bevlogen mensen die vertellen over de stad, dan kijk je ineens met andere ogen. De Lange Haven, Stadhuisplein… Het is nog heel idyllisch, ondanks dat ook hier een tijdje de sloopdrift heeft geheerst. Het doet me goed te zien dat veel gevels weer in oude glorie hersteld worden, zoals die op de Hoogstraat. De gezelligheid van toen komt meer en meer terug. 

Inmiddels wonen we in Noord. Een geweldig groen gebied, dichtbij alle uitvalswegen. Ik ga ’s avonds graag fietsen met mijn zoon. En elke dag fiets ik naar mijn werk. Dan zie ik de zon opkomen in Delfland, de dauw, de spoorbrug… Mooier wordt het niet! Geen tien paarden die mij ooit nog uit Schiedam wegkrijgen.”

Cilia Batenburg (30)

Zelfstandig kunsthistorica, woont in Schiedam Centrum

“Mijn vader en zijn familie komen uit Schiedam. Mijn moeder was Rotterdamse. Zij werkte, toen ze nog een jonge vrouw was, als vrijwilliger bij een oude Schiedame molen waar mijn vader werkte. Zodoende ontmoetten ze elkaar. Mijn vader is er later molenmaker geworden.

Als kind ging ik vaak mee op pad. We woonden ook in de Noordmolenstraat, keken uit op de prachtige molens. Ik kreeg het erfgoed van Schiedam en de trots en liefde voor de stad met de paplepel ingegoten. Hoe de molens de branderijen gaande hielden, hoe de stad zwart kleurde van de rook… Ik leerde de verhalen als jong meisje al kennen.

Mijn broers zijn wel het molenvak ingegaan, maar ik koos een ander pad. Lange tijd wilde ik balletdanser worden, ik danste net als iedereen bij Tosca Balm, maar koos uiteindelijk voor een carrière in de kunst. 

Wat niet iedereen weet, is dat de gemeente in de jaren zeventig een gunstig atelierbeleid voerde. Dat heeft voor een sterk cultureel imago gezorgd, maar inmiddels zijn er niet zoveel kunstenaars meer te vinden in het centrum. Goede ateliers in Schiedam zijn nu helaas schaars. We werken er hard aan, onder andere met mijn projecten Open Expo, de doorontwikkeling van Open Ateliers, om de Schiedamse kunstenaars weer te verbinden en een plek te geven in de stad. Maar van het culturele klimaat geniet ik ondertussen met volle teugen! Het Stedelijk Museum, de Ketelfactory, KunstWerkt, de Stokerij, de bibliotheek, het Wennekerpand en allerhande culturele activiteiten…

Als puber had ik even een ‘ik moet hier weg’-fase, maar mijn eerste huis was tóch in Schiedam. Ik studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Rotterdam was, of is, ook een beetje die underdog, maar Schiedam is dat in de overtreffende trap. Ik moet weleens uitleggen wat ik in Schiedam doe, waarom ik er van hou, en dat doe ik met liefde en toewijding. Wat het is? Schiedam is pittoresk, er heerst die heerlijke dorpse gemoedelijkheid, maar tegelijkertijd is niets werelds ons vreemd. Het is ons kent ons, maar het is ook stads. We leven niet onder een steen, zeg maar. De ligging is ook ideaal; ik ben zo in Rotterdam als ik daar wil zijn, maar gelijktijdig vind ik hier de boetiekjes, de Lange Haven, de gezelligheid, het groen…

Ik ben een groot ambassadeur van Schiedam en vertel iedereen over onze stad. Soms denk ik weleens dat ik het een tandje minder moet doen voor de stad overspoeld raakt (lacht), maar dan denk ik weer: waarom zou ik eigenlijk?”

Guido Antunes (51)

Projectadviseur huisvesting en GroenLinks-gemeenteraadslid, woont in de Gorzen

“Ik woon met veel plezier in de Gorzen. Deze wijk heeft een bijzondere geschiedenis. Je had vroeger twee grote scheepswerven in Rotterdam, de Gusto en Wilton, die ervoor kozen hun personeel te huisvesten in Schiedam, dichtbij de havens. Werknemers, hun gezinnen en nakomelingen kregen allemaal een plekje in deze buurt en tot op de dag van vandaag zitten zij er, al bestaan de werven allang niet meer op die manier. Het is echt een dorp binnen de stad en al is het wat arm en verouderd, er is veel samenhorigheid en gezelligheid. Een echte volksbuurt; vergelijk het met Crooswijk of het Oude Noorden.

Ik kwam hier vanuit de Henegouwerlaan wonen, toen werkte ik nog voor het Havenbedrijf. Ik ben verknocht geraakt aan Schiedam en ga hier nooit meer weg. Waarom zou ik? Het is schitterend groen en je zit overal dichtbij. In de wijk ben ik vrijwilligerswerk gaan doen. Koken voor mensen, bijvoorbeeld, en ik heb bestuurswerk gedaan bij een kringloopwinkel en een energiecoöperatie. Zodoende leerde ik mensen kennen en ging ik me hier steeds meer thuis voelen. Ik zit nu ook in de gemeenteraad voor GroenLinks.  

Natuurlijk zie ik dingen die beter kunnen. Bijvoorbeeld het centrum: vroeger kwamen mensen uit omliggende dorpen en Vlaardingen hierheen om te winkelen, nu is er veel leegstand. Daar komt gelukkig langzaamaan verandering in. Er was sowieso werk aan de winkel. Er werd te weinig gebouwd, het theater was te duur, het museum lag op zijn gat, het ziekenhuis draaide op halve kracht… Nu zie je dat er op alle terreinen hard geknokt wordt voor een sterkere stad. Schiedam is weliswaar het kleine broertje van Rotterdam, maar we zien dezelfde grootstedelijke problemen en uitdagingen. De kracht hier is dat we het met elkaar moeten doen, van oudsher en nog steeds. Dat moedigt eigen initiatief aan. Het park de Plantage, bijvoorbeeld, wordt onderhouden door de buurt.

Als ik niet werk? Dan ga ik op pad! Ik bezoek graag één van de jenevercafés. Ook al drink ik niet – ik ga voor de leuke pubquizzen. Of ik ga fietsen, lekker het groen in. Een tochtje met de fluisterboot, echt een aanrader! Er gebeurt ook veel, er worden festivals en stadsfeesten georganiseerd. Men roept vaak heel makkelijk dat er niks te doen is, maar dan laat ik ze een flyer of een website zien en dan zie je ze denken: ‘o ja…’ Het gebeurt echt allemaal in Schiedam! 

Vroeger zei ik altijd, ik ga nooit 010 uit. Nou, die belofte heb ik toch maar mooi gehouden! Mijn telefoonnummer begint nog steeds met 010. En wist je dat Schiedam oudere stadsrechten heeft dan Rotterdam?”

Ellen Jacobs-Jaeger (45)

Mede-eigenaar van afslankstudio Slim Rotterdam, woont in Schiedam Noord

“Ik ben geboren en getogen in Schiedam, net als de rest van mijn familie. Niemand van ons dacht er ooit aan te vertrekken. Of wacht, dat is niet helemaal waar, mijn broer heeft een tijdje in Vlaardingen gewoond. Ik weet nog dat ik dat destijds wel wat ver weg vond en niet begreep wat hij daar te zoeken had. (lacht) Ik heb hier een heerlijke leuke jeugd gehad. Met vijftien kinderen uit de buurt speelden we altijd buiten, dan gingen we bijvoorbeeld balletje trappen. Later ben ik gaan hockeyen bij Vereniging Spirit. 

 Mijn vader runde een drukkerij in de Hoogstraat. Die straat bruiste vroeger. Ik stond als zeventienjarig meisje vaak in de winkel en dan kwam je iedereen tegen. Hoe anders is dat nu; op een gegeven moment kwam er steeds meer leegstand en die is er tot op de dag van vandaag. Dat heeft natuurlijk te maken met het internet, maar ook zag je ineens dat steeds meer Schiedammers gingen winkelen in Rotterdam. Het beeld van die vergane Hoogstraat doet me weleens verdriet, maar ik zie er nu gelukkig weer veel boetiekjes komen. En dat zijn vaak juist bijzondere winkels. Zo opende pas een winkel waar je ballonnen kunt kopen. Geen gewone ballonnen, maar met dingen erin, om cadeau te doen tijdens een babyshower bijvoorbeeld. De winkeliers herstellen de gevels, onderhouden hun pand; prachtig om te zien en het doet de stad zichtbaar goed. Voor eten hoef je de stad ook niet uit, want er zijn tal van leuke cafés en restaurantjes.

Samen met een vriendin run ik een afslankstudio in Overschie. Toen we de zaak net begonnen, hebben we ook in Schiedam gezocht naar een passende locatie, maar we vonden niets wat bij ons paste. Ach, Overschie is heel dichtbij en er komen veel dames uit Schiedam bij ons trainen. Het geeft mij bovendien een goede reden om vaak in Rotterdam te komen. Schiedammers en Rotterdammers zijn ook eigenlijk hetzelfde. Direct, niet lullen maar poetsen, echte aanpakkers.

Schiedam is de stad waar ik me thuis voel. Ik bezoek nog elke week mijn oma in mijn oude buurtje, soms bezoeken we samen een nieuw koffietentje of gaan een stukje wandelen, en ik heb de hele familie dichtbij. Mijn kinderen blijven hier later, hopelijk, ook wonen. Die hebben een grote liefde voor Schiedam. Van wie zouden ze dát nou hebben, he?”

Louis Pieterse (53)

Ondernemer, woont aan de Lange Haven

“Ik kom oorspronkelijk uit de Betuwe, uit Geldermalsen, maar als kind wist ik al dat ik daar niet wilde blijven. Ik ging studeren in Utrecht en kreeg op mijn vijfentwintigste een baan als consultant in Rotterdam. Ik vond een woning in Schiedam en… ben nooit meer weggegaan. 

In eerste instantie woonde ik in een huurappartementje, maar toen kwam er een grachtenpand aan de Lange Haven te koop. In Utrecht of Amsterdam zou je daar een vermogen voor betalen, maar hier in Schiedam was het, zeker toen, heel betaalbaar. Ik snapte daar niks van; zo’n huis op zo’n schitterende locatie, met zo’n uitzicht: hoe kan dat nog leeg staan?! Dat had misschien ook te maken met de slechte naam van de stad. Vroeger was dat Zwart Nazareth, later ging de stad louter bekend staan om de slechte wijken. Maar ik vond het er heerlijk! Juist dat ongepolijste trok mij aan. Na een dag werken in Rotterdam stapte ik in Schiedam terug in de tijd. De oranje lantaarns aan de Lange Haven, lekker klussen in mijn pandje, op straat een biertje drinken met de buurman… Hier ben ik later ook mijn eerste kleine winkel in vintage lampen begonnen.

Inmiddels zijn we jaren verder en er is veel veranderd. Na de scheiding ging mijn dochter (20) met haar moeder mee naar Amsterdam. Mijn zoon (20) woont bij mij. Ik heb inmiddels drie grachtenpanden op rij en verkoop in onze Co-Operatie van alles en nog wat, van brood van het Vlaamsch Broodhuys tot retro verlichting en meubilair. De deelnemers in de coöperatie ruilen het gebruik van de ruimte met hun tijd. Ouderwetse ruilhandel dus. In de winkel is een Airbnb ontstaan met zelf ontworpen en verbouwde kamers en in de grote stadstuin verhuur ik vintage caravans aan toeristen en zakenmensen. Ik ben graag bezig met ontwerpen en verbouwen van oude panden en heb nog genoeg ideeën. Ik heb Schiedam door de jaren zien veranderen, eigenlijk alleen maar gunstig. Toen ik hier net kwam wonen was er veel leegstand, armoede en laaggeschooldheid. De stad is nu veel diverser. De horeca bloeit, de straten liggen er weer mooi bij. Investeerders en gezinnen uit Rotterdam zie je de laatste jaren en masse in Schiedam komen wonen.

Toch zie ik ook nog veel kansen. Schiedam heeft zo’n rijke historie en als één van de weinige steden rondom Rotterdam zo’n idyllische binnenstad. Dat trekt mensen aan! Wist je dat in de stadstuin een eik van honderdzestig jaar oud staat? Schiedam onderscheidt zich door de mooie boetieks, bijzondere horeca en ambacht. En dat gin in vervolg op onze aloude jenever steeds hipper wordt, is natuurlijk een mooie bijkomstigheid!”